Verordening tot wijziging van de Verordening reinigingsheffingen maart 2016 tot en met februari 2017 (eerste wijziging)

 

De raad van de gemeente Schijndel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2016;

gelet op artikel 229, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

 

Besluit

vast te stellen de volgende:

“Verordening tot wijziging van de Verordening reinigingsheffingen maart 2016 tot en met februari 2017 (eerste wijziging)”.

Artikel I

In artikel 5 wordt het eerste lid vervangen als volgt:

 

  • 1.

    De belasting bedraagt per locatie per maand € 10,10.

     

Artikel II

In artikel 5 worden in het derde lid de onderdelen a, c, d, en f vervangen als volgt:

  • 3a.

    Voor een locatie waarvoor bij aanvang van het belastingtijdvak op grond van artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt of gedurende het tijdvak deze verplichting ontstaat en waarvoor niet eerder aan dezelfde belastingplichtige reeds kosteloos een milieupas is verstrekt, wordt éénmalig kosteloos een milieupas verstrekt.

  • c.

    Voor een locatie waarvoor reeds een milieupas is verstrekt maar deze niet meer aanwezig of beschadigd is en waarbij geen sprake is van een nieuwe belastingplichtige, bedraagt de belasting voor de verstrekking van een nieuwe milieupas: € 23,04.

  • d.

    Voor een locatie waarvoor bij aanvang van het belastingtijdvak op grond van artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afvalstoffen geldt of gedurende het tijdvak deze verplichting ontstaat waarbij gebruik kan worden gemaakt van ondergrondse containers en waarvoor niet eerder reeds aan dezelfde belastingplichtige kosteloos een toegangspas voor ondergrondse containers is verstrekt, wordt éénmalig kosteloos een toegangspas verstrekt.

  • f.

    Voor een locatie waarvoor gebruik kan worden gemaakt van ondergrondse containers en waarvoor reeds een toegangspas is verstrekt maar deze niet meer aanwezig of beschadigd is en waarbij geen sprake is van een nieuwe belastingplichtige, bedraagt de belasting voor de verstrekking van een nieuwe toegangspas: € 25,82.

 

Artikel III

In artikel 5 worden in het vierde lid de onderdelen a, b, e en f vervangen als volgt:

  • 4.

    a. Aan degene die bij aanvang van het belastingtijdvak belastingplichtig is wordt kosteloos 12 knippen toegekend.

    • b.

      Aan degene die na aanvang van het belastingtijdvak belastingplichtig wordt, wordt kosteloos per volle maand die in het belastingtijdvak nog resteert, 1 knip verstrekt.

    • e.

      De knippen die voor het belastingtijdvak zijn toegekend, zijn gedurende het belastingtijdvak geldig voor het ophalen aan huis van grove huishoudelijke afvalstoffen, elektrische of elektronische apparaten en snoeihout en het aanbieden van grove huishoudelijke afvalstoffen en overig afval op de milieustraat.

    • f.

      Aan het einde van het belastingtijdvak of indien eerder, bij tussentijdse beëindiging van de belastingplicht of bij intrekking van deze verordening, vindt geen restitutie plaats van de resterende knippen.

  •  

Artikel IV

In artikel 5 worden het zesde en zevende lid toegevoegd als volgt:

  • 6.

    De belasting bedraagt voor het omwisselen van containers of het (in)leveren van extra containers:

    • a.

      Indien de omwisseling of (in)levering plaats vindt op de gemeentewerf € 6,98, verhoogd met € 18,24 per omgewisselde of extra container;

    • b.

      Indien de omwisseling of (in)levering plaats vindt aan huis € 39,21, verhoogd met € 18,24 per omgewisselde of extra container.

  • 7.

    De belasting bedraagt voor het verstrekken van een nieuwe container indien de vorige container door eigen toedoen of door toedoen van derden beschadigd is of indien de vorige container is ontvreemd buiten de op grond van artikel 11, eerste lid van de “Afvalstoffenverordening 2011 gemeente Schijndel” bepaalde tijden,

    • a.

      Indien de verstrekking plaats vindt op de gemeentewerf: € 6,98, verhoogd met € 18,24 per container;

    • b.

      Indien de verstrekking plaats vindt aan huis: € 39,21, verhoogd met € 18,24 per container;

    • c.

      Onverminderd het voorgaande in de onderdelen a en b worden de berekende bedragen verhoogd met:

      1) voor de levering van een container met een inhoud van 40 liter € 28,80;

      2) voor de levering van een container met een inhoud van 80 liter € 33,20;

      3) voor de levering van een container met een inhoud van 140 liter € 35,50;

      4) voor de levering van een container met een inhoud van 240 liter € 39,69.

 

Artikel V

Artikel 6 wordt vervangen als volgt:

 

Artikel 6

  • 1.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel c en f, vijfde, zesde en zevende lid, wordt geheven door middel van een kennisgeving waaronder wordt begrepen een schriftuur, mondelinge of elektronische mededeling.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in artikel 5 eerste en tweede lid wordt geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per grondslag van de heffing een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel VI

Artikel 7 wordt vervangen als volgt:

 

Artikel 7

  • 1.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in artikel 5 eeste en tweede lid moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, betaald worden in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,00 doch minder is dan € 3.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslag biljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 100,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moet de afvalstoffenheffing als bedoeld in artikel 5 vijfde lid onderdeel I tot en met IV, worden betaald op het moment dat de dienst wordt verleend.

  • 5.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moet de afvalstoffenheffing als bedoeld in artikel 5 derde lid onderdeel c en f, zesde en zevende lid, worden betaald in één termijn welke vervalt 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 6.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel VII

In artikel 10 wordt het eerste lid vervangen als volgt:

 

  • 1.

    Het recht voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid bedraagt per maand € 28,01 per bedrijfspand of zelfstandig gebruikt gedeelte daarvan.

Artikel VIII

Artikel 12 wordt vervangen als volgt:

 

Artikel 12

  • 1.

    Het belastingtijdvak 2016 is gelijk aan de periode van 1 maart 2016 tot en met 31 december 2016.

  • 2.

    Het belastingtijdvak 2017 is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel IX

In artikel 13 wordt het tweede lid vervangen als volgt:

 

  • 2.

    Indien de belastingplicht aanvangt na aanvang van het belastingtijdvak zijn de heffingen als bedoeld in artikel 5 eerste en tweede lid en de rechten als bedoeld in artikel 10 eerste lid, vanaf de eerst volgende kalendermaand na aanvang van de belastingplicht verschuldigd

.

Artikel X

Overgangsrecht

De “Verordening reinigingsheffingen maart 2016 tot en met februari 2017”, vastgesteld bij raadbesluit van 28 januari 2016 wordt gewijzigd met ingang van de datum van wijziging, genoemd in het tweede lid van artikel XI, met dien verstande dat de gewijzigde bepalingen van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór die datum.

Artikel XI

Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van deze wijziging is 31 december 2016.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Wijzigingsverordening reinigingsheffingen maart 2016 tot en met februari 2017 (eerste wijziging)".

     

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 10 oktober 2016,

 

De griffier,

F.G.T.W. van Kessel–van Erp

De voorzitter,

J.Eugster - van Bergeijk

Naar boven