Wijziging van de Bouwverordening Gemeente Castricum 2012

De raad van de gemeente Castricum;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 augustus 2016, nr. BW16/00389;

 

gelet op artikel 8, eerste lid, van de Woningwet;

 

gezien het advies uit de carrousel, d.d. 13 oktober 2016

besluit:

 

Vast te stellen de volgende wijziging van de Bouwverordening Gemeente Castricum 2012:

Artikel I

Artikel 2.1.5 van de Bouwverordening Gemeente Castricum 2012 komt te luiden als volgt:

Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek

  • 1.

    Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat in ieder geval uit de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1. Als op basis van het onderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of -stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707:2015 nl.

  • 2.

    De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, geldt niet als het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in de artikelen 2 of 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

  • 3.

    Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toe als voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.

  • 4.

    Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn als bedoeld in artikel 2.23 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht als uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en de bodemgesteldheid blijkt dat de locatie onverdacht is of dat de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl niet rechtvaardigen.

  • 5.

    Als het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.

Artikel II

Artikel 2.1.5 van de Bouwverordening Gemeente Castricum 2012, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op:

  • a.

    een omgevingsvergunning voor het bouwen als de aanvraag is gedaan voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit, en

  • b.

    een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen die is ingediend voor inwerkingtreding van dit besluit waar nog niet op is beslist.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Castricum in zijn vergadering van 13 oktober 2016

de griffier,

mr. V.H. Hornstra

de voorzitter,

drs. A. Mans

Naar boven