Regeling taxivervoer Gouda 

Het college van burgemeester en wethouders van Gouda;

gelezen het voorstel van 1 december 2016;

gelet op artikel 5:15 van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2009 en artikel 87, eerste lid, onderdeel c, van de Wet personenvervoer 2000;

besluit tot:

Vaststelling van de Regeling taxivervoer Gouda

Artikel 1 (begripsbepalingen)

autovrij gebied: gebied in de binnenstad van Gouda dat bestaat uit het totaal van wegen die gesloten zijn verklaard voor gemotoriseerd verkeer en wegen die deel uitmaken van het voetgangersgebied, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1 van deze regeling;

standplaats: verzamelplaats voor het aanbieden van taxivervoer op de openbare weg, zoals aangegeven op de kaarten in bijlage 2 van deze regeling;

taxibestuurder: bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt aangeboden op de

openbare weg.

Artikel 2 (gedrag op of in de omgeving van een standplaats )

• 1. Een taxibestuurder op of in de omgeving van een standplaats:

  • a. hindert andere taxibestuurders niet, dringt niet voor en haalt niet in vlak voor de standplaats;

  • b. laat zich niet discriminerend uit tegenover andere taxibestuurders en gebruikt geen scheldwoorden of bijnamen als hij andere taxibestuurders aanspreekt;

  • c. werft geen klanten noch laat klanten werven op of in de omgeving van een standplaats;

  • d. hindert een klant niet bij de keuze voor een taxi, neemt geen klant mee die de keus heeft gemaakt voor een rit met een andere taxi en treedt hierover niet in discussie met die klant of de bestuurder van die andere taxi;

  • e. parkeert zodanig op een standplaats dat andere taxibestuurders deze ook kunnen benutten en andere weggebruikers er geen hinder van ondervinden;

  • f. is , ongeacht voor welk bedrijf hij werkt, hulpvaardig tegenover andere taxibestuurders en treedt waar mogelijk de-escalerend op in bedreigende situaties;

  • g. stremt het verkeer niet en houdt zich niet hinderlijk op;

  • h. zet zijn voertuig op een standplaats op een van de daarvoor aangewezen plekken en rijdt door op de standplaats zodra daar een plek vrijkomt;

  • i. laat op of in de omgeving van een standplaats geen afval achter;

  • j. staat geen geluid van autoradio’s of andere apparatuur vanuit zijn taxi toe;

  • k. houdt zich in de directe omgeving van zijn taxi op;

  • l. laat de motor van de taxi niet onnodig stationair draaien en laat de taxi niet onbeheerd achter;

  • m. pleegt op of in de omgeving van een standplaats geen vernielingen.

• 3. Een taxibestuurder binnen het autovrije gebied:

  • a. gebruikt, tenzij het vervoer van minder validen betreft, van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag tussen 23.00 en 06.00 uur uitsluitend, en enkel dan, de standplaats Achter de Waag;

  • b. overschrijdt op de standplaats Achter de Waag niet het aantal van twaalf taxi’s;

  • c. rijdt, tenzij het vervoer van minder validen betreft, niet op de Kleiweg, Hoogstraat, Korte Tiendeweg en Zeugstraat;

  • d. maakt uitsluitend gebruik van de zakpalen op de Wijdstraat en Lem Dulstraat (Lange Groenendaal tenzij het vervoer van minder validen betreft ;

  • e. rijdt niet onnodig rondjes over de Markt of over de nabijgelegen straten.

Artikel 3 (veiligheid)

Eentaxibestuurder:

• a. draagt zorg voor een technisch veilige auto;

• b. beschikt over geldige ontheffingen, vergunningen en bewijzen om taxivervoer te verrichten;

• c. beschikt over een geldig rijbewijs en een geldige chauffeurskaart;

• d. gebruikt geen enkele vorm van fysiek geweld en uit geen bedreigingen, tenzij sprake is van overmacht;

• e. houdt zich aan de verkeersregels.

Artikel 4 (ritprijs)

Een taxibestuurder draagt er zorg voor dat:

• a. de taxameter of boordcomputer zodanig is geplaatst dat de ritprijs duidelijk zichtbaar is voor de klant;

• b. de taxameter of boordcomputer niet wordt gemanipuleerd;

• c. een bewijs van goedkeuring van de taxameter of boordcomputer in de taxi aanwezig is;

• d. de klant niet om fooi of kofferbakgeld wordt verzocht;

• e. voldoende wisselgeld aanwezig is;

• f. na een rit het ritbewijs aan de klant wordt verstrekt.

Artikel 5

Een taxibestuurder volgt de aanwijzingen van ambtenaren van politie of andere ambtenaren onverwijld op.

Artikel 6

Als personen belast met het houden van toezicht op de naleving van deze regeling zijn aangewezen ambtenaren van de gemeente, voor zover zij zijn belast met een toezichthoudende taak.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling taxivervoer Gouda.

Aldus besloten in de vergadering van 6 december 2016

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

, secretaris , burgemeester

Toelichting

1.Algemeen

De Regeling taxivervoer Gouda is opgesteld in het belang van de kwaliteit van het op de openbare weg aangeboden taxivervoer in Gouda. Hiermee wordt bedoeld personenvervoer per auto tegen betaling -niet zijnde openbaar vervoer- dat wordt aangeboden vanaf een standplaats of op straat (zie artikel 1 Wet personenvervoer 2000 en Kamerstukken II 2009/2010 32 424, nr. 3). Grondslag voor de regeling vormen de Wet personenvervoer 2000 en de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2009.

Met de kwaliteitsregels wordt beoogd de integriteit, keuzevrijheid en veiligheid van de consument te waarborgen. Ook draagt een betere kwaliteit van het taxivervoer bij aan de verkeersveiligheid, de openbare orde en het tegengaan van agressie. Met name in de weekenden zorgt het aanbod van taxivervoer in de Goudse binnenstad en rond het centraal station voor onveilige situaties, onder meer door incidenten tussen chauffeurs. Met het neerleggen van een aantal regels voor taxichauffeurs die op de openbare weg ritten aanbieden, wordt beoogd deze situatie te verbeteren en wordt een professionele en kwalitatief goede dienstverlening binnen de taxibranche bevorderd.

De regeling is ontwikkeld in samenwerking met een vertegenwoordiging van de taxibranche in Gouda. In structureel overleg dat plaatsvindt tussen de burgemeester, de wethouder verkeer en vervoer en vertegenwoordigers van de taxibranche zal de uitvoering en naleving van de regeling periodiek onderwerp van gesprek vormen. Uitgangspunt is dat alle taxibestuurders zich jegens klanten en elkaar respectvol gedragen en in de uitoefening van hun beroep professioneel optreden, als ‘goed gastheer’ van de stad Gouda.

De eisen en verplichtingen voor taxibestuurders betreffen met name het gedrag op en in de omgeving van een standplaats (artikel 2), de veiligheid (artikel 3) en de ritprijs (artikel 4). Met standplaatsen worden in de context van deze regeling bedoeld twee verzamelplaatsen voor het aanbieden van taxivervoer op de openbare weg, te weten bij het centraal station en Achter de Waag in de binnenstad. De standplaats bij het centraal station is tevens aangewezen als officiële taxistandplaats ingevolge de Wegenverkeerswet.

2.Toezicht en handhaving

Ambtenaren van de gemeente die zijn belast met een toezichthoudende taak houden toezicht op de naleving van deze regeling (artikel 6). Dit zijn in de praktijk medewerkers van de afdeling Veiligheid en Wijken, team Stadstoezicht. Ook ambtenaren van politie zullen toezicht houden: dit is al geregeld in artikel 87 van de Wet personenvervoer 2000. Daarnaast kan de politie strafrechtelijk optreden op grond van artikel 1, onder 4, van de Wet economische delicten.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij overtredingen een last onder dwangsom op te leggen of bestuursdwang uit te oefenen. Ook kan het college ontheffingen voor het rijden binnen het autovrij gebied in de binnenstad van Gouda (tijdelijk) intrekken en de bijbehorende transponder (tijdelijk) blokkeren, indien taxibestuurders zich onverhoopt niet aan de kwaliteitsregels houden. De Beleidsregels ontheffingen autovrij gebied en andere verkeersontheffingen zijn daarop aangepast.

Naast politie en de gemeente zijn uiteraard andere controlerende instanties actief. Er is diverse wet- en regelgeving van toepassing in de taxibranche en er zijn verschillende instanties bevoegd om op de naleving daarvan toezicht te houden en de regels te handhaven. De ILT staat voor veilig vervoer per taxi en ziet erop toe dat ondernemers en chauffeurs in de taxibranche de landelijke regels naleven; dit gebeurt via objectinspecties en administratieve controles.  De aanpak van illegale taxi’s (snorders) is een prioriteit binnen het taxibeleid van de overheid. Doel is de klant beschermen tegen oplichting, en taxibedrijven tegen oneerlijke concurrentie.Inspecteurs gaan langs bij taxibedrijven of houden wegcontroles. Daarbij werken ze vaak samen met onder meer de politie, arbeidsinspectie en de Belastingdienst. Houdt een taxibedrijf zich niet aan de regels dan krijgt het een waarschuwing of een boete. Bij de controles besteedt de ILT extra aandacht aan de bestrijding en opsporing van illegale taxi’s. Ambtenaren van de Belastingdienst houden toezicht op de naleving van de fiscale regelgeving en beschikken over opsporingsbevoegdheden ten aanzien van die regelgeving. Zowel vanuit het belang van de publieke taakuitoefening als van de beroepsgroep zelf, is het belangrijk dat alle bevoegde instanties met elkaar samenwerken waar dat nodig is en elkaars acties en maatregelen versterken. De gemeentelijke toezichthouders en de politie zullen dan ook samenwerken met de Inspectie Leefomgeving en Transport(ILT) en de Belastingdienst.

BIJLAGE 1 bij de Regeling taxivervoer Gouda

Autovrij gebied binnenstad Gouda

BIJLAGE 2 bij de Regeling taxivervoer Gouda

1. Standplaats Achter De Waag

2.

2. Standplaats Station Gouda