Gemeenteblad van Nissewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2016, 176691 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2016, 176691 | Verordeningen |
Gemeente Nissewaard - Parkeer- en parkeerbelastingverordening Nissewaard
De raad van de gemeente Nissewaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 november 2016;
gelet op de artikelen 149 en 225 van de Gemeentewet en op artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
gezien het advies van de commissie Leefomgeving van 23 november 2016;
besluit de volgende verordening vast te stellen:
Hoofdstuk 1 Begrippen, parkeergebieden en parkeertijden
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
De parkeerzones, aangeduid op de als bijlage I bij deze verordening behorende kaart van 02-11-2016 tek. nr. 99-60-2060 "Centrum en Gildenwijk, Reguleringsgebied belastingparkeren", zijn:
Centrum Kern; deze zone wordt begrensd door de Vierambachtenboezem (watergang), Schenkelweg (fietspad westzijde), Dr. J.M. den Uyllaan (fietspad zuidzijde), Raadhuislaan (fietspad zuidzijde, achterzijde zuidelijke bebouwing met de huisnummers 1 tot en met 85, voorzijde zuidelijke bebouwing met de huisnummers 87 tot en met 111, en fietspad zuidzijde), Marrewijklaan (fietspad westzijde, inclusief het parkeerterrein aan de zuidwestzijde), Vredehofstraat (fietspad zuidzijde), Karel Doormanstraat (voetpad oostzijde),
Centrum Zuid; deze zone wordt begrensd door de Vredehofstraat (achterzijde noordelijke bebouwing met de huisnummers 12 tot en met 16), Karel Doormanstraat (voetpad oostzijde), Vredehofstraat (fietspad zuidzijde), Marrewijklaan (fietspad westzijde, exclusief het parkeerterrein aan de zuidwestzijde), Raadhuislaan (fietspad zuidzijde en voorzijde zuidelijke bebouwing met de huisnummers 87 tot en met 111), Schepenpad, Ruwaard van Puttenweg (fietspad zuidzijde), Hekelingseweg,
Hoofdstuk 2 Parkeervergunningsoorten en parkeervoorschriften
Artikel 2.1 Bewonersvergunning
In afwijking van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders een tijdelijke vergunning verlenen aan de aanvrager die in een parkeerzone gaat wonen, mits hij zijn toekomstige woonadres aantoont door overlegging van een huurcontract voor een periode van ten minste drie maanden of een koopcontract.
De vergunninghouder mag het voertuig waarvoor vergunning is verleend tijdens de in artikel 1.3 bedoelde parkeertijden parkeren op een parkeerplaats zonder de parkeerapparatuur in werking te stellen, mits:
hij het vergunningbewijs op zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig aanbrengt dat de zijde met daarop de in het zevende lid bedoelde gegevens buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is, of, als dat niet mogelijk is, op een andere maar duidelijk lees- en zichtbare wijze aan het voertuig bevestigt.
Artikel 2.2 Bezoekersvergunning
Bij de vergunning wordt een unieke code verstrekt, die is verbonden aan de registratie van een saldo in de software van de parkeerapparatuur. Dit saldo wordt gevormd door de vermenigvuldiging van het tarief voor een parkeerkaart voor een kalenderdag met 100. Dit saldo wordt een maal per kalenderjaar in de software geregistreerd.
Het in het derde lid bedoelde saldo wordt verlaagd door de aanschaf van een parkeerkaart voor een kalenderdag of voor een aaneengesloten periode van twee uur, met het voor die kaart geldende tarief. Er kan geen parkeerkaart worden aangeschaft als daardoor het saldo negatief zou worden. Op 1 januari vervalt het resterende saldo van het voorgaande jaar.
De bezoeker van de bewoner mag zijn voertuig tijdens de in artikel 1.3 bedoelde parkeertijden parkeren op een parkeerplaats zonder de parkeerapparatuur in werking te stellen, mits:
hij deze parkeerkaart voor de aanvang van het parkeren op zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig aanbrengt dat de zijde met daarop de parkeerzone en -tijden buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is, of, als dat niet mogelijk is, op een andere maar duidelijk lees- en zichtbare wijze aan het voertuig bevestigt.
Artikel 2.3 Mantelzorgvergunning
De mantelzorger mag zijn voertuig tijdens de in artikel 1.3 bedoelde parkeertijden parkeren op een parkeerplaats zonder de parkeerapparatuur in werking te stellen, mits:
hij dit vergunningbewijs voor de aanvang van het parkeren op zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig aanbrengt dat de zijde met daarop de in het zesde lid bedoelde gegevens buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is, of, als dat niet mogelijk is, op een andere maar duidelijk lees- en zichtbare wijze aan het voertuig bevestigt.
Hoofdstuk 3 Vergunningverlening en intrekking
Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag. Zij kunnen de beslissing vier weken verdagen.
Hoofdstuk 5 Parkeerbelastingen
De houder is degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden kentekenregister als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven, tenzij:
een voor ten hoogste drie maanden aangegane huur- of leaseovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder of gebruiker van het voertuig was, in welk geval die huurder of gebruiker wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
De belasting, bedoeld in artikel 5.1, aanhef en onder a, wordt niet geheven van degene die op grond van het derde lid is aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 5.3 Maatstaf van heffing, belastingtarieven en belastingtijdvak
Artikel 5.4 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
In afwijking van het eerste lid is degene die gebruikt maakt van de diensten van een bedrijf dat het mobiel parkeren in de gemeente mogelijk maakt, belasting verschuldigd gedurende het tijdvak dat loopt van de aanvang tot aan het einde van het parkeren, tenzij bij de aangifte is gekozen om een kalenderdag te parkeren, in welk geval belasting is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor het aantal kalenderdagen vanaf de aanvang van de belastingplicht tot het einde van het belastingtijdvak. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ambtshalve ontheffing verleend voor het aantal kalenderdagen vanaf het einde van de belastingplicht tot het einde van het belastingtijdvak.
Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze. De aangifte is alleen voltooid indien de door of vanwege burgemeester en wethouders gestelde voorschriften in acht zijn genomen, en:
de uit de parkeerautomaat te verkrijgen parkeerkaart op zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig is aangebracht dat de zijde met daarop de parkeerzone en -tijden buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is, of, als dat niet mogelijk is, op een andere maar duidelijk lees- en zichtbare wijze aan het voertuig is bevestigd, of
met behulp van een elektronisch communicatiemiddel de aanvang van het parkeren, de gebiedscode die betrekking heeft op de parkeerplaats, en het kenteken van het voertuig waarmee is geparkeerd, is gemeld, volgens de voorwaarden van het bedrijf dat het mobiel parkeren in de gemeente mogelijk maakt, en de door dat bedrijf verstrekte pas, sticker of transponderkaart op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het voertuig is geplaatst, of als dat niet mogelijk is op een andere maar duidelijk lees- en zichtbare wijze aan het voertuig is aangebracht.
Artikel 5.7 Wijze van betaling bij parkeerapparatuur
De betaling van parkeerbelasting bij parkeerapparatuur kan uitsluitend plaatsvinden langs elektronische weg:
Artikel 5.9 Naheffing, tarief en kosten, betalingstermijn
Voor het opleggen van een naheffingsaanslag worden kosten in rekening gebracht. Deze kosten maken onderdeel uit van de naheffingsaanslag en worden afzonderlijk op het aanslagbiljet vermeld. Ten aanzien van hetzelfde voertuig worden per aaneengesloten periode de kosten niet vaker dan eenmaal per kalenderdag in rekening gebracht. De kosten van de naheffingsaanslag bedragen € 61,00.
Artikel 5.10 Teruggave parkeerbelasting
Indien de in artikel 2.2, zevende lid, bedoelde parkeerkaart voor een bezoeker in ongeschonden staat en uiterlijk op de dag voor de dag en datum van parkeren die op de kaart staat, wordt ingeleverd bij de afdeling Stadswinkel in het stadhuis, wordt teruggave van parkeerbelasting verleend ter hoogte van het bedrag dat op de kaart staat.
Artikel 6.1 Verhouding tot Algemene plaatselijke verordening
De toepassing van deze verordening brengt geen wijziging in de rechten en plichten op grond van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016.
Artikel 6.2 Nadere regels door burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in de hoofdstukken 2 en 3 afwijken voor zover de toepassing daarvan gelet op het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Degene die volgens de Wet basisregistratie personen ingezetene is met een woonadres aan de Westkade 51 tot en met 105, behoudt in afwijking van artikel 2.1, eerste lid, zijn recht op een bewonersvergunning indien deze vergunning voor 1 april 2012 aan hem is verleend. Dit geldt niet voor de bewoner die op of na 1 april 2012 is gaan wonen op een van deze adressen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-176691.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.