Wijziging marktreglement Groningen

Het College van Burgemeester en Wethouders van Gemeente Groningen

 

Gelet op artikel 160, eerste lid, sub h, Gemeentewet en de Marktverordening

HEEFT BESLOTEN:

 

Vast te stellen de volgende wijziging van het Marktreglement Groningen 2010.

Artikel I Wijzigingen Marktreglement Groningen 2010

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 7 Aanvraag vergunning

1. Voor de toewijzing van een vaste standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die:

  • a.

    Daarbij aantoont dat hij persoonlijk, dan wel de rechtspersoon bij wie hij in loondienst is of waar hij deel van uitmaakt, staat ingeschreven in het Handelsregister als ambulante handelaar;

  • b.

    Een kopie van een geldig identiteitsbewijs en een recente pasfoto van de aanvrager overlegt;

  • c.

    Een omschrijving met foto geeft van de verkoopinrichting die de aanvrager wil gebruiken;

  • d.

    Voor zover in de verkoopinrichting wordt gebakken of gebraden een keuringsrapport van een erkende keuringsinstantie overlegt ten bewijze dat de jaarlijkse keuring heeft plaats gehad.

2. Bij toewijzing van een standplaats dient de vergunninghouder persoonlijk, of de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is bij voortduring ingeschreven te staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Artikel 7 Aanvraag vergunning

1. Voor de toewijzing van een vaste of tijdelijke standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die:

  • a.

    Daarbij aantoont dat hij persoonlijk, dan wel de rechtspersoon bij wie hij in loondienst is of waar hij deel van uitmaakt, staat ingeschreven in het Handelsregister als ambulante handelaar;

  • b.

    een kopie van een geldig identiteitsbewijs en een recente pasfoto van de aanvrager overlegt;

  • c.

    Een omschrijving met foto geeft van de verkoopinrichting die de aanvrager wil gebruiken;

  • d.

    Voor zover in de verkoopinrichting wordt gebakken of gebraden een keuringsrapport van een erkende keuringsinstantie overlegt ten bewijze dat de jaarlijkse keuring heeft plaats gehad.

2. Bij toewijzing van een standplaats dient de vergunninghouder persoonlijk, of de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is bij voortduring ingeschreven te staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Artikel 9 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

1. In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, blijvende arbeidsongeschiktheid van 50% of meer, beëindiging van bedrijfsactiviteiten van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de echtgeno(o)t(e), de partner van de vergunninghouder, een kind van de vergunninghouder, een medevennoot, een werknemer.

2. Een verzoek tot overschrijving kan, met uitzondering van het geval van overlijden, door een medevennoot of een werknemer van de vergunninghouder worden gedaan indien aan het college kan worden aangetoond dat de medevennoot gedurende een jaar mede-eigenaar van het bedrijf van de vergunninghouder is geweest, en in het geval van de werknemer dat deze gedurende een jaar in loondienst van de vergunninghouder is geweest.

3. De anciënniteit van de vergunninghouder gaat niet mee op de opvolger.

Artikel 9 Overschrijving vaste of tijdelijke standplaatsvergunning

1. In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, blijvende arbeidsongeschiktheid van 50% of meer, beëindiging van bedrijfsactiviteiten van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste of tijdelijke plaats worden overgeschreven op de echtgeno(o)t(e), de partner van de vergunninghouder, een kind van de vergunninghouder, een medevennoot, een werknemer.

2. Een verzoek tot overschrijving kan, met uitzondering van het geval van overlijden, door een medevennoot of een werknemer van de vergunninghouder worden gedaan indien aan het college kan worden aangetoond dat de medevennoot gedurende een jaar mede-eigenaar van het bedrijf van de vergunninghouder is geweest, en in het geval van de werknemer dat deze gedurende een jaar in loondienst van de vergunninghouder is geweest.

3. De anciënniteit van de vergunninghouder gaat niet mee op de opvolger.

Artikel 10 Toewijzen van standplaatsen

1. Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.

2. Een vrijgekomen standplaats kan als dagplaats worden toegewezen totdat de plaats weer als vaste standplaats wordt toegewezen.

3. Bij een toewijzing van de beschikbare vaste standplaats is bepalend wie de grootste bijdrage levert aan de verbetering en/of het behoud van de kwaliteit van de markt.

4. Voor de toewijzing wordt door het college een adviescommissie ingesteld.

5. Voor de toewijzing van een vaste standplaats komen achtereenvolgens in aanmerking:

  • a.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die een aanvraag heeft ingediend voor een andere standplaats. De toewijzing geschiedt in volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder en met inachtneming van de branche-indeling voor de betreffende markt;

  • b.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die uitbreiding wenst van zijn standplaats, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, tweede lid van dit reglement, voor zover hij binnen het maximum van de branche-indeling blijft en de uitbreiding alleen rechts of links aansluit op de toegewezen standplaats.

6. Indien op grond van het derde lid een beschikbare standplaats niet kan worden toegewezen, worden gegadigden geworven, waarbij voorrang zal worden verleend aan een gegadigde van een niet op de markt vertegenwoordigd product of artikel.

Artikel 10 Toewijzen van standplaatsen

1. Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, tijdelijke standplaats, dagplaats of standwerkersplaats.

2. Een vrijgekomen standplaats kan als dagplaats worden toegewezen totdat de plaats weer als vaste standplaats of tijdelijke standplaats wordt toegewezen.

3. Bij een toewijzing van de beschikbare vaste standplaats of tijdelijke standplaats is bepalend wie de grootste bijdrage levert aan de verbetering en/of het behoud van de kwaliteit van de markt.

4. Voor de toewijzing wordt door het college een adviescommissie ingesteld.

5. Voor de toewijzing van een standplaats komen achtereenvolgens in aanmerking:

  • a.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die een aanvraag heeft ingediend voor een andere standplaats. De toewijzing geschiedt in volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder en met inachtneming van de branche-indeling voor de betreffende markt;

  • b.

    De vergunninghouder van een vaste of tijdelijke standplaats die uitbreiding wenst van zijn standplaats, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, tweede lid van dit reglement, voor zover hij binnen het maximum van de branche-indeling blijft en de uitbreiding alleen rechts of links aansluit op de toegewezen standplaats.

6. Indien op grond van het derde lid een beschikbare standplaats niet kan worden toegewezen, worden gegadigden geworven, waarbij voorrang zal worden verleend aan een gegadigde van een niet op de markt vertegenwoordigd product of artikel.

Artikel 15 Regelmatig innemen van standplaats

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats is verplicht gedurende elf maal per dertien weken persoonlijk de aangewezen standplaats gedurende de vastgestelde markttijden in te nemen.

2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor de vergunninghouder van een seizoensplaats.

Artikel 15 Regelmatig innemen van standplaats

1. De vergunninghouder van een vaste of tijdelijke standplaats is verplicht gedurende elf maal per dertien weken persoonlijk de aangewezen standplaats gedurende de vastgestelde markttijden in te nemen.

2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor de vergunninghouder van een seizoensplaats.

Artikel 16 Vaste vervanger

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 15 kan het college de vergunninghouder van een vaste standplaats op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek toestemming verlenen om een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die niet in het bezit is van een vaste standplaatsvergunning voor een van de warenmarkten in Groningen, aan te wijzen als bedrijfsleider, die hem bij de uitoefening van de markthandel bij voortduring bijstaat dan wel, bij afwezigheid van de vergunninghouder, voor rekening en risico van de vergunninghouder diens marktverplichtingen nakomt. Per vergunninghouder kunnen maximaal twee personen als vaste vervanger worden aangewezen.

2. De in het eerste lid bedoelde natuurlijk persoon kan zijn de echtgeno(o)t(e), partner, kind, medevennoot of een werknemer.

Artikel 16 Vaste vervanger

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 15 kan het college de vergunninghouder van een vaste of tijdelijke standplaats op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek toestemming verlenen om een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die niet in het bezit is van een vaste of tijdelijke standplaatsvergunning voor een van de warenmarkten in Groningen, aan te wijzen als bedrijfsleider, die hem bij de uitoefening van de markthandel bij voortduring bijstaat dan wel, bij afwezigheid van de vergunninghouder, voor rekening en risico van de vergunninghouder diens marktverplichtingen nakomt. Per vergunninghouder kunnen maximaal twee personen als vaste vervanger worden aangewezen.

2. De in het eerste lid bedoelde natuurlijk persoon kan zijn de echtgeno(o)t(e), partner, kind, medevennoot of een werknemer.

Artikel 17. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

1. Het is verboden voor de vergunninghouder op het marktterrein eerder dan drie uur voor de aanvang en later dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan- of af te voeren.

2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de warenmarkt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 17. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

1. Het is verboden voor de vergunninghouder op het marktterrein eerder dan drie uur voor de aanvang en later dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan- of af te voeren.

2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

3. Indien de vergunninghouder zijn vaste of tijdelijke standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de warenmarkt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 18. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk of via elektronische weg mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 18. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

1. De vergunninghouder van een vaste of tijdelijke standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk of via elektronische weg mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 20 Verzorging, schoonhouden en oplevering standplaats

1. De vergunninghouder draagt zorg voor een nette uitstraling van zijn standplaats.

2. De vergunninghouder kan bij het innemen van zijn standplaats gebruik maken van een kraam dan wel verkoopinrichting. Het is de vergunninghouder toegestaan om sta- en/of zitmeubilair te plaatsen. Aan het plaatsen van sta- en/of zitmeubilair zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • 1.

    het meubilair wordt geplaatst binnen de vergunde m2.;

  • 2.

    de kraam blijft bereikbaar voor de bezoekers van de warenmarkt;

  • 3.

    het geplaatste meubilair moet passen bij de uitstraling van de kraam en is niet voorzien van armoedig materiaalgebruik. De Marktadviescommissie adviseert hierover;

  • 4.

    het aantal geplaatste stukken blijft binnen het vastgestelde maximum voor een desbetreffende kraam.

3. Bij de bepaling van de in het vorige lid onder 4 genoemd maximum wordt onderscheid gemaakt in de grootte van de kraam.

  • 1.

    breedte kraam gelijk aan of minder dan 10 meter: 2 statafels en/of 2 bankjes (van max. 1.50 meter) of 4 stoelen/krukjes;

  • 2.

    breedte kraam langer dan 10 meter: 4 statafels en/of 3 bankjes (van max. 1.50 meter) of 6 stoelen/krukjes.

4. Het plaatsen van het meubilair is uitsluitend toegestaan bij marktkramen waar ter plaatse te consumeren producten worden verkocht.

5. Als er op een standplaats lekwater vrijkomt, is de vergunninghouder verplicht hiervoor zodanige wijze van opvang te realiseren dat hierdoor geen hinder of overlast voor andere gebruikers of bezoekers van de warenmarkt ontstaat.

6. De vergunninghouder dient het afval tijdens de markt op een ordentelijke manier op te slaan binnen de hem aangewezen standplaats.

7. De vergunninghouder levert de standplaats bij het verlaten van het marktterrein schoon op.

Artikel 20 Verzorging, schoonhouden en oplevering standplaats

1. De vergunninghouder draagt zorg voor een nette uitstraling van zijn standplaats.

2. De vergunninghouder kan bij het innemen van zijn standplaats gebruik maken van een kraam dan wel verkoopinrichting. Het is de vergunninghouder toegestaan om sta- en/of zitmeubilair te plaatsen. Aan het plaatsen van sta- en/of zitmeubilair zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • 1.

    het meubilair wordt geplaatst binnen de vergunde m2.;

  • 2.

    de kraam blijft bereikbaar voor de bezoekers van de warenmarkt;

  • 3.

    het geplaatste meubilair moet passen bij de uitstraling van de kraam en is niet voorzien van armoedig materiaalgebruik. De Marktadviescommissie adviseert hierover;

  • 4.

    het aantal geplaatste stukken blijft binnen het vastgestelde maximum voor een desbetreffende kraam

3. Het plaatsen van het meubilair is uitsluitend toegestaan bij marktkramen waar ter plaatse te consumeren producten worden verkocht.

4. Als er op een standplaats lekwater vrijkomt, is de vergunninghouder verplicht hiervoor zodanige wijze van opvang te realiseren dat hierdoor geen hinder of overlast voor andere gebruikers of bezoekers van de warenmarkt ontstaat.

5. De vergunninghouder dient het afval tijdens de markt op een ordentelijke manier op te slaan binnen de hem aangewezen standplaats.

6. De vergunninghouder levert de standplaats bij het verlaten van het marktterrein schoon op.

Artikel II Toelichting Marktreglement

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 9 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

Mede in verband met de toenemende vergrijzing van het aantal kooplieden op de markt en de wens de continuïteit van de markt op enig manier te waarborgen is een verruiming van de mogelijkheid tot overschrijving van de vergunning opgenomen. Voor een medevennoot of werknemer is nog een drempel ingebouwd om te voorkomen dat te makkelijk een handel in standplaatsen ontstaat. Het begrip loondienst omvat niet een zogenaamd nulurendienstverband. De werknemer dient op de betreffende marktdag minimaal voor de markturen het minimumloon te hebben ontvangen.

Artikel 9 Overschrijving vaste of tijdelijke standplaatsvergunning

Mede in verband met de toenemende vergrijzing van het aantal kooplieden op de markt en de wens de continuïteit van de markt op enig manier te waarborgen is een verruiming van de mogelijkheid tot overschrijving van de vergunning opgenomen. Voor een medevennoot of werknemer is nog een drempel ingebouwd om te voorkomen dat te makkelijk een handel in standplaatsen ontstaat. Het begrip loondienst omvat niet een zogenaamd nulurendienstverband. De werknemer dient op de betreffende marktdag minimaal voor de markturen het minimumloon te hebben ontvangen

Artikel 10 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

In artikel 10 van het Marktreglement is de volgorde van toewijzing van vaste marktstandplaatsen vastgelegd. Voor toewijzing van een opengevallen vaste standplaats komt als eerste in aanmerking degene aan wie een verzoek tot overschrijving van een vaste standplaatsvergunning conform artikel 9 is gehonoreerd. Bij de toewijzing wordt rekening gehouden met de door het college vastgestelde brancheverdeling. Ongeacht de aangegeven volgorde blijft- bij elke aanvraag- de bijdrage die aan de verbetering en/of het behoud van de kwaliteit van de markt wordt geleverd bepalend.

De toewijzing van standplaatsen geschiedt door een adviescommissie, bestaande uit twee leden van de CVAH en twee door het college aan te wijzen leden. Door ook een omschrijving met foto van de verkoopinrichting in de vergunning op te nemen wordt verduidelijkt, dat de bij de aanvraag gepresenteerde (en beoordeelde) verkoopinrichting onderdeel van de vergunning is. Dit betekent dat een vergunninghouder bij –wezenlijke- wijziging van de gepresenteerde verkoopinrichting een aanvraag tot wijziging van de vergunning moet indienen. De Marktadviescommissie brengt hier een advies over uit.

Artikel 10 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

In artikel 10 van het Marktreglement is de volgorde van toewijzing van vaste en tijdelijke marktstandplaatsen vastgelegd. Voortoewijzing van een opengevallen vaste of tijdelijke standplaats komt als eerste in aanmerking degene aan wie een verzoek tot overschrijving van een vaste of tijdelijke standplaatsvergunning conform artikel 9 is gehonoreerd. Bij de toewijzing wordt rekening gehouden met de door het college vastgestelde brancheverdeling. Ongeacht de aangegeven volgorde blijft- bij elke aanvraag- de bijdrage die aan de verbetering en/of het behoud van de kwaliteit van de markt wordt geleverd bepalend.

De toewijzing van standplaatsen geschiedt door een adviescommissie, bestaande uit twee leden van de CVAH en twee door het college aan te wijzen leden. Door ook een omschrijving met foto van de verkoopinrichting in de vergunning op te nemen wordt verduidelijkt, dat de bij de aanvraag gepresenteerde (en beoordeelde) verkoopinrichting onderdeel van de vergunning is. Dit betekent dat een vergunninghouder bij –wezenlijke- wijziging van de gepresenteerde verkoopinrichting een aanvraag tot wijziging van de vergunning moet indienen. De Marktadviescommissie brengt hier een advies over uit.

Artikel 11 Toewijzing dagplaats

Als de vergunde standplaatsen of standwerkerplaatsen niet zijn ingenomen kunnen deze als dagplaats ingenomen worden. De in het eerste lid vereiste vergunning wordt in afwijking van artikel 7 op basis van een mondelinge aanvraag verleend. Het verdient aanbeveling de marktmeester een (standaard voorbedrukte) schriftelijke vergunning te laten afgeven. Uiteraard wordt bij het toewijzen van dagplaatsen rekening gehouden met de brancheverdeling.

De bijdrage aan de kwaliteit van de warenmarkt is een voorwaarde om in aanmerking te kunnen komen voor een dagplaats. Hierbij gaat het om de kwaliteit van de verkoopinrichting, warenpresentatie en klantvriendelijkheid (criterium bij herhaalde aanvragen).

Artikel 11 Toewijzing dagplaats

Als de vergunde standplaatsen of standwerkerplaatsen niet zijn ingenomen of als er niet vergunde standplaatsen zijn kunnen deze als dagplaats ingenomen worden. De in het eerste lid vereiste vergunning wordt in afwijking van artikel 7 op basis van een mondelinge aanvraag verleend. Het verdient aanbeveling de marktmeester een (standaard voorbedrukte) schriftelijke vergunning te laten afgeven. Uiteraard wordt bij het toewijzen van dagplaatsen rekening gehouden met de brancheverdeling.

De bijdrage aan de kwaliteit van de warenmarkt is een voorwaarde om in aanmerking te kunnen komen voor een dagplaats. Hierbij gaat het om de kwaliteit van de verkoopinrichting, warenpresentatie en klantvriendelijkheid (criterium bij herhaalde aanvragen).

Artikel 15 Aantal keren innemen vaste standplaats

Om te voorkomen dat het innemen van een standplaats een vrijblijvende aangelegenheid is, wordt in dit artikel het aantal keren bepaald dat een standplaats ingenomen moet worden.

Artikel 15 Aantal keren innemen vaste of tijdelijke standplaats

Om te voorkomen dat het innemen van een standplaats een vrijblijvende aangelegenheid is, wordt in dit artikel het aantal keren bepaald dat een standplaats ingenomen moet worden.

Artikel III Inrichting van de markt

  • a.

    Het standplaatsenplan van de Grote Markt behorend bij het Marktreglement Groningen 2010 wordt ingetrokken en conform de bijlage opnieuw vastgesteld.

  • b.

    Het standplaatsenplan van de Vismarkt voor de zondagsmarkt wordt vastgesteld.

Artikel IV Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Aldus besloten in de collegevergadering van 15 november 2016.

de burgemeester,

Peter den Oudsten

de secretaris,

Peter Teesink

Bijlage

Toelichting

Met deze wijziging wordt het Marktreglement Groningen 2010 inclusief standplaatsenplannen Grote Markt en Vismarkt geactualiseerd en gewijzigd. Het standplaatsenplan voor de Grote Markt wordt voor de dinsdag, donderdag, vrijdag en zaterdag gewijzigd. Het begrip ‘tijdelijke standplaats’ wordt toegevoegd aan het Marktreglement. Hiermee wordt beoogd om, wanneer er sprake is van een dwingende reden van algemeen belang, de mogelijkheid te hebben om een vergunning voor bepaalde tijd, dus tijdelijk te verstrekken aan de marktondernemers. Aanleiding voor deze wijziging zijn de ruimtelijke ontwikkelingen in de binnenstad van de gemeente Groningen en de ontwikkeling van het Masterplan warenmarkt. Om die reden is het wenselijk om tijdelijk marktstandplaatsen te vergunnen. Voor wat betreft de voorwaarden die zijn verbonden aan het gebruik van sta- en/of zitmeubilair is het aantal eenheden per kraam niet meer van toepassing. De overige voorwaarden zijn voldoende om de kwaliteit van de kraam inclusief sta- en/of zitmeubilair te waarborgen. Daarnaast wordt in de toelichting op het Marktreglement het begrip ‘dagplaatsen’ aangepast aan de huidige werkwijze.

 

Aldus besloten in de collegevergadering van 15 november 2016.

de burgemeester,

Peter den Oudsten

de secretaris,

Peter Teesink

Naar boven