APV Nuth 2016 (oud)
|
Wijzigingsvoorstellen model-APV n.a.v. ledenbrieven VNG
|
APV Nuth 2016 (nieuw)
|
Artikel 1:3
- 1.
Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen.
- 2.
Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag voor een vergunning als bedoeld in art. 2:25 APV niet te behandelen indien deze minder dan 26 weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft wordt ingediend.
|
Artikel 1:3
Artikel komt te vervallen
|
Artikel 1:3
[vervallen]
|
Artikel 2:10 lid 5
- 5.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
Artikel 2:10 lid 5
- 5.
In afwijking van het vierde lid kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
Artikel 2:10 lid 5
- 5.
In afwijking van het vierde lid kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
Artikel 2:12 lid 1
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van het college een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.
|
Artikel 2:12 lid 1
- 1.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het college een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.
|
Artikel 2:12 lid 1
- 1.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het college een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.
|
Artikel 2:25 lid 2 sub e
- 2.
Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object.
|
Artikel 2:25 lid 2 sub e
- 2.
Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object.
|
Artikel 2:25 lid 2 sub e
- 2.
Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object.
Artikel 2:25 lid 2 sub e blijft ongewijzigd
|
Artikel 2:28 lid 3
- 3.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
|
Artikel 2:28 lid 3
- 3.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
|
Artikel 2:28 lid 3
- 3.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
|
Artikel 2:38
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
|
Artikel 2:38
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
|
Artikel 2:38
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Het woord “betrekking” is vervallen
|