Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Krimpenerwaard 2017

 

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder peuterspeelzaal hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang en Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.

Artikel 2 Groepsspeelruimte

  • 1.

    In een peuterspeelzaal is voor ieder kind, bij voorkeur 4,5 m2, doch minimaal 3,5 m2 bruto-oppervlakte aan groepsspeelruimte beschikbaar.

  • 2.

    Elke ruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Artikel 3 Buitenspeelruimte

  • 1.

    De peuterspeelzaal beschikt over een aangrenzend en veilig toegankelijke buitenspeelruimte.

  • 2.

    De buitenspeelruimte voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar;

    • b.

      een oppervlakte van bij voorkeur 7 m2, doch minimaal 3 m2 bruto-oppervlakte speelruimte per aanwezig kind;

    • c.

      ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Artikel 4 Aanwijzing toezichthouders

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zien toe op de naleving van de bij deze verordening gestelde regels.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen de directeur van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG) aan als toezichthouder.

Artikel 5 Onderzoek door de toezichthouder

  • 1.

    De toezichthouder onderzoekt na een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de instandhouding redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid onderzoekt de toezichthouder jaarlijks of de exploitatie van een peuterspeelzaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

  • 3.

    Naast het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de toezichthouder incidenteel onderzoek verrichten naar de naleving van de bij deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 6 Vastleggen onderzoeksresultaten

  • 1.

    De toezichthouder legt zijn oordeel naar aanleiding van een onderzoek bij een peuterspeelzaal vast in een inspectierapport.

  • 2.

    Indien de toezichthouder oordeelt dat door de houder de bij of krachtens artikel 2 en 3 gegeven voorschriften niet zijn of zullen worden nageleefd, vermeldt hij dat in het rapport.

  • 3.

    Alvorens het rapport vast te stellen, stelt de toezichthouder de houder in de gelegenheid van het ontwerprapport kennis te nemen en daarover zijn zienswijze kenbaar te maken. De toezichthouder vermeldt de zienswijze van de houder in een bijlage bij het rapport.

  • 4.

    De toezichthouder zendt het inspectierapport onverwijld aan de houder, die een afschrift daarvan zo spoedig mogelijk ter inzage legt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

  • 5.

    De toezichthouder maakt het inspectierapport uiterlijk drie weken na de vaststelling daarvan openbaar.

  • 6.

    De toezichthouder stelt burgemeester en wethouders in kennis van de vaststelling van het rapport.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2 en 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van kwalitatief verantwoorde opvang voor kinderen in een peuterspeelzaal leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8 Intrekking oude regelingen

Op de dag van inwerkingtreding van deze verordening, worden de volgende verordeningen ingetrokken:

  • Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen, gemeente Bergambacht (2011) inclusief Afwegingsmodel 2010;

  • Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen, gemeente Nederlek (2011) inclusief Afwegingsmodel 2010;

  • Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen, gemeente Ouderkerk (2013) inclusief Afwegingsmodel 2010;

  • Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen, gemeente Schoonhoven (2011) inclusief Afwegingsmodel 2012;

  • Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen, gemeente Vlist (2011) inclusief Afwegingsmodel 2012;

  • Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen, gemeente Bergambacht (2008);

  • Verordening wet kinderopvang, gemeente Ouderkerk (2005);

  • Verordening wet kinderopvang, gemeente Vlist (2004).

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen 2017.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 13 december 2016.

de griffier, drs. K.E. Driehuijs

de voorzitter, mr. R.S. Cazemier

Naar boven