Gemeente Nijkerk - Wijzigingsverordening belastingen en tarieven, november 2016

Raadsbesluit nummer 2016-048-B

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 4 oktober 2016;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Wijzigingsverordening belastingen en tarieven, november 2016

Artikel I - Wijziging van de Verordening afvalstoffenheffing

De Verordening afvalstoffenheffing wordt als volgt gewijzigd.

De ‘Tarieventabel bij de Verordening afvalstoffenheffing, tarieven per 1-1-2016’ wordt vervangen door onderstaande tabel.

   

Tarieventabel bij de Verordening afvalstoffenheffing, tarieven per 1-1-2017

Hoofdstuk 1

Afvalstoffenheffing, vast bedrag

 

1.1

Het vaste bedrag van de belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 125,16

 

 

 

Hoofdstuk 2

Afvalstoffenheffing, gedifferentieerde tarieven

 

2.1

De belasting bedraagt per lediging van:

 

2.1.1

een container van 240 liter voor restafval

€ 6,16

2.1.2

een container van 140 liter voor restafval

€ 3,00

 

 

 

2.2

De belasting bedraagt voor het gebruik van een ondergrondse afvalcontainer, per keer

€ 1,28

 

 

 

2.3

De belasting bedraagt voor het ter beschikking stellen van afvalzakken met een inhoud van:

 

2.3.1

60 liter voor restafval, per stuk

€ 1,27

 

 

 

2.4

De belasting bedraagt per lediging van een container voor restafval met een inhoud van:

 

2.4.1

800 liter

€ 17,12

2.4.2

1.100 liter

€ 23,55

2.4.3

1.300 liter

€ 27,83

 

 

 

2.5

De belasting bedraagt voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

 

2.5.1

per aanvraag, tot een maximum van 2 kubieke meter

€ 29,66

 

vermeerderd met per kubieke meter of gedeelte daarvan

€ 17,52

2.5.2

bij aanbieding in een big bag, tot een maximum van 2 stuks, per stuk

€ 29,66

 

 

 

2.6

De belasting bedraagt voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor:

 

2.6.1

grond en zoden, per 10 kilo

€ 0,21

2.6.2

gasflessen, per stuk

€ 15,99

2.6.3

hout, per 10 kilo

€ 1,16

2.6.4

asbest, per 10 kilo

€ 2,03

2.6.5

puin, per 10 kilo

€ 0,23

2.6.6

autobanden met velg, per stuk

€ 2,03

2.6.7

brandbaar restafval, per 10 kilo

€ 2,03

2.6.8

stortbaar restafval, per 10 kilo

€ 2,03

2.6.9

ongesorteerd afval, per 10 kilo

€ 2,03

 

 

 

2.7

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag omwisselen van een container, per keer:

€ 31,28

2.7a

Voor het omwisselen van een 240 liter- naar een 140 liter- restafvalcontainer worden geen kosten in rekening gebracht.

 

 

 

 

2.8

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag plaatsen van een slot op een container:

€ 31,28

 

Artikel II Wijziging van de Verordening forensenbelasting 2014

De Verordening forensenbelasting 2014 wordt als volgt gewijzigd.

De tekst van artikel 4 wordt vervangen door:

De belasting bedraagt per woning € 221,00.

 

Artikel III Wijziging van de Verordening haven-, kade- en liggelden 2014

De Verordening haven-, kade- en liggelden 2014 wordt als volgt gewijzigd.

De ‘Tarieventabel behorende bij de Verordening haven-, kade- en liggelden 2014 (exclusief omzetbelasting), tarieven per 1-1-2016’ wordt vervangen door onderstaande tabel.

    

Tarieventabel behorende bij de Verordening haven-, kade- en liggelden 2014 (exclusief omzetbelasting), tarieven per 1-1-2017

A

Het havengeld, inclusief schuttingen, bedraagt voor:

 

 

 

 

A.1

Bedrijfsvaartuigen ten behoeve van het goederenvervoer:

 

A.1.a

voor elk verblijf van ten hoogste zeven dagen, per ton laadvermogen:

€ 0,17

A.1.b

bij gebruikmaking van een meerreizenbriefje voor:

 

A.1.b.1

10 bezoeken, per ton laadvermogen:

€ 1,52

A.1.b.2

25 bezoeken, per ton laadvermogen:

€ 3,40

A.1.b.3

50 bezoeken, per ton laadvermogen:

€ 5,45

A.1.c

bij gebruikmaking van:

 

 

een jaarabonnement, per ton laadvermogen:

€ 13,58

A.1.d

voor elke termijn van zeven dagen volgend op de onder het eerste lid, letter a, genoemde termijn:

€ 0,08

 

 

 

A.2

Bedrijfsvaartuigen ten behoeve van het personenvervoer alsmede voor sleepboten en overige vaartuigen bestemd voor en in gebruik als beroepsvaartuig, voor zover niet anders in dit artikel vermeld:

 

 

voor elk verblijf van ten hoogste één dag, per m²

€ 0,17

 

 

 

A.3

Kraanschepen:

 

A.3.a

voor elk verblijf van ten hoogste zeven dagen, per m²:

€ 0,17

A.3.b

bij gebruikmaking van een jaarabonnement, per m²:

€ 5,45

 

 

 

A.4

Zeeschepen:

 

A.4.a

voor elk verblijf van ten hoogste zeven dagen:

 

 

Per ton van de grosse tonnage:

€ 0,63

A.4.b

voor elke termijn van zeven dagen, volgend op de onder A.4.a genoemde termijn,

 

 

per ton van de grosse tonnage:

€ 0,60

 

 

 

A.5

Pleziervaartuigen:

 

 

per dag, per strekkende meter, te rekenen vanaf 16.00 uur

€ 0,75

 

B

De onder A genoemde tarieven gelden tijdens de reguliere bedieningstijden van de Arkersluis, zoals die op grond van artikel 11 van de verordening bij nadere regeling zijn vastgesteld.

Buiten deze reguliere bedieningstijden worden de onder A genoemde tarieven verhoogd voor vaartuigen die geschut worden:

 

B.1

op maandag tot en met vrijdag voorafgaand aan de reguliere bedieningstijden, per schutting:

€ 72,15

B.2

op maandag tot en met vrijdag na afloop van de reguliere bedieningstijden, per schutting:

€ 86,68

B.3

op zaterdag na afloop van de reguliere bedieningstijden, per schutting:

€ 101,11

 

C

Het kadegeld bedraagt:

 

C.1

voor het tijdelijk opslaan van goederen voor maximaal zeven dagen,

 

 

per m²:

€ 0,36

 

D

Het liggeld bedraagt:

 

D.1

voor het hebben van een ligplaats, gelegen in het gebied langs de Edisonstraat tussen het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallaties en het terrein van machinefabriek “De Groot”,

 

 

gedurende een jaar, per m²:

€ 7,05

D.2

voor het hebben van een ligplaats buiten het onder D.1 genoemde gebied:

 

D.2a

gedurende een maand, per m²:

€ 1,46

D.2b

gedurende een jaar, per m²:

€ 5,07

 

E

Het werfgeld bedraagt:

 

E.1

voor het hebben van een werf voor pleziervaartuigen,

 

 

gedurende een jaar, per m²:

€ 5,07

E.2

voor het hebben van een werf voor overige vaartuigen,

 

 

gedurende een jaar, per m²:

€ 5,07

 

F

Het winterliggeld bedraagt:

 

F.1

voor bedrijfsvaartuigen ten behoeve van het personenvervoer,

 

 

per drie maanden per strekkende meter:

€ 6,32

 

G

Het schutgeld bedraagt:

 

G.1

voor pleziervaartuigen die geen havengeld verschuldigd zijn,

 

 

per schutting:

€ 1,65

 

Artikel IV Wijziging van de Verordening hondenbelasting 2014

De Verordening hondenbelasting 2014 wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 5, eerste en tweede lid, komen te luiden als volgt:

1. De belasting bedraagt per belastingjaar:

a. voor een eerste hond € 69,10

b. voor iedere volgende hond € 121,80

2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in een kennel, per belastingjaar, per kennel € 313,40. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder een kennel verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen.

B

Artikel 10 wordt vernummerd tot artikel 11 en het volgende nieuwe artikel 10 wordt ingevoegd:

Artikel 10 Gecontinueerde belastingplicht

Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij de belastingplichtige aantoont dat bedoeld aantal honden een wijziging heeft ondergaan, of blijkt dat de belastingplicht voor de aanvang van het belastingjaar is geëindigd.

 

Artikel V Wijziging van de Verordening lijkbezorgingsrechten 2014

De Verordening lijkbezorgingsrechten 2014 wordt als volgt gewijzigd.

De ‘Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2014, tarieven per 1-1-2016’ wordt vervangen door onderstaande tabel.

   

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2014, tarieventabel per 1-1-2017

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

 

1.1

Voor het ter beschikking stellen voor een periode van 20 jaar

 

 

wordt voor een algemeen graf geheven:

€ 504,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf of urnengraf

 

 

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 1.009,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

 

1.3.1

voor een kind jonger dan vier jaar:

€ 183,80

1.3.2

voor een kind in de leeftijd van vier tot en met elf jaar:

€ 312,10

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis

 

 

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 253,50

1.5

Voor het verlenen van het recht op een verstrooiingsplaats voor periode

 

 

van 20 jaar wordt geheven:

€ 77,75

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, wordt per periode van 10 jaar geheven:

 

1.6.1

voor een particulier graf:

€ 504,00

1.6.2

voor een particulier kindergraf voor een kind jonger dan vier jaar:

€ 91,90

1.6.3

voor een particulier kindergraf voor een kind in de leeftijd van

 

 

vier tot en met elf jaar:

€ 156,55

1.6.4

voor een particuliere urnennis in columbarium en urnenmuur:

€ 126,25

1.6.5

voor een particulier urnengraf:

€ 126,25

1.6.6

voor een verstrooiingsplaats:

€ 40,40

 

 

 

Hoofdstuk 2

Onderhoud

 

2.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven en de begraafplaats wordt een éénmalig recht voor een periode van 20 jaar geheven van, voor een:

 

2.1.1

particulier graf of particulier urnengraf:

€ 867,60

2.1.2

particuliere urnennis in columbarium, urnenmuur en urnenkelder:

€ 867,60

2.1.3

particulier kindergraf:

€ 314,10

2.1.4

verstrooiingsplaats:

€ 433,30

2.1.5

algemeen graf:

€ 433,30

2.2

Voor het verlengen van het recht genoemd in 2.1, direct aansluitend op de periode van 20 jaar, wordt per periode van 10 jaar, een recht geheven gelijk aan 50% van de tarieven genoemd in 2.1.1 tot en met 2.1.4.

 

2.3

Voor het door of vanwege de gemeente openen en sluiten van een grafkelder

 

 

wordt geheven:

€ 666,60

2.4

Voor het door of vanwege de gemeente wegnemen en herplaatsen wordt geheven voor:

 

2.4.1

een gedenkteken:

€ 406,00

2.4.2

beplanting zonder gedenkteken:

€ 65,65

2.5

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven en de begraafplaats welke voor 1 januari 2002 in Hoevelaken zijn uitgegeven, wordt geheven per grafruimte per jaar:

 

2.5.1

voor een algemeen graf:

€ 59,60

2.5.2

voor een particulier graf:

€ 80,80

2.5.3

voor een particulier kindergraf voor een kind jonger dan vier jaar:

€ 31,30

2.6

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van particuliere urnennissen en de begraafplaats, welke voor 1 januari 2002 in Hoevelaken zijn uitgegeven,

 

 

wordt geheven per urnenruimte, per jaar:

€ 42,40

2.7

De rechten genoemd in 2.5 en 2.6 kunnen voor de nog resterende graftermijn worden afgekocht. Dit recht wordt berekend door het aantal jaren van de resterende graftermijn van respectievelijk 20 en 30 jaar te delen door 20 en te vermenigvuldigen met de tarieven bedoeld in 2.1.1 tot en met 2.1.4.

 

2.8

Voor het verlengen van het recht genoemd in 2.5.2, 2.5.3 en 2.6 met 10 jaar, wordt een recht geheven gelijk aan 50% van de tarieven bedoeld in 2.1.1 tot en met 2.1.4.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

Begraven

 

3.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder wordt geheven:

€ 748,40

3.2

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder buiten de reguliere volgorde van begraven, zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk, wordt een toeslag berekend van 50% van het tarief zoals vermeld onder 3.1

 

3.3

Voor het begraven van een lijk van een kind jonger dan twaalf jaar, wordt geheven:

€ 265,65

3.4

Voor het begraven op buitengewone uren worden de

 

 

tarieven zoals vermeld onder 3.1 en 3.3 verhoogd met:

€ 244,40

3.5

Voor het begraven van immatuur geboren vruchten wordt geheven:

€ 141,40

3.6

Voor extra werkzaamheden bij bijzondere begravingen wordt per uur geheven:

€ 70,70

 

 

 

Hoofdstuk 4

Bijzetten van asbussen en urnen

 

4.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

4.1.1

in een particuliere urnennis:

€ 280,80

4.1.2

in een particulier urnengraf:

€ 280,80

4.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn op buitengewone uren of in een graf, zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk, wordt het recht,

 

 

bedoeld in 4.1.1 en 4.1.2, verhoogd met:

€ 244,40

 

 

 

Hoofdstuk 5

Opgraven, ruimen en verstrooien

 

5.1

Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen daarvan wordt geheven:

€ 748,40

5.2

Voor het opgraven en weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven:

 

5.2.1

voor het eerste lijk of de overblijfselen daarvan:

€ 1.123,10

5.2.2

voor een volgend lijk of de overblijfselen daarvan:

€ 748,40

5.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven:

€ 1.496,80

5.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

5.4.1

uit een particulier urnengraf:

€ 280,80

5.4.2

uit een particuliere urnennis in columbarium of urnenmuur:

€ 65,65

5.4.3

bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven:

€ 65,65

5.5

Voor het door of vanwege de gemeente verstrooien van as op een

 

 

verstrooiingsplaats wordt geheven:

€ 65,65

5.6

Voor het door nabestaanden verstrooien van as op

 

 

een verstrooiingsplaats wordt geheven:

€ 65,65

 

 

 

 

Artikel VI Wijziging van de Verordening parkeerbelastingen 2014

De Verordening Parkeerbelastingen 2014 wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 10 wordt ‘€ 60’ vervangen door: € 61.

B

De ‘Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2014, tarieven per 1-1-2015’ wordt vervangen door onderstaande tabel.

   

Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2014, tarieven per 1-1-2017

Onderdeel I. Tarief van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a

1

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur bedraagt per uur:

€ 0,70

 

Genoemd tarief is van toepassing voor parkeren op een parkeerapparatuurplaats op de locaties die als zodanig zijn aangegeven op de bij deze tabel behorende situatietekening “Gemeente Nijkerk Betaald parkeren, tek. nr. ALTHVE01-001”

 

Onderdeel II. Tarief van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b

1

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per kalendermaand of gedeelte daarvan op een daartoe aangewezen belanghebbenden- of parkeerapparatuurplaats:

 

1.a

eerste parkeervergunning ten behoeve van bewoner, voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week;

 

€ 2,80

1.b

tweede parkeervergunning ten behoeve van bewoner, voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week;

 

€ 8,35

1.c

parkeervergunning ten behoeve van beroep/bedrijf, waarbij voertuig essentieel is voor bedrijfsuitoefening:

  

1.c.1

voor 24 uur per dag gedurende 6 dagen per week;

€ 27,80

1.c.2

voor 24 uur per dag gedurende maandag tot en met donderdag;

€ 16,70

1.c.3

voor 24 uur per dag gedurende vrijdag en zaterdag;

€ 11,10

1.d

parkeervergunning ten behoeve van hulpverlenende instanties, voor 24 uur per dag, gedurende 7 dagen per week;

 

€ 2,80

1.e

parkeervergunning ten behoeve van woon-werkverkeer:

 

1.e.1

voor 24 uur per dag gedurende 6 dagen per week;

€ 8,60

1.e.2

voor 24 uur per dag gedurende maandag tot en met donderdag;

€ 5,15

1.e.3

voor 24 uur per dag gedurende vrijdag en zaterdag;

€ 3,45

1.f

parkeervergunning ten behoeve van kamerbewoners, voor 24 uur per dag, gedurende 7 dagen per week;

 

€ 2,80

1.g.1

eerste parkeervergunning ten behoeve van specifieke vergunninghoudersplaatsen (belanghebbendenplaatsen);

 

€ 2,80

1.g.2

tweede parkeervergunning ten behoeve van specifieke vergunninghoudersplaatsen

 

€ 8,35

1.h

tijdelijke vergunning/maandkaart, voor 24 uur per dag, gedurende 7 dagen per week;

 

€ 27,80

 

 

 

2

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per dag of gedeelte daarvan op een daartoe aangewezen belanghebbenden- of parkeerapparatuurplaats:

  

€ 2,00

 

Artikel VII Wijziging van de Verordening rioolheffing 2014

De Verordening rioolheffing 2014 wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 1, onderdeel d, komt te luiden als volgt

d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.

B

Artikel 6, eerste lid, komt te luiden als volgt:

1. Het eigenarendeel bedraagt € 125,04.

C

Aan artikel 10 wordt het volgende vijfde lid toegevoegd:

5. Als de belastingplicht is beëindigd na de dagtekening van het aanslagbiljet, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.

 

Artikel VIII Wijziging van de Verordening toeristenbelasting 2014

De Verordening toeristenbelasting 2014 wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 4, eerste en tweede lid, vervallen de woorden ‘zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet’.

B

Artikel 6, eerste en tweede lid, komen te luiden als volgt:

1. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,57.

2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor het houden van verblijf met overnachten op campings binnen de gemeente op vaste en seizoenstandplaatsen, in mobiele kampeeronderkomens en vakantie-onderkomens per persoon per overnachting € 0,89.

C

Artikel 10 wordt vernummerd tot artikel 11 en het volgende nieuwe artikel 10 wordt ingevoegd:

Artikel 10 Voorlopige aanslag

1. Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

2. Een voorlopige aanslag kan met inachtneming van het in het eerste lid bepaalde, door een of meer voorlopige aanslagen worden aangevuld.

3. De voorlopige aanslagen worden met de aanslag verrekend.

D

In artikel 11, eerste en tweede lid, wordt de zinsnede ´na dagtekening van de aanslag´ vervangen door: na dagtekening van het aanslagbiljet.

E

Artikel 13 inclusief opschrift vervalt.

 

Artikel IX Wijziging van de Legesverordening 2014

De Legesverordening 2014 wordt als volgt gewijzigd.

De ‘Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2014, tarieven per 1-1-2016’ wordt vervangen door onderstaande tabel.

   

Tarieventabel behorende bij de legesverordening 2014, tarieven per 1-1-2017

   

Indeling tarieventabel:

   

Titel 1. Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2. Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3. Rijbewijzen

Hoofdstuk 4. Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Hoofdstuk 5. gereserveerd

Hoofdstuk 6. Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7. gereserveerd

Hoofdstuk 8. gereserveerd

Hoofdstuk 9. Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10. Gemeentearchief

Hoofdstuk 11. Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 12. Leegstandwet

Hoofdstuk 13. gereserveerd

Hoofdstuk 14. Standplaatsen op gemeentegrond

Hoofdstuk 15. gereserveerd

Hoofdstuk 16. Kansspelen

Hoofdstuk 17. Telecommunicatie

Hoofdstuk 18. Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 19. Diversen

   

Titel 2. Omgevingsvergunningen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2. Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Hoofdstuk 3. Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4. Vermindering

Hoofdstuk 5. Teruggaaf

Hoofdstuk 6. Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7. Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8. Bestemmingswijzigingen

Hoofdstuk 9. gereserveerd

Hoofdstuk 10. In deze titel niet genoemde beschikking

Hoofdstuk 11. Welstandstoetsing

   

Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Titel 2

Hoofdstuk 1. Horeca

Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3. Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4. gereserveerd

Hoofdstuk 5. gereserveerd

Hoofdstuk 6. Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 7. In deze titel niet genoemde beschikking

   

Titel 1. Algemene dienstverlening

   

Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of een registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 

 

in het stadhuis

 

1.1.1.1

op maandag om 09.00 uur en om 09.30 uur

€ 0,00

1.1.1.1a

een eenvoudig huwelijk tweewekelijks op donderdag afwisselend om 10.30-12.00 uur of 15.30-17.00 uur

€ 151,50

1.1.1.2

op maandag tot en met vrijdag op hele uren tussen 10.00 uur en 17.00 uur

€ 350,75

1.1.1.3

op maandag tot en met vrijdag op hele uren tussen 17.00 uur en 20.00 uur

€ 678,50

1.1.1.4

op zaterdag op hele uren tussen 10.00 uur en 20.00 uur

€ 678,50

 

op een andere vaste locatie dan in het stadhuis (Hoeve Sparrendam, de Roode Schuur en De Salentein):

 

1.1.1.5

op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 uur en 17.00 uur

€ 399,00

1.1.1.6

op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 uur en 20.00 uur

€ 732,00

1.1.1.7

op zaterdag tussen 10.00 uur en 20.00 uur

€ 732,00

 

op een incidentele locatie:

 

1.1.1.8

op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 17.00 uur

€ 499,00

1.1.1.9

op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 20.00 uur

€ 835,00

1.1.1.10

op zaterdag tussen 10.00 en 20.00 uur

€ 835,00

1.1.2

Het tarief als bedoeld in 1.1.1 wordt, indien een of meer gemeenteambtenaren moeten

 

 

worden ingeschakeld als getuige, per ingeschakelde ambtenaar verhoogd met:

€ 42,40

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 11,65

1.1.3.2

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 29,85

1.1.3.3

Voor het kalligraferen van een trouwboekje als hierboven bedoeld, wordt de kostprijs in rekening gebracht na voorafgaande prijsopgaaf.

 

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand,

 

 

voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 18,20

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Hoofdstuk 2. Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen geldt het maximum tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1.1 (zakenpaspoort) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet maximum tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden:

 

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, eerste lid, van het Besluit paspoortgelden.

 

Hoofdstuk 3. Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het maximum tarief zoals dat landelijk is vastgesteld.

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in de ministeriële Regeling spoedprocedure afgifte rijbewijzen toeslag spoed.

 

1.3.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een aanvraagformulier ter verkrijging van een verklaring van geschiktheid, het bedrag zoals dat is opgenomen in het door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen vastgestelde tarievenoverzicht.

 

Hoofdstuk 4. Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,60

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet is opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

 

1.4.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,60

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid,

 

 

van het Besluit basisregistratie personen

€ 2,60

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie,

 

 

voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 18,20

   

Hoofdstuk 5.

Gereserveerd

   

Hoofdstuk 6. Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

 

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,30

 

met een maximum per bericht van

€ 5,00

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 24,80

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 5,00

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking,

 

 

moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 24,80

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd

 

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet

 

 

als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 5,00

   

Hoofdstuk 7.

Gereserveerd

   

Hoofdstuk 8.

Gereserveerd

   

Hoofdstuk 9. Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het tarief zoals dat is opgenomen in de ministeriële Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden.

 

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 7,60

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 7,60

Hoofdstuk 10. Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het

 

 

gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 11,35

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van digitale kopieën van alle in het archief aanwezige

 

 

omgevingsvergunningen betreffende één bepaald perceel:

€ 10,85

Hoofdstuk 11. Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid,

van de Huisvestingswet 2014,

€ 67,20

Hoofdstuk 12. Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte

 

 

als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 67,20

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte

 

 

als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 33,60

1.12.3

Indien aanvragen als bedoeld in de onderdelen 1.12.1. en 1.12.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

    

Hoofdstuk 13.

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 14. Standplaatsen op gemeentegrond

1.14.1

Van de houder van een vergunning voor een standplaats als bedoeld in de Marktverordening 2006 worden over de oppervlakte van de standplaats waarvoor vergunning is verleend de volgende rechten geheven:

 

 

per m2 per dag, ongeacht het aantal uren:

€ 1,06

1.14.2

Van de houder van een vergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003 worden over de oppervlakte van de standplaats waarvoor vergunning is verleend de volgende rechten geheven:

 

 

bij een tijdsduur van meer dan 5 aaneengesloten uren, per m2 per dag:

€ 1,06

 

bij een tijdstuur van ten hoogste 5 aaneengesloten uren, per m2 per dag:

€ 0,53

   

Hoofdstuk 15.

Gereserveerd

   

Hoofdstuk 16. Kansspelen

1.16.1

De tarieven voor het in behandeling nemen van een aanwezigheidsvergunning voor een of meer kansspelautomaten zijn de tarieven als bedoeld in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000.

 

1.16.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in

 

 

artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning) bedraagt

€ 23,55

Hoofdstuk 17. Telecommunicatie

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden

 

 

als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 192,00

1.17.1.1

Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond,

 

 

per lasgat verhoogd met

€ 96,00

1.17.1.2

Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere

 

 

beheerder van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 192,00

1.17.1.3

Indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen

 

 

als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met

€ 192,00

1.17.1.4

Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.4 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 18. Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing van burgemeester en wethouders op grond van

 

 

artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 (wedstrijden op de weg)

€ 71,70

1.18.2

tot het verkrijgen van een ontheffing van burgemeester en wethouders op grond van een regeling als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 (verkeersregels en voertuigeisen),

 

 

geldig voor maximaal één dag

€ 7,60

 

geldig voor onbepaalde tijd

€ 35,05

1.18.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van

 

 

het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 47,10

Hoofdstuk 19. Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere,

 

 

in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 66,55

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.2.1

tot het verstrekken van afschriften, fotokopieën, printer- of plotterafdrukken van stukken of bestanden, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina op papier:

 

1.19.2.1.1

in formaat A4 of kleiner

€ 0,30

1.19.2.1.2

in formaat A3

€ 0,30

1.19.2.1.3

groter dan A3

€ 8,50

    

Titel 2. Omgevingsvergunningen

   

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

De door aanvrager opgegeven bouwkosten worden getoetst, na beoordeling van het plan, aan de hand van een kengetallenoverzicht, de zgn. normberekening. Deze normberekening is het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het (online) rekenprogramma "Basisbedragen Gebouwen" van het Nederlands Bouwkosten Instituut.

Zijn de ingediende bouwkosten meer dan 10% lager, dan gelden de op basis van de normberekening berekende bouwkosten als factor voor de berekening van de leges.

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijke voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2. Vooroverleg

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het houden van vooroverleg:

 

2.2.1

in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo,

 

 

in afwijking van het bestemmingsplan, vergunbaar is:

€ 252,50

2.2.2

waarbij een bouwplan wordt getoetst aan het bestemmingsplan en redelijke eisen van welstand:

€ 151,50

 

plus de werkelijke kosten van de welstandstoetsing en –advisering als bedoeld in artikel 2.3.1.2

 

2.2.2.1

Indien het bouwplan strijdig is met het bestemmingsplan wordt het tarief verhoogd met het bedrag als bedoeld in artikel 2.2.1

 

2.2.2.2

Indien er door een wijziging in het bouwplan een extra beoordeling plaatsvindt,

 

 

wordt het tarief verhoogd met:

€ 151,50

Hoofdstuk 3. Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a,van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen:

 

 

3,53% van de bouwkosten, met een minimum van

€ 165,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen:

plus 2,74% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000 te boven gaan.

€ 1.764,00

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

plus 2,36% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 250.0000 te boven gaan.

€ 7.239,00

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.500.000 bedragen:

plus 2,16% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 500.000 te boven gaan.

€ 13.138,00

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 1.500.000 tot € 2.500.000 bedragen:

plus 2,12% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.500.000 te boven gaan

€ 34.787,00

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:

plus 2,10% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000 te boven gaan.

€ 55.978,00

2.3.1.1.7

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

plus 0,78% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000.000 te boven gaan, berekend over bouwkosten tot ten hoogste € 25.000.000.

€ 108.500,00

2.3.1.2

Welstandstoets

 

 

Het tarief, berekend op grond van onderdeel 2.3.1.1, wordt verhoogd met de werkelijke kosten van de welstandstoetsing en ‑advisering die het Gelders Genootschap de gemeente met betrekking tot de aanvraag in rekening brengt, een en ander conform Hoofdstuk 11 van Titel 2.

 

2.3.1.3

Verplicht advies agrarische commissie of adviseur

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van een agrarische commissie

 

 

of adviseur nodig is en wordt beoordeeld:

€ 456,75

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.1.2 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit dan wel tijdens de behandeling van de aanvraag met de bouw wordt aangevangen: 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

gereserveerd

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: 0,75% van de aanlegkosten, met een minimum van

€ 140,15 en een maximum van € 913,50

 

2.3.3

Vervallen

 

2.3.4.1

Planologisch strijdig gebruik (met bouwactiviteit)

 

 

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.1.2, bedraagt het tarief, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit:

 

2.3.4.1.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(binnenplanse afwijking):

€ 228,35

2.3.4.1.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): 50% van de leges als bedoeld in 2.3.1.1 met een minimum van € 228,35 en een maximum van € 456,75

 

2.3.4.1.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(buitenplanse afwijking);

€ 2.268,50

 

onderdeel 2.8.4 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

 

2.3.4.1.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 228,35

2.3.4.1.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van exploitatieplan):

€ 456,75

2.3.4.1.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van provinciale regelgeving):

€ 456,75

2.3.4.1.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van nationale regelgeving):

€ 456,75

2.3.4.1.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 228,35

2.3.4.2

Planologisch strijdig gebruik (zonder bouwactiviteit)

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

 

2.3.4.2.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(binnenplanse afwijking):

€ 228,35

2.3.4.2.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(buitenplanse kleine afwijking):

€ 228,35

2.3.4.2.2a

In afwijking van 2.3.4.2.1 en 2.3.4.2.2 bedraagt het tarief ten behoeve van het organiseren

 

 

van een evenement van minder dan drie dagen:

€ 67,60

2.3.4.2.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(buitenplanse afwijking);

€ 2.268,50

 

onderdeel 2.8.4 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

 

2.3.4.2.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 228,35

2.3.4.2.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van exploitatieplan):

€ 456,75

2.3.4.2.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van provinciale regelgeving):

€ 456,75

2.3.4.2.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van nationale regelgeving):

€ 456,75

2.3.4.2.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 228,35

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.5.1

indien in een bouwwerk bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan:

 

2.3.5.1.1

10 tot 100 personen in een hotel:

100 personen of meer in een hotel:

€ 1.545,45

€ 2.712,00

2.3.5.1.2

10 tot 50 personen in een verpleeginrichting:

50 personen of meer in een verpleeginrichting:

€ 2.712,00

€ 4.306,45

2.3.5.1.3

personen in een gebouw niet zijnde een hotel of verpleeginrichting,

 

 

indien sprake is van kamerverhuur aan 5 personen of meer:

in overige gevallen bij 10 tot 50 personen:

en bij 50 personen of meer:

€ 758,85

€ 1.545,45

€ 2.712,00

2.3.5.2

Indien in een bouwwerk dagverblijf zal worden verschaft aan:

 

2.3.5.2.1

meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapten,

 

 

bij 10 tot 50 personen:

bij 50 tot 500 personen:

bij 500 personen of meer:

€ 758,85

€ 1.545,45

€ 2.712,00

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de Erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: 00,75% van de kosten van het slopen, wijzigen of herstellen van het monument, met een minimum van € 113,65 en een maximum € 913,50.

 

2.3.6.2

Gereserveerd

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: 0,75% van de sloopkosten, met een minimum van € 113,65 en een maximum van € 913,50

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief 0,75% van de aanlegkosten, met een minimum van € 113,65 en maximum van € 913,50

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van de Algemene plaatselijke verordening Nijkerk 2003 een vergunning is vereist, als bedoeld in

 

 

artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 67,60

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de Bomenverordening Nijkerk een vergunning of ontheffing vereist, als bedoeld in

 

 

artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 28,70

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

gereserveerd

 

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van

 

 

dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 228,35

 

vermeerderd met de leges die door de provincie aan de gemeente in rekening worden gebracht

 

2.3.13

Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien

 

 

tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 228,35

 

vermeerderd met de leges die door de provincie aan de gemeente in rekening worden gebracht

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i,

 

 

van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 228,35

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft:

€ 228,35

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:

€ 456,75

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport, indien het betreft:

 

2.3.16.1.1

een vooronderzoek, voorafgaand aan een verkennen en nader onderzoek

€ 198,70

2.3.16.1.2

een verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid volgens NEN 5740

€ 198,70

2.3.16.1.3

een nader onderzoek in het kader van de saneringsparagraaf van de Wet Bodembescherming

 

€ 198,70

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 198,70

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 456,75

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om en omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 4. Vermindering

2.4.1

Indien volgend op vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2.1, 2.2.2 of 2.2.3 binnen een jaar, voor hetzelfde plan een aanvraag om omgevingsvergunning in behandeling wordt genomen, bestaat aanspraak op vermindering van de leges met het op grond van artikel 2.2.1, 2.2.2 of 2.2.3 betaalde bedrag.

 

Hoofdstuk 5. Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling stelling aanvraag

 

 

Als de gemeente een aanvraag omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2 en 2.3.6, buiten behandeling stelt omdat de aanvrager, nadat hij daartoe schriftelijk in de gelegenheid is gesteld, niet of niet volledig aan de indieningsvereisten heeft voldaan, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft: € 113,65.

 

2.5.2

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 6.

Gereserveerd

   

Hoofdstuk 7.

Gereserveerd

   

Hoofdstuk 8. Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Een verzoek om advies omtrent een herziening of wijziging van een bestemmingsplan voor ieder daaraan besteed kwartier, met uitzondering van het eerste kwartier, € 19,15; indien het advies wordt gevolgd door een procedure als bedoeld in onderdeel 2.8.2 of 2.8.3 worden de geheven leges voor de advisering verrekend met de daar vermelde leges dan wel met de kosten, bedoeld in onderdeel 2.8.5

 

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro):

 

2.8.2.1

indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3.8 van de Wro

€ 4.676,20

2.8.2.2

indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3.9 van de Wro

€ 1.168,50

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:

 

2.8.3.1

indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3.9a, lid 1, van de Wro

€ 2.833,80

2.8.3.2

indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3.9a, lid 2, van de Wro

€ 565,35

2.8.4

De bedragen, genoemd in de onderdelen 2.8.2.1 en 2.8.3.1 worden verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten van externe onderzoeken en rapportages, blijkend uit een begroting die door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld. Voor de toepassing van dit onderdeel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de kosten van externe onderzoeken en rapportages aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Indien de werkelijke externe kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

2.8.5

De heffing van de leges, genoemd in de onderdelen 2.8.2.1, 2.8.3.1 en 2.8.4, blijft achterwege voor diensten waarvan de kosten krachtens een overeenkomst of krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald.

 

Hoofdstuk 9.

Gereserveerd

   

Hoofdstuk 10. In deze titel niet genoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

 

 

een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 113,65

Hoofdstuk 11. Welstandstoetsing

Voor aanvragen omgevingsvergunningen voor een voor een bouwactiviteit als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, is het tarief een promillage van de bouwsom, te weten:

 

A.

bij een bouwsom tot en met € 500.000:

1,9 promille van de geraamde bouwkosten met een minimum van € 49,--;

 

plus over het gedeelte van de bouwsom van € 500.001 tot en met € 1.000.000:

1,2 promille van de geraamde bouwkosten;

 

plus over het gedeelte van de bouwsom van € 1.000.001 tot en met € 2.500.000:

0,8 promille van de geraamde bouwkosten;

 

plus over het gedeelte van de bouwsom van € 2.500.001 tot en met € 5.000.000:

0,5 promille van de geraamde bouwkosten;

 

plus over het gedeelte van de bouwsom van € 5.000.001 en meer:

0,25 promille van de geraamde bouwkosten.

 

B.

Indien het woningbouw betreft, wordt per aanvraag bezien hoeveel grondgebonden woningen er per locatie worden uitgevoerd en deze worden per type in rekening gebracht.

 

De volgende regeling is daarbij van toepassing:

- complexen van 1 tot en met 5 gelijke woningen: tarief volgens A;

- complexen van 6 tot en met 10 gelijke woningen: tarief over de bouwsom van 5 woningen;

- complexen van 11 tot en met 20 gelijke woningen: tarief over de bouwsom van 6 woningen;

- complexen van 21 tot en met 30 gelijke woningen: tarief over de bouwsom van 8 woningen;

- complexen van 31 tot en met 40 gelijke woningen: tarief over de bouwsom van 10 woningen;

- complexen van 41 tot en met 50 gelijke woningen: tarief over de bouwsom van 12 woningen;

en zo vervolgens.

 

Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok.

 

C.

Het tarief bedraagt bij advisering omtrent aanvragen met betrekking tot illegale bouwwerken anderhalf maal het reguliere tarief.

 

D.

Het tarief bedraagt bij welstandsadvisering in het kader van vooroverleg: € 100,--,

welk bedrag wordt verrekend bij de definitieve aanvraag.

   

Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Titel 2.

    

Hoofdstuk 1. Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van

 

 

artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 167,00

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.2, eerste lid,

 

 

van de Algemene plaatselijke verordening

€ 60,45

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4,

 

 

vierde lid, van de Drank- en Horecawet

€ 60,45

3.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 60,45

3.1.5

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a,

 

 

tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 60,45

3.1.6

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35

 

 

van de Drank- en Horecawet

€ 24,00

Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder evenement: een evenement zoals omschreven in art. 2.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003.

 

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in art. 2.2.2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk (evenementenvergunning) voor het organiseren van een evenement, waarbij:

 

3.2.2.1

ten hoogste 1500 bezoekers tegelijkertijd worden verwacht

€ 67,60

3.2.2.2

meer dan 1500 bezoekers tegelijkertijd worden verwacht

€ 134,30

3.2.3

In afwijking van 3.2.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een evenementenvergunning:

 

3.2.3.1

met een geldigheidsduur van maximaal 5 jaar: 200% van het onder 3.2.2.1 respectievelijk 3.2.2.2 vermelde bedrag;

 

3.2.3.2

voor het organiseren van meerdere evenementen, het tarief zoals vermeld onder 3.2.2.1 respectievelijk 3.2.2.2 vermeerderd met 25% van het onder 3.2.2.1 respectievelijk 3.2.2.2 vermelde bedrag per extra evenement;

 

3.2.3.3

voor meerdere evenementen met een geldigheidsduur van maximaal 5 jaar, het tarief zoals genoemd onder 3.2.3.1 vermeerderd met het tarief zoals genoemd onder 3.2.3.2

 

Hoofdstuk 3. Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 908,40

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 453,70

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.4.2 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 228,35

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

€ 228,35

Hoofdstuk 4.

Gereserveerd

   

Hoofdstuk 5.

Gereserveerd

  

Hoofdstuk 6. Brandbeveiligingsverordening

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in

 

 

artikel 2, lid 1, van de Brandbeveiligingsverordening 2010

€ 226,35

Hoofdstuk 7. In deze titel niet genoemde beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere,

 

 

in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 66,55

   

Artikel X Inwerkingtreding

Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in het gemeenteblad en treedt in werking op 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk

d.d. 24 november 2016,

de griffier, mevrouw A.G. Verhoef-Franken.

de voorzitter, de heer mr. drs. G.D. Renkema.

 

Naar boven