Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2016, 175887 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2016, 175887 | Verordeningen |
91ste wijziging CAR-LAR gemeente Alkmaar
91ste wijziging CAR-LAR Individueel Keuzebudget
Vanaf 1 januari 2017 treedt het Individueel Keuzebudget (IKB) in werking. De huidige cafetariaregeling komt per die datum te vervallen. Hiervoor in de plaats wordt er een LAR artikel toegevoegd waarin er enkele bestaande lokale doelen aan het IKB worden toegevoegd. Daarnaast worden er enkele CAR-LAR artikelen gewijzigd.
Vraagstelling - probleemstelling
In het cao-akkoord 2013-2015 is afgesproken om het Individueel Keuzebudget (IKB) in te voeren. In de ledenbrief van het LOGA van 24 juni 2016 is de definitieve regeling Individueel Keuzebudget vastgesteld. In de bijlage bij de brief is de definitieve regeling Individueel Keuzebudget meegestuurd. Deze regeling wordt bij de invoering van het IKB op 1 januari 2017 als paragraaf 5 onderdeel van het nieuwe beloningshoofdstuk 3.
Per 1 januari 2017 krijgt iedere medewerker de beschikking over het IKB. Het IKB is een budget in geld dat elke medewerker maandelijks kan inzetten voor door hem gekozen doelen. Met het IKB krijgen medewerkers meer keuzevrijheid over de inhoud van hun arbeidsvoorwaardenpakket. Medewerkers kunnen hierdoor keuzes maken die gerichter aansluiten bij hun werk en privésituatie. Het IKB geeft invulling aan de moderne arbeidsverhoudingen, waarin de eigen verantwoordelijkheid en zeggenschap van de medewerkers centraal staat.
Om de lokale cafetariaregeling op te nemen in de IKB regeling is er voor gekozen om een LAR artikel toe te voegen. Artikel 3:29:0:1 zal aan de CAR-LAR worden toegevoegd waardoor dezelfde cafetaria mogelijkheden blijven bestaan voor de medewerkers. Het Georganiseerd Overleg heeft in het formeel overleg van 21 november 2016 ingestemd met artikel 3:29:0:1 CAR-LAR.
In de ledenbrief van 10 november 2016 zijn er nog enkele redactionele wijzigingen op de CAR en het UWO gedeelte doorgevoerd. Deze wijzigingen worden integraal overgenomen in de CAR-LAR.
Afwegingsproces - alternatieven
Een wijziging in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling krijgt pas rechtskracht op het moment dat ze door het college is vastgesteld. Op grond van artikel 160 van de Gemeentewet is het college bevoegd om de nieuwe bepalingen in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling vast te stellen. Omdat in het LOGA volledige overeenstemming is bereikt over de wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden voor gemeenteambtenaren stellen wij voor deze wijzigingen in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling zoals opgenomen in de circulaires onverkort over te nemen.
Deze aanpassingen hebben geen directe personele gevolgen voor de gemeente Alkmaar.
Deze wijziging leidt tot een eenmalige kostenverhoging in het jaar 2016 door het vooruit halen van het vakantiegeld. In het jaar 2017 vind er namelijk een uitbetaling plaats van de reservering van het vakantiegeld van 2016, maar wordt er ook over alle maanden van 2017 vakantiegeld opgebouwd en in hetzelfde jaar uitgekeerd. Hiermee is reeds rekening gehouden in de begroting.
Het omzetten van 14,4 verlofuren per medewerker naar het IKB budget is nog niet meegenomen in de begroting. Het risico is een hogere loonsom van maximaal circa € 190.000. Deze stijging van de loonsom kan lager uitvallen als medewerkers hun 14,4 uur verlof weer terugkopen.
Publicatie van de integrale gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling op www.overheid.nl.
Aan hoofdstuk 3 wordt een nieuwe paragraaf 5 toegevoegd met de titel ‘Individueel Keuzebudget’.
Deze bron bestaat uit de financiële tegenwaarde van 14,4 uren bovenwettelijk vakantieverlof. Tot 1 januari 2017 had de ambtenaar op grond van artikel 6:2 recht op ten minste 158,4 uren vakantieverlof per kalenderjaar. Met ingang van 1 januari 2017 is de aanspraak op vakantieverlof verminderd tot 144 uren per kalenderjaar. De financiële tegenwaarde van 14,4 uren vakantieverlof is per diezelfde datum opgenomen in het IKB.
Artikel 1:2c wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 1:2c Aanstellingen op grond van de banenafspraak
In afwijking van artikel 3:3 lid 1 kan het college vaststellen dat de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij Wajonger is met arbeidsvermogen en voor wie een loonwaarde van minder dan 100% is vastgesteld, recht heeft op een door zijn loonwaarde bepaald percentage van het salaris. Is het door het loonwaarde bepaalde percentage van het salaris lager dan het wettelijk minimumloon, dan is het salaris van de ambtenaar gelijk aan het wettelijk minimumloon.
Artikel 3:19 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Bij 25 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage de helft van het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%. Bij 40 en 50 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage het maandsalaris en de toegekende salaristoelage(n) over de maand van jubileren, tezamen vermeerderd met 8%.
De toelichting op artikel 3:19 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
De ambtsjubileumgratificatie wordt berekend op basis van het geldende salaris en de toegekende salaristoelagen, tezamen vermeerderd met 8% (deze 8% betreft de vakantietoelage die per 1 januari 2017 is toegevoegd aan het IKB; hoofdstuk 3, par. 5) naar rato over de maand waarin het jubileum valt. Een ambtsjubileumgratificatie kan niet in alle gevallen onbelast worden uitgekeerd; aanbevolen wordt om dit bij de Belastingdienst na te gaan.
Artikel 3:24 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
De toelichting op artikel 3:24 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Nabestaanden van de ambtenaar die als gevolg van een ongeval in en door de dienst overlijden, krijgen deze overlijdensuitkering naast de overlijdensuitkering van artikel 3:23. De hoogte van de uitkering is één jaarsalaris vermeerderd met de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8% (deze 8% betreft de vakantietoelage die per 1 januari 2017 is toegevoegd aan het IKB; hoofdstuk 3, par. 5), waarbij de 12 kalendermaanden direct voorafgaand aan de maand van overlijden als referteperiode dient. Ziekte van de ambtenaar in die referteperiode, waarbij zijn salaris is gekort o.g.v. artikel 7:3 CAR, heeft geen invloed op de hoogte van de overlijdensuitkering. Op jaarbasis wordt gerekend met het volledige salaris. Ook bij toepassing van lid 3 gelden de 12 kalendermaanden voorafgaand aan de maand van overlijden als referteperiode.
Artikel 3:28 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald dan wordt het IKB in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en de uitbetaalde salaristoelage(n). Ontvangt de ambtenaar in een maand geen salaris dan wordt in die maand geen IKB opgebouwd.
De toelichting op artikel 3:28 wordt gewijzigd en komt te luiden:
In dit lid is geregeld wat de bronnen van het pensioengevende deel van het IKB zijn. De bronnen komen uit arbeidsvoorwaarden die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de CARUWO geregeld waren. Het IKB is opgebouwd uit:
a. de vakantietoelage, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 6:3, en b. de eindejaarsuitkering, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 3:18a, en c. de levensloopuitkering, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 6a:7 lid 1.
In dit lid zijn de niet-pensioengevende bronnen van het IKB geregeld: De financiële tegenwaarde van 14,4 uren bovenwettelijk vakantieverlof is niet pensioengevend. Tot 1 januari 2017 had de ambtenaar op grond van artikel 6:2 recht op ten minste 158,4 uren vakantieverlof per kalenderjaar. Met ingang van 1 januari 2017 is de aanspraak op vakantieverlof verminderd tot 144 uren per kalenderjaar. De financiële tegenwaarde van 14,4 uren vakantieverlof is per diezelfde datum opgenomen in het IKB.
Brandweerpersoneel dat valt onder hoofdstuk 9a heeft recht op 2,5% opbouw van de levenslooptoelage, in plaats van 1,5%. De extra 1% is niet pensioengevend en is daarom in het IKB niet een bron die pensioengevend is.
In dit lid is geregeld dat de 1,5% opbouw van het IKB, als vervanging van de levensloopuitkering, niet van toepassing is op brandweerpersoneel dat recht heeft op FLO overgangsrecht zoals omschreven in hoofdstuk 9b. De reden hiervan is dat voor medewerkers met FLO overgangsrecht aparte afspraken gelden over levensloop. Voor medewerkers als bedoeld in paragraaf 5 van hoofdstuk 9b geldt deze uitzondering niet.
Artikel 6:2 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:
De toelichting op artikel 6:2 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Een ambtenaar kan verzoeken in enig jaar maximaal 50,4 uur op jaarbasis (bij een volledig dienstverband) meer te werken dan de maximale arbeidsduur van 1836 uur voortvloeit. Voor een deeltijder geldt een naar evenredigheid aantal uren als maximum.
Toekenning van dit verzoek geeft de ambtenaar recht op een gelijk aantal extra vakantie-uren. Dit verzoek dient betrokkene in vóór 1 november (tenzij anders geregeld) in het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor het verzoek geldt. Gelet op de samenhang met paragraaf 5 en 6 van hoofdstuk 3 ligt het voor de hand dat het college bij de toewijzing van de verzoeken rekening houdt met alle mutaties van het verlof, te weten:
Artikel 6:5:4 wordt, inclusief titel, gewijzigd en komt te luiden:
De duur van de vakantie van een ambtenaar die ouderschapsverlof geniet, wordt verminderd naar evenredigheid van de omvang van het ouderschapsverlof.
De toelichting op artikel 6:5:4 wordt, inclusief titel, gewijzigd en komt te luiden:
De korting van vakantieverlof vindt gedurende het ouderschapsverlof plaats overeenkomstig de omvang en de duur van dit verlof. Geniet de ambtenaar bijvoorbeeld ouderschapsverlof gedurende zes maanden voor de helft van zijn arbeidsduur en loopt het verlof van 1 mei tot 1 november, dan heeft betrokkene tot en met april recht op volledig verlof (4/12 x verlofaanspraak op jaarbasis), van mei tot november een halve verlofopbouw (6/12 x verlofaanspraak op jaarbasis x 0,5) en in november en december weer een gehele verlofopbouw (2/12 x verlofaanspraak op jaarbasis).
In artikel 7:13:2 lid 1 worden tussen de woorden “in artikel 7:3” en “indien” de woorden “en de opbouw van het IKB, bedoeld in artikel 3:28, worden gestaakt,” toegevoegd.
Artikel 7:13:2 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
De toelichting op artikel 7:13:2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 7:13:2 Staken van de doorbetaling
Zowel artikel 7:13:2 als artikel 7:14 bevatten de sancties op overtreding van de verplichtingen als genoemd in artikel 7:10, 7:11 en 7:12, alsmede de conclusies die uit het onderzoek als bedoeld in artikel 7:12 getrokken kunnen worden. De in deze artikelen beschreven situaties kunnen tijdelijk zijn. Dit houdt in dat artikel 7:13:2 en 7:14 ook tussentijds kunnen worden toegepast. Wanneer de situatie weer hersteld is, wordt de betaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB weer gestart.
Artikel 7:13:2 ziet op de verplichtingen die aan de ambtenaar zijn opgelegd in artikel 7:10 en 7:12. Artikel 7:14 ziet op de verplichtingen die op grond van artikel 7:11 aan de ambtenaar zijn opgelegd.
Artikel 7:13:2 sanctioneert allereerst de weigering de benodigde informatie te verstrekken. De andere sancties van artikel 7:13:2 betreffen gedrag van de ambtenaar, waarbij de arbo-dienst een rol speelt in de beoordeling van dat gedrag.
De sancties op de overtredingen die genoemd zijn, zijn imperatief: de betaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB worden gestaakt wanneer bijvoorbeeld de ambtenaar nalaat zich onder geneeskundige behandeling te stellen of zich niet houdt aan voorschriften van behandelende geneeskundigen.
Als de ambtenaar geen verwijt gemaakt kan worden op grond van zijn geestelijke toestand, vindt doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB wel plaats. De gemeente moet zich voor het besluit om de salarisbetaling te staken dus vergewissen van de geestestoestand van de ambtenaar.
Artikel 7:14 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 7:14 Sanctie bij nalatigheid algemene verplichtingen
In de toelichting op artikel 7:14 worden in de eerste alinea tussen de woorden “salaristoelage(n)” en “weer opgestart.” de woorden “en de opbouw van het IKB” toegevoegd.
De toelichting op artikel 7:14 lid 3 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Als de ambtenaar, bedoeld in lid 2, geen verwijt gemaakt kan worden op grond van zijn geestelijke toestand, vindt doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB wel plaats. De gemeente moet zich voor het besluit om de betaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en de opbouw van het IKB te staken dus vergewissen van de geestestoestand van de ambtenaar.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-175887.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.