Gedragscode integriteit raadsleden gemeente Opsterland 2016

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

De raad van de gemeente Opsterland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juni 2016;

gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;

gelet op de Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur;

overwegende dat de huidige gedragscode voor bestuurders uit 2002 aan een herziening toe is, waarbij het, gelet op het verschil in de staatrechtelijke positie tussen volksvertegenwoordigers en dagelijks bestuurders en de voor hen geldende wettelijke integriteitsregels wenselijk is, om voor raadsleden en collegeleden een eigen gedragscode vast te stellen;

voorts overwegende dat de aanbevelingen genoemd in het onderzoeksrapport Integriteit Opsterland van Berenschot, d.d. 14 maart 2016 en overgenomen door de gemeenteraad op 29 maart 2016, aanleiding geven om de gedragscode op onderdelen aan te scherpen;

besluit

vast te stellen de

Gedragscode integriteit raadsleden gemeente Opsterland 201 6

Inleiding

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen. Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient een ieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is dan ook de eed of belofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt.

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.

De volksvertegenwoordiging stelt zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders (voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur) een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is er een afzonderlijke gedragscode. Veel bepalingen zijn voor de volksvertegenwoordigers/raden en de dagelijkse bestuurders/burgemeester en wethouders gelijk. Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities en met de voor hen geldende wettelijke (integriteits)regels.

De gemeenteraad is een politiek orgaan. In de raad worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van de gemeente. Deze politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de vervulling van het kiezersmandaat te ondersteunen.

Het handelen van het dagelijks bestuur en van de collegeleden staat ten dienste van de gemeente.

De ambtsdragers aan wie en de organen waaraan het dagelijks bestuur is opgedragen, zijn over hun bestuurlijke handelen en over hun functioneren verantwoording schuldig aan de gemeenteraad. Aan het dagelijks bestuur en de bestuurders worden ook in de gedragscode bijzondere eisen gesteld om optimale openheid en controleerbaarheid mogelijk te maken.

Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies.

Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. Raadsleden en collegeleden kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. In de woorden van de schrijver C.S. Lewis gaat het om ‘doing the right thing, even when no one is watching’.

Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd. De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur benoemt een aantal kernwaarden van goed openbaar bestuur. Integriteit wordt hierin in één adem genoemd met openheid. ‘Openheid en integriteit’: “het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het daaronder verstaat.“ De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit.

Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen. De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moeten tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur verbindt openheid en integriteit met de kernwaarden participatie, behoorlijke contacten met burgers, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording. Al deze kernwaarden klinken in verschillende mate door in de hierna volgende gedragscode.

 

Artikel 1
  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor de raadsleden maar richt zich ook tot de bestuursorganen.

  • 2.

    Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

     

Paragraaf 2. Voorkomen van belangenverstrengeling

Artikel 2.
  • 1.

    Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a)

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b)

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c)

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap; en

    • d)

      of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 3.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register onder vermelding van de laatste update. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 4.

    Het raadslid dient te zorgen persoonlijk in geen enkele verhouding te staan tot de gemeentelijke organisatie dan wel het college aangaande de organisatie waar de nevenfunctie wordt bekleed.

  • 5.

    Het raadslid dient de in lid 4 bedoelde contacten over te dragen aan een andere persoon uit de organisatie waar hij of zij die nevenfunctie bekleedt.

  • 6.

    Het raadslid oefent geen invloed uit op leden van zijn of haar fractie met betrekking tot een door de raad te nemen besluit over de organisatie waar hij of zij die nevenfunctie bekleedt.

  • 7.

    Bij een raadsbehandeling over een organisatie waar een raadslid een nevenfunctie heeft, dient het raadslid:

    • a)

      dit voor de aanvang van de raadsbehandeling te melden aan de raad;

    • b)

      zich te distantiëren van de beraadslaging en eventuele besluitvorming.

  • 8.

    De raad sluit oud-raadsleden gedurende een jaar na aftreden uit van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente.

     

Paragraaf 3. Informatie

Artikel 3
  • 1.

    Het raadslid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij of zij beschikt veilig wordt bewaard.

  • 2.

    Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie.

     

Paragraaf 4. Omgang met geschenken en uitnodigingen

Artikel 4.1
  • 1.

    Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen behouden.

  • 3.

    Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

  • 4.

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

Artikel 4.2
  • 1.

    Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 2.

    De informatie is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 4.3
  • 1.

    Een raadslid meldt de griffier de ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente binnen één week na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming en de duur van de reis en wat daarvan de kosten waren.

  • 2.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

     

Paragraaf 5. Gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen

Artikel 5
  • 1.

    Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteren heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van faciliteiten en middelen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures.

  • 3.

    Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 4.

    Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.

     

Paragraaf 6. Uitvoering gedragscode

Artikel 6
  • 1.

    De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorziet de raad daarin.

  • 2.

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad in ieder geval afspraken over:

    • a)

      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

    • b)

      de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

    • c)

      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.

  • 3.

    De afspraken, bedoeld in het tweede lid, maken deel uit van deze gedragscode.

  • 4.

    Ter bevordering van de integriteit van de gemeente kan een orgaan worden ingesteld dat adviseert over en toeziet op de naleving van wettelijke bepalingen, gedragscodes en andere regelingen en afspraken betreffende de integriteit.

     

Paragraaf 7. Slotbepalingen

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Gedragscode integriteit raadsleden gemeente Opsterland 2015”.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit besluit worden de “Kernbegrippen bestuurlijke integriteit en gedragscode voor bestuurders”, vastgesteld door de gemeenteraad op 2 december 2002, ingetrokken.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente Opsterland van 5 juli 2016.

 

De griffier, De voorzitter,

Ieke Zwart Ellen van Selm

Naar boven