Gemeenteblad van Schouwen-Duiveland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schouwen-Duiveland | Gemeenteblad 2016, 164688 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schouwen-Duiveland | Gemeenteblad 2016, 164688 | Overige besluiten van algemene strekking |
Nadere regels Verordening jeugdhulp gemeente Schouwen-Duiveland
Hoofdstuk 3: Toegang jeugdhulp via de gemeente
Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 5, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens met hem een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het college de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Hoofdstuk 5: Regels voor persoonsgebonden budget
Artikel 10 Aanvullende criteria persoonsgebonden budget (PGB)
Artikel 11 Hoogte van het persoonsgebonden budget (PGB)
In afwijking van het eerste lid kan het college een hoger persoonsgebonden budget toekennen als voor deze hulpvraag geen passende individuele voorziening in natura beschikbaar is en 75% van de kostprijs van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura niet toereikend is om de bij de hulpvraag passende jeugdhulp in te kopen. Het persoonsgebonden budget dat het college toekent, bedraagt maximaal 100% van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura.
In afwijking van het vierde lid kan het college een hoger persoonsgebonden budget toekennen als voor deze hulpvraag geen passende individuele voorziening in natura beschikbaar is en 50% van de kostprijs van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura niet toereikend is om de bij de hulpvraag passende jeugdhulp in te zetten. Het persoonsgebonden budget dat het college toekent, bedraagt maximaal 100% van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura.
Hoofdstuk 6: Overige bepalingen
Artikel 13. Inspraak en medezeggenschap
1.Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntengroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen en bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
2.De reguliere adviesraden van het college worden eveneens betrokken bij de voorbereiding van het beleid op het gebied van jeugdhulp.
Vastgesteld in het college van 27 september 2016
Hoofdstuk 2 Vormen van jeugdhulp
De overige voorzieningen zijn beschikbaar zonder een aanvraagprocedure. De overige voorzieningen bestaan uit het laagdrempelig verlenen van informatie en advies en uit het verstrekken van lichte ambulante hulpverlening. De overige voorzieningen zijn laagdrempelig beschikbaar en moet voorkomen dat de dure individueel hulpverlening wordt ingezet. Daarnaast kunnen de overige voorzieningen een goede ondersteuning bieden bij de inzet van een individuele voorzieningen.
De hulpverlening binnen het gebiedsgerichte team is ook een overige voorziening dat zonder beschikking kan worden ingezet. Voor de inzet van ambulante hulpverlening vanuit het gebiedsgerichte team is een drie kolommenmodel nodig dat door Centrum voor Jeugd en Gezin wordt ingevuld. Het drie kolommenmodel is de toegang tot het gebiedsgerichte team.
De individuele voorziening is een voorziening dat alleen via een aanvraag en een beschikking kan worden ingezet. Het is een dure voorziening, dat niet vrij toegankelijk is voor ouders en jeugdigen. De Commissie Toewijzing Jeugdhulp heeft het mandaat om een individuele voorziening in te zetten en zal deze procedure zorgvuldig moeten doorlopen. In het productenboek van de gemeente Schouwen-Duiveland staan de individuele voorzieningen genoteerd. Aan de hand van de productenboek is het voor ouders en jeugdigen ook duidelijk welke voorzieningen niet vrij toegankelijk zijn.
Hoofdstuk 3 Toegang jeugdhulp via de gemeenteToegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag
De gemeente organiseert de toegang tot de jeugdhulp via Centrum voor Jeugd en Gezin. De ouders en of jeugdige worden direct geholpen door een jeugdverpleegkundige. De jeugdverpleegkundige heeft brede blik en kan zowel vragen op het gebied van psychosociale problematiek als ook medische problematiek beantwoorden. Centrum voor Jeugd en Gezin is er voor alle vragen. Indien de vraag complexer is, vult de Jeugdverpleegkundige samen met de ouders en of jeugdige een drie kolommenmodel in, waarin de Jeugdverpleegkundige aangeeft dat het gezin tijdelijk extra hulp nodig heeft. In eerste instantie worden de vragen doorverwezen naar het Gebiedsgerichte team (GGT). Als duidelijk is dat de persoon direct zwaardere zorg nodig heeft zal de vraag direct worden doorgeleid naar het Commissie toewijzing jeugdhulp.
De medewerker van Centrum voor Jeugd en Gezin informeert de ouders en jeugdigen over de procedure omtrent de drie kolommenmodel en informeert de ouders en jeugdigen over zijn rechten, plichten. Het kan zijn dat het Commissie toewijzing jeugdhulp op basis van de gegevens uit het drie kolommenmodel nader onderzoek doet om te bepalen of ouders en of jeugdige een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet nodig heeft. Het aanvragen van advies door een specialist kan onderdeel uitmaken van het onderzoek. Het is van belang dat de ouders en of jeugdige toestemming geeft voor het uitwisselen van zijn persoonsgegevens.
Wanneer er sprake is van spoedeisende hulp, kan het gebiedsgerichte team en het Commissie toewijzing jeugdhulp direct een individuele voorziening inzetten. Dit betekent dat de ouders en jeugdige geen procedure hoeft te doorlopen om de nodige zorg te ontvangen.
Ouders en jeugdige kunnen zich, zonder een aanvraag, zich rechtstreeks toegang krijgen tot overige jeugdhulpverlening (overige voorziening genoemd in artikel 2, lid a, b en c). De ouders en jeugdige dienen hiervoor geen aanvraag in te dienen en er hoeft ook geen procedure door te lopen, zoals die hier omschreven staat in artikel 4 tot 8. De gemeente communiceert duidelijk naar de inwoners welke voorzieningen direct toegankelijk zijn en welke voorzieningen niet direct toegankelijk zijn. In het productenboek van de gemeente Schouwen-Duivelandstaat omschreven welke hulpverlening direct toegankelijk is en welke hulpverlening niet direct toegankelijk is.
Voor hulp en ondersteuning via het gebiedsgerichte team (artikel 2, lid d) kunnen ouders en jeugdigen alleen hulp ontvangen via het gebiedsgerichte team, door het invullen van een drie kolommenmodel.
Na bevestiging van hulpvraag wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek. Op voorhand bepaalt de nadere regels niet precies wanneer deze afspraak wordt gemaakt. Afhankelijk van de hulpvraag kan het namelijk zijn dat het Centrum voor Jeugd en Gezin eerst gegevens wil verzamelen voor een goede voorbereiding op het gesprek.
Wanneer de gegevens bekend zijn bij de Centrum voor Jeugd en Gezin, dan is het niet nodig om het gehele vooronderzoek opnieuw te houden. Het gebiedsgerichte teamlid kan in overleg met de cliënt overleggen om het vooronderzoek niet te houden. De gegevens die al bekend zijn, daar kan het gebiedsgerichte team, in overleg met de cliënt gebruiken voor het gesprek. Het invullen van een nieuw driekolommenmodel is echter wel altijd een vereiste.
Het familiegroepsplan is in artikel 1.1 van de Jeugdwet gedefinieerd als: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. In artikel 4.1.2 van de Jeugdwet is bepaald dat de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 Jeugdwet en indien sprake is van vroegsignalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als eerste de mogelijkheid biedt om, binnen redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Op grond van artikel 2.1., onder g, Jeugdwet, maakt het familiegroepsplan onderdeel uit van het gemeentelijk beleid.
Het gesprek wordt schriftelijk vastgesteld. Daarin staan het in samenspraak met de ouders en jeugdigen, en indien aanwezig andere personen uit het sociale netwerk, tot stand gekomen oplossingen (een arrangement).
Het gespreksverslag vormt de belangrijkste basis voor de beslissing op de aanvraag. Nadat de ouders en jeugdigen beschikt over het gespreksverslag is het wel de verantwoordelijkheid van de ouders en jeugdige, al dan niet personen uit het sociale netwerk, zelf te beslissen of een aanvraag wordt ingediend. Als de ouders en jeugdige niet eens is met het verslag , dan is er altijd een mogelijkheid voor de ouders en jeugdige om aan te geven waarom hij niet akkoord is.
Als de ouders en/of jeugdige het verslag ondertekent en het plan is voorzien van zijn naam, burgerservicenummer (BSN), geboortedatum en een dagtekening, kan het plan fungeren als aanvraagformulier voor een individuele voorziening of individuele voorziening; als dat (mede) de uitkomst is van het gesprek.
Een aanvraag kan alleen door de gemeente in behandeling worden genomen wanneer een aanvraagformulier of gespreksverslag voorzien van naam, BSN, geboortedatum en ondertekening door ouders en of jeugdige(of gemachtigde) bij de gemeente is ingeleverd. De datum waarop de aanvraag juist en volledig is, geldt als aanvraagdatum.
Wanneer de gemeente een aanvraag ontvangt die door een ander bestuursorgaan behandeld moet worden, heeft de gemeente doorzendplicht (art. 2:3 Awb). In de praktijk wordt de volledige aanvraag met begeleidend schrijven (of telefoongesprek) geretourneerd aan belanghebbende. Slechts op uitdrukkelijk verzoek van ouders en of jeugdige kan de gemeente de aanvraag doorzenden naar het desbetreffende bestuursorgaan.
Hoofdstuk 4: Criteria voor individuele Jeugdhulpvoorziening
Ouders en/of jeugdigen krijgen een individuele voorziening wanneer de hulpvraag niet kan worden opgelost in de eigen omgeving, of wanneer een andere voorliggende voorziening kan voldoen als meest adequate oplossing. Er is sprake van een andere voorzieningen wanneer een hulpvraag via het passend onderwijs kan worden opgelost, of dat de jeugdige onder de voorwaarden van de Wet Langdurige zorg valt, of dat een overige voorziening een goede oplossing kan zijn. Men kan hier denken aan hulp vanuit het Gebiedsgerichte team.
Hoofdstuk 5: Regels voor persoonsgebonden budget
Artikel 10 Aanvullende criteria persoonsgebonden budget (PGB)
Een PGB kan een geschikt instrument zijn voor de ouder en/of jeugdige om zijn leven naar eigen wensen en behoeften in te vullen. Het is een individuele voorziening die bij uitstek geschikt is voor mensen die zelf de regie over hun leven kunnen voeren. De gemeente streeft ernaar dat een PGB niet noodzakelijk is, omdat alle gewenste voorzieningen op lokaal niveau aanwezig zijn, maar beseft hierbij dat dit niet in alle gevallen mogelijk is. De gemeente vindt het van belang dat mensen eigen regie over hun leven kunnen voeren en dat zij, indien zij dit wensen, hiervoor een PGB inzetten.
Het college kan een persoonsgebonden budget weigeren wanneer uit verleden is gebleken dat de
budgethouder in het verleden niet heeft voldaan aan de voorwaarden van persoonsgebonden budget,
men kan dan denken aan een budgethouder waarbij fraude is geconstateerd. Daarnaast wordt een
persoonsgebonden budget geweigerd, wanneer de persoonsgebonden budget wordt ingezet voor
bemiddelingskosten en of administratieve kosten. Het persoonsgebonden budget kan alleen worden
ingezet ten behoeve van de zorg.
De budgethouder, moet naast de wettelijke verplichting van trekkingsrecht, ook verantwoording
afleggen aan de gemeente Schouwen-Duiveland. Van de budgethouder wordt verwacht dat hij of zij
de administratie zelf kan organiseren en bijhouden.
Een individuele voorziening in de vorm van een PGB wordt alleen verstrekt indien de aanvrager dit gemotiveerd, aan de hand van een opgesteld plan vraagt. De ouders en jeugdige moet motiveren dat het bestaande aanbod van zorg in natura niet passend is. In het plan moet duidelijk worden aangetoond dat de verstrekking van een PGB aantoonbaar leidt tot veilige betere en effectievere ondersteuning. Ook dient de ondersteuning aantoonbaar doelmatiger te zijn. De gemeente beoordeeld of dit plan voldoet. Door het opstellen van een persoonlijk plan wordt de ouders en jeugdige gestimuleerd na te denken over zijn zorgvraag, deze uit te werken en te concretiseren, en tevens het doelbereik en daarmee de kwaliteit van de zorg te evalueren.
Artikel 11 Hoogte van het persoonsgebonden budget (PGB)
De hoogte van de pgb wordt beoordeeld aan de hand van de maximum tarieven PGB vastgesteld in
deze nadere regels (bijlage 1) Het toegekende pgb kan nooit hoger zijn dan de kostprijs van de
individuele voorzieningen in natura. Indien de ouders en de jeugdige toch duurdere voorzieningen
willen gaan inkopen, dan dienen de ouders en de jeugdige de meerkosten voor eigen rekening te
Een pgb is gemiddeld genomen goedkoper dan zorg in natura omdat er minder overheadkosten hoeven te worden meegerekend. Daarbij wordt in principe uitgegaan van 75% van een voorziening in natura en 50% van een voorziening in natura in geval van inzet van het sociaal netwerk. De gemeente keert een “bruto” pgb uit aan het SVB.
Daarnaast is het mogelijk dat een PGB voorziening wordt verstrekt, zodat ouders zorg bij een
instelling kunnen inkopen, waarmee de gemeente geen contract mee heeft. Men kan denken aan
instellingen die een bepaald geloof hanteren of zorg leveren met een specifieke gedachten. In deze
gevallen verstrekt de gemeente 100% van de kostprijs van de individuele voorziening in natura,
indien de kosten hoger zijn dan de richtlijnen, zijn de meerkosten voor de ouders.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-164688.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.