Gemeente Baarn - Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2017

Raadsbesluit

 

Voorstelnummer: 16RV000065

Onderwerp: Vaststellen belastingverordeningen 2017

 

De raad van de gemeente Baarn

- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2016;

- gehoord het Debat in de raad d.d. 9 november 2016;

- gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

Besluit:

vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2017

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15:33 Wet milieubeheer.

 

Artikel 2

Aard van de heffing en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

     

Artikel 3

Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4

Maatstaf van heffing en tarieven

1.De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in

hoofdstuk 1 van de bij deze verordening opgenomen tarieventabel.

2.Voor een berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 5

Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6

Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 7

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn bij een gelijkblijvende maatstaf niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting genoemd in de onderdelen 1.4. en 1.5. van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

     

Artikel 8

Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, moeten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijn of de gestelde termijnen.

     

Artikel 9

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffingen.

 

Artikel 10

Overgangsrecht

De “Verordening reinigingsheffingen 2016” van 25 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid, van deze verordening genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 11

Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017, of zo dit later is, met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

     

Artikel 12

Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffingen 2017”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering,

op 23 november 2016.

 

de griffier, de voorzitter,

 

 

Tarieventabel behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffingen 2017"

Hoofdstuk I Maatstaven en tarieven van de afvalstoffenheffing

(huishoudelijk afval)

Inleidende bepaling

  • 1.1.

    Als maatstaf van de volgens dit hoofdstuk geheven belasting geldt de omvang van de volume-inhoud, ongeacht de aard van het soort afval dat in enig met de door de gemeente in bruikleen verstrekt inzamelmiddel kan of mag worden ingezameld, behoudens wat overigens in dit hoofdstuk is bepaald.

     

    Het periodiek inzamelen van huishoudelijk afval bij percelen met eigen inzamelmiddelen

  • 1.2.

    De belasting bedraagt per perceel, per belastingjaar:

  • 1.2.1

    indien de volume-inhoud van de containers bij een perceel bestaat uit ten hoogste 140 liter voor groente-, fruit- en tuinafval alsmede ten hoogste 140 liter voor restafval € 224,18

  • 1.2.2

    indien de in onderdeel 1.2.1. bedoelde volume-inhoud hoger is dan 280 liter te vermeerderen voor elke volume-inhoud:

1.2.2.1 tot en met 140 liter extra, boven de hoeveelheid van 280 liter € 65,20

1.2.2.2 tot en met 240 liter extra, boven de hoeveelheid van 280 liter € 112,20

De in dit onderdeel bedoelde belasting is niet verschuldigd voor de volume-inhoud die bestemd is voor de inzameling van papierafval.

1.2.3 indien in afwijking van de onderdelen 1.2.1. en 1.2.2. bij een perceel uitsluitend containers aanwezig zijn bestemd voor restafval dan wel voor groente-, fruit- en tuinafval en de volume-inhoud daarvan niet meer bedraagt dan 140 liter € 224,18

te vermeerderen voor elke volume-inhoud:

1.2.3.1 tot en met 140 liter extra, boven de hoeveelheid van 140 liter € 65,20

1.2.3.2 tot en met 240 liter extra, boven de hoeveelheid van 140 liter € 112,20

De in dit onderdeel bedoelde belasting is niet verschuldigd voor de volume-inhoud die bestemd is voor de inzameling

van papierafval.

Het periodiek inzamelen van h uishoudelijk afval bij percelen zonder eigen inzamelmiddelen

  • 1.3.

    In afwijking van het in het vorige onderdeel bepaalde, bedraagt de belasting in de gevallen waarbij overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, derde lid, van de “Afvalstoffenverordening Baarn 2010” het groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk wordt ingezameld of door de gebruiker van een perceel gebruik moet worden gemaakt van de door de gemeente aangewezen collectieve inzamelmiddelen, ongeacht de aard van de inzamelvoorziening dan wel de frequentie van de inzameling, per perceel, per belastingjaar € 224,18

    Het op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk afval

  • 1.4.

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1. bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof huis- houdelijk afval, per aanvraag:

  • 1.4.1.

    tot en met 1 kubieke meter € 83,--

  • 1.4.2.

    meer dan 1 kubieke meter € 83,--

    te vermeerderen met € 46,10

    voor elke volgende kubieke meter, of een gedeelte daarvan, boven de 1 m3.

Het op aanvraag omwisselen van ter beschikking gestelde inzamelmiddelen

1.5. Onverminderd het bepaalde in de onderdeel 1.1. bedraagt de belasting voor het op aanvraag omwisselen van één of meerdere containers, per keer € 19,90

De in dit onderdeel bedoelde belasting is niet verschuldigd indien de aanvraag plaatsheeft binnen één maand na de vestiging van de belastingplichtige in een door hem nieuw in gebruik genomen perceel.

 

Behoort bij raadsbesluit van 23 november 2016, nummer 16RV000065.

de griffier, de voorzitter,

Naar boven