MANDAATBESLUIT OWO-VTH 2016

 

 

De directeur van de gemeente Opsterland;

gelet op de algemene bepalingen ten aanzien van mandaat zoals opgenomen in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet Bestuursrecht, en de artikelen 7, 8 en 11 van de Mandaatregeling Opsterland

besluit

Om in afwijking van de tabel, behorende bij de Mandaatregeling Opsterland 2014, maar met inachtneming van (met name) het bepaalde in de artikelen 9 tot en met 11 van de Mandaatregeling Opsterland

mandaat te verlenen aan

de middels de door hem vastgestelde “Taakverdeling MT” daartoe aangewezen functionaris van de gemeente Opsterland,

alsmede ondermandaat te verlenen aan

het Afdelingshoofd OWO-VTH van de gemeente Opsterland,

met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling Opsterland.

 

Voor de uitoefening van de volgende handelingen:

Artikel 1 gemandateerde bevoegdheden

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

1

Het aan burgers of instanties mededelen dat voor een bepaalde activiteit een vergunning nodig is dan wel dat deze aangevraagd dient te worden.

2

Het stellen van een termijn om een verzuim, dat aan een aanvraag kleeft, te herstellen.

3

Het aanvragen van vergunningen bij de gemeente zelf of bij een ander bestuursorgaan.

4

Het vaststellen van standaard aanvraagformulieren

5

Het verlengen van de beslistermijn in de zin van artikel 1:2, lid 2 APV of art. 4:14 Awb.

6

a)       Het constateren van een overtreding van een wettelijke bepaling of vergunning.

b)       Het mondeling verzoeken de overtreding binnen een bepaalde termijn te beëindigen.

c)       Het schriftelijk verzoeken de overtreding binnen een bepaalde termijn te beëindigen (1e brief).

7

Het schriftelijk aankondigen dat bij in gebreke blijven overwogen zal worden bestuursdwang toe te passen of een dwangsom op te leggen (2e brief).

8

Het mededelen van de verbeurdverklaring van een dwangsom.

9

Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) de locatie Wetterwille 5 te Gorredijk, alsmede De Mounleane 12 te Ureterp.

10

De verhuur of het anderszins tijdelijk in gebruik geven van overig gemeentelijk eigendom.

11

Het doen van privaatrechtelijke ingebrekestellingen

12

Het bij particulieren in rekening brengen van vergoedingen voor het gebruik van gemeente-eigendommen en voor het verlenen van enkele diensten.

13

Het aanwijzen van verkeersregelaars voor evenementen

14

Het afhandelen van facturen

15

Het vertegenwoordigen van een bestuursorgaan op hoorzittingen ex artikel 3:15 Algemene wet bestuursrecht.

16

Het vertegenwoordigen van het betreffende bestuursorgaan bij hoorzittingen van de Bezwarencommissie.

17

Het vertegenwoordigen van het betreffende bestuursorgaan bij zittingen in bestuursrechtelijke procedures, voor zover dit niet anders geregeld is.

18

Het verlenen of intrekken van omgevingsvergunningen in de zin van artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

19

Het wijzigen van het bestemmingsplan binnen bij dat plan bepaalde grenzen, in de zin van artikel 3.6, eerste lid, onder a Wro.

20

Het toetsen van bouwactiviteiten aan de 'loketcriteria' (welstand).

21

Het niet-ontvankelijk verklaren van een aanvraag voor een omgevingsvergunning

22

Het verdagen van de beslissing op een omgevingsvergunning

23

Het aanhouden van een aanvraag om een omgevingsvergunning, in de zin van artikel 3.3 e.v Wabo

24

Het accepteren van een sloopmelding, of een melding brandveilig gebruik in de zin van het Bouwbesluit.

25

Het afwijken van de termijn van vier weken voor het doen van een sloopmelding in de zin van art. 1:26 Bouwbesluit.

26

Het opleggen van nadere eisen en maatwerkvoorschriften aan een inrichting in de zin van artikel 8.42 Wet milieubeheer.

27

Het accepteren van meldingen in de zin van het Activiteitenbesluit Milieubeheer

28

Het nemen van besluiten in het kader van het Besluit Milieueffectrapportage (MER).

29

Het uitvoeren van het Besluit Bodemkwaliteit

30

Het opleggen van hogere waarden in de zin van de art. 110a e.v. Wet Geluidhinder.

31

Het behandelen van meldingen als bedoeld in de artikelen 27, lid 4 en 28, lid 5 van de Wet bodembescherming.

32

Het verstrekken van advies als bedoeld in artikel 32, lid 1 van de Wet bodembescherming.

33

Het toepassen van artikel 33 van de Wet bodembescherming.

34

Het uitvoeren van artikel 41 van de Wet bodembescherming.

35

Het beslissen op aanvragen, meldingen of verzoeken o.g.v. de APV, voorzover niet elders in dit overzicht is geregeld.

36

het verlenen van toestemming tot spoedkap.

37

Het verlenen of weigeren van een ontheffing o.g.v. de Zondagswet.

38

Het verlenen of weigeren van vrijstellingen en ontheffingen ingevolge de Winkeltijdenwet, het Winkeltijdenbesluit en de Winkeltijdenverordening.

39

Het verlenen of weigeren van vergunningen en ontheffingen ingevolge de Drank -en Horecawet.

40

Het aanvragen van inlichtingen uit registers van de Justitiële Documentatiedienst en uit de strafregisters ingevolge de Drank -en Horecawet.

41

Het verlenen of weigeren van vergunningen ingevolge de Wet op de kansspelen.

42

Het verlenen van vergunning voor tijdelijk verhuur van koopwoningen, in de zin van artikel 15 Leegstandwet.

43

Het verlenen of weigeren van vergunningen o.g.v. de Wet op de dierenbescherming en het Honden -en Kattenbesluit.

44

Het verstrekken van schriftelijke informatie van feitelijke (objectieve) aard aan derden (incl. het reageren op WOB-verzoeken) voor zover dit ligt binnen het werkveld van de betrokken functionaris.

Artikel 2 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als "Mandaatbesluit OWO VTH".

  • 2.

    Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 augustus 2016.

     

Aldus vastgesteld op 19 juli 2016

Directeur,

Koen van Veen

Naar boven