Gemeenteblad van Harlingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harlingen | Gemeenteblad 2016, 169708 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harlingen | Gemeenteblad 2016, 169708 | Verordeningen |
Verordening Parkeerbelastingen 2017
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;
degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de WVW 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven dan wel degene, die middels een leasecontract of werkgeversverklaring aan kan tonen houder te zijn;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven, indien sprake is van:
parkeren met een gehandicaptenparkeerkaart. Hierbij dient de gehandicaptenparkeerkaart duidelijk leesbaar en op een zichtbare plaats, bij voorkeur op het dashboard, in het voertuig te zijn geplaatst. Daarnaast moet daarbij met behulp van een parkeerschijf de starttijd van het parkeren aangegeven worden in verband met de maximale parkeerduur;
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer;
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 10 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
De plaatsen waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening Parkeerbelastingen mag worden geparkeerd, alsmede de plaatsen waar de wielklem wordt toegepast zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 1 ‘Plaats, tijdstip en wijze van betaald parkeren en de toepassing van de wielklem’;
De plaatsen waar mag worden geparkeerd met een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening Parkeerbelastingen zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 2 ‘Plaatsen waar met een parkeervergunning mag worden geparkeerd’.
Behorende bij verordening parkeerbelastingen 2017
Het tarief voor het parkeren op een vergunninghoudersplaats als bedoeld in artikel 2, lid b, bedraagt op basis van:
een bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel a, van de Parkeerverordening 2017: |
||||
een bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel b, van de Parkeerverordening 2017 |
|||
een bezoekerskaart als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel c, van de Parkeerverordening 2017: |
||||
een toeristenvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel d, van de Parkeerverordening 2017: |
||||
een dienstenvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel e, van de Parkeerverordening 2017: |
||||
een werknemersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel f, van de Parkeerverordening 2017: |
||||
een stallingsbedrijvenvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel g, van de Parkeerverordening 2017 |
Bijlage 1 Plaats, tijdstip en wijze van betaald parkeren en de toepassing van de wielklem
Plaats en tijdstip betaald parkeren
Op de navolgende wegen en parkeerterreinen het parkeren van maandag t/m zaterdag telkens van 09:00 tot 17:00 uur slechts is toegestaan tegen betaling van parkeerbelasting als bedoeld in de tarieventabel behorende bij de vigerende verordening parkeerbelastingen:
Op de navolgende wegen en parkeerterreinen het parkeren van maandag t/m zaterdag telkens van 09:00 tot 17:00 uur slechts is toegestaan tegen betaling van parkeerbelasting als bedoeld in de tarieventabel behorende bij de vigerende verordening parkeerbelastingen:
Ter zake van het betaald parkeren voor alle onder 1 ‘Plaats en tijdstip betaald parkeren’ genoemde gebieden geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur door het inwerpen van muntstukken van €0,10, €0,20, €0,50, €1,00 of €2,00 dan wel door pinbetaling. Bij teveel inworp vindt geen restitutie plaats;
Bij het betaald parkeren waarbij gebruik wordt gemaakt van parkeerapparatuur welke na inwerkingstelling een parkeerkaartje afgeeft, dient dit parkeerkaartje met de tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht.
Betaald parkeren met gebruik van een telefoon
In afwijking van het bepaalde onder 2 ‘Wijze van betalen’ kan het in werking stellen van de parkeerapparatuur tevens geschieden door het via een telefoon inloggen op de centrale computer van een aanbieder van het GSM parkeren. Hiertoe dient de belastingplichtige geregistreerd te zijn bij de aanbieder. De aanvang van het parkeren meldt de belastingplichtige door de gebiedscode telefonisch door te geven aan de aanbieder. Tevens neemt de belastingplichtige de overige voorwaarden van de aanbieder in acht. Wanneer niet aan voornoemde voorwaarden is voldaan, wordt de belasting geheven bij wege van voldoening op aangifte overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van artikel 7 en geldt de betalingstermijn zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 8 van de vigerende Verordening Parkeerbelastingen.
Bijlage 2 Plaatsen waar met parkeervergunning mag worden geparkeerd
Plaatsen waar met een vergunning kan worden geparkeerd:
dat voor de onder gebied C, D, en H genoemde wegen een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a van de vigerende parkeerverordening aan bewoners kan worden afgegeven, die respectievelijk wonen in de onder gebied B en C genoemde straten (Binnenstad vergunning);
dat voor de onder gebied H genoemde wegen een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a van de vigerende parkeerverordening aan bewoners kan worden afgegeven, die respectievelijk wonen in de onder gebied H genoemde straten (Vergunning Vignetgebied);
dat voor de onder gebied C, D, H en I genoemde wegen een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a van de vigerende parkeerverordening aan bewoners kan worden afgegeven, die respectievelijk wonen in de onder gebied I genoemde straten (Vijverbuurt vergunning).
Dat voor alle genoemde wegen en terreinen onder 1 ‘Plaatsen waar met een vergunning kan worden geparkeerd’, een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder b van de vigerende parkeerverordening aan eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent, kan worden afgegeven.
dat voor de onder gebied C, D en H genoemde wegen een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder c van de vigerende parkeerverordening aan bewoners kan worden afgegeven, die respectievelijk wonen in de onder gebied B, C en I genoemde straten (Binnenstad);
dat voor de onder gebied H genoemde wegen een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder c van de vigerende parkeerverordening aan bewoners kan worden afgegeven, die respectievelijk wonen in de onder gebied H genoemde straten (Vignetgebied).
dat voor de onder gebied C genoemde wegen een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder d van de vigerende parkeerverordening aan hotelbedrijven die bedrijfsmatig en tegen betaling nachtverblijf bieden aan personen, kan worden afgegeven, die respectievelijk gevestigd zijn in de onder gebied B en C genoemde straten (Binnenstad);
dat voor de onder gebied H genoemde wegen een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder d van de vigerende parkeerverordening aan hotelbedrijven die bedrijfsmatig en tegen betaling nachtverblijf bieden aan personen, kan worden afgegeven, die respectievelijk gevestigd zijn in de onder gebied H genoemde straten (Vignetgebied).
Dat voor alle genoemde wegen en terreinen onder 1 ‘Plaatsen waar met een vergunning kan worden geparkeerd’, een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder e van de vigerende parkeerverordening aan instellingen en of organisaties of personen, die medisch noodzakelijke consulten uitvoeren, die voor de uitoefening van de functie of taak structureel een of meer motorvoertuigen in de gehele gemeente nodig heeft, kan worden afgegeven.
dat voor de volgende locaties een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder f van vigerende parkeerverordening kan worden afgegeven aan degenen die werkzaam zijn bij een bedrijf gevestigd in de onder A, B, C en I genoemde straten (Werknemers A):
dat voor de volgende locaties een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder f van vigerende parkeerverordening kan worden afgegeven aan degenen die werkzaam zijn bij een bedrijf gevestigd in de onder A, B, C en I genoemde straten (Werknemers B):
dat voor de onder H genoemde wegen een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder f van de vigerende parkeerverordening kan worden afgegeven aan degenen die werkzaam zijn bij een bedrijf gevestigd in de onder H genoemde straten (Werknemers C).
Dat voor de onder gebied C genoemde wegen een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder g van de vigerende parkeerverordening aan bestaande stallingsbedrijven die ook als zodanig in het bestemmingsplan zijn opgenomen, kan worden afgegeven, die gevestigd zijn in de onder gebied C genoemde straten.
dat voor de onder gebied C genoemde wegen een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder h van de vigerende parkeerverordening aan de organisator van evenementen, kan worden afgegeven, indien het evenement plaatsvindt in de onder gebied B, C en I genoemde straten (Binnenstad);
dat voor de onder gebied H genoemde wegen een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder h van de vigerende parkeerverordening aan de organisator van evenementen, kan worden afgegeven, indien het evenement plaatsvindt in de onder gebied H genoemde straten (Vignetgebied).
Dat voor alle genoemde wegen en terreinen onder 1 ‘Plaatsen waar met een vergunning kan worden geparkeerd’, met uitzondering van gebied A en B, een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder i van de vigerende parkeerverordening aan gezelschappen die bij een huwelijk of begrafenis aanwezig willen zijn, kan worden afgegeven.
Dat voor het onder gebied G genoemd plein een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder j van de vigerende parkeerverordening aan door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen / instanties, kan worden afgegeven.
Dat voor de onder gebied E genoemde wegen een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder k van de vigerende parkeerverordening aan vaste treinreizigers kan worden afgegeven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-169708.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.