Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Aalsmeer

Z-2016/052911

Het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer,

gelet op artikel 2.1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

besluit vast te stellen de Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Aalsmeer.

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer;

  • b.

    wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • c.

    stabilisatietraject: traject waarbij inkomsten en uitgaven van de klant in evenwicht worden gebracht en gewerkt wordt aan een gedragsverandering van de klant;

  • d.

    minnelijk traject: schuldhulpverleningstraject waarin wordt geprobeerd schulden buiten de rechter om te schikken;

  • e.

    wettelijk traject: schuldhulpverleningstraject op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen;

  • f.

    bijstandsnorm: op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de Participatiewet.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening.

Alle inwoners van de gemeente Aalsmeer van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanvraag schuldhulpverlening.

  • 1.

    Het college neemt alleen aanvragen in behandeling die gedaan zijn op het door het college beschikbaar gestelde formulier en voorzien zijn van de gevraagde bijlagen.

  • 2.

    Het college verleent op aanvraag aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht.

  • 3.

    De aanvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten zoals neergelegd in het door de gemeenteraad vastgestelde beleidsplan schuldhulpverlening.

Artikel 4. Afwijzings- en beëindigingsgronden.

  • 1.

    Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, wordt de schuldhulpverlening afgewezen of beëindigd indien:

    • a.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

    • c.

      op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • d.

      betrokkene zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, zeer ernstig misdraagt;

    • e.

      de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • f.

      de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, niet (langer) passend is;

    • g.

      de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht; of

    • h.

      verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt, zoals bedoeld in artikel 6 en 7 van de wet.

  • 2.

    Niet in aanmerking voor een schuldhulpverleningstraject komen verzoekers:

    • a.

      met schulden die ontstaan zijn door fraude, als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de wet;

    • b.

      met ‘niet regelbare’ schulden, vorderingen die niet in een regeling van schulden kunnen worden ingebracht; of

    • c.

      waarbij niet binnen zes maanden een schuldhulpverleningstraject opgezet kan worden.

Artikel 5. Recidive – hernieuwde aanvraag.

  • 1.

    Een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen indien, minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend, verzoeker niet succesvol een stabilisatietraject heeft doorlopen.

  • 2.

    Een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen indien, minder dan 3 jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend:

    • a.

      een minnelijk of wettelijk traject tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd; of

    • b.

      schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 4, eerste lid van deze beleidsregels.

  • 3.

    Een aanvraag schuldhulpverlening wordt afgewezen indien, minder dan 10 jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend, door verzoeker een wettelijk traject is doorlopen of tussentijds is beëindigd.

  • 4.

    Onverminderd het gestelde in het eerste tot en met derde lid heeft verzoeker recht op informatie, advies of doorverwijzing.

Artikel 6. Zelfstandigen.

  • 1.

    Het college verstrekt aan zelfstandigen met schulden in ieder geval informatie, advies of doorverwijzing.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een schuldhulpverleningstraject bij de gemeente moet de zelfstandige het bedrijf beëindigen middels een uitschrijving uit het register van de Kamer van Koophandel.

  • 3.

    Voor een traject schuldhulpverlening wordt de zelfstandige altijd doorverwezen naar een gespecialiseerd schuldhulpverleningsbureau.

  • 4.

    Voor een zelfstandige met een inkomen boven 150% van de bijstandsnorm, komen de kosten van een traject als bedoeld in het derde lid voor eigen rekening.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden.

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    Deze beleidsregels treden na publicatie in werking en kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Aalsmeer”.

  • 2.

    Op het tijdstip genoemd in het eerste lid wordt de “Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Aalsmeer”, zoals vastgesteld bij collegebesluit van 23 december 2014, ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 november 2016.

De secretaris,

F.L. Romkema

De voorzitter,

J.J. Nobel

Naar boven