Gemeente Nissewaard - Algemene subsidieverordening Nissewaard

De raad van de gemeente Nissewaard;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 december 2015;

 

gelet op 149 van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de commissie Welzijn van 26 november 2015;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening: Algemene subsidieverordening Nissewaard

Artikel 1 Toepasselijkheid van deze verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de subsidies die kunnen worden verstrekt op grond van deze verordening.

  • 2.

    Bij subsidieregeling kan van deze verordening worden afgeweken, maar niet van de artikelen 2, 6 en 10.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening geheel of gedeeltelijk van overeenkomstige toepassing verklaren op subsidies die kunnen worden verstrekt zonder grondslag in een wettelijke regeling.

Artikel 2 Subsidiebevoegdheid, subsidieregelingen en subsidieplafond

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (‘subsidieregeling’) bepalen voor welke activiteiten in een bepaald jaar subsidie kan worden verleend.

  • 2.

    Een subsidieregeling vermeldt in elk geval:

    • a.

      de activiteiten en, in voorkomend geval, de personen of instellingen die voor subsidie in aanmerking kunnen komen;

    • b.

      de begrotingspost of -posten die voor de subsidiëring wordt of worden aangewend;

    • c.

      indien van belang: het subsidieplafond en de wijze waarop de beschikbare gelden worden verdeeld.

  • 3.

    Een subsidieregeling kan verder naast het in artikel 7 genoemde in elk geval bepalen dat de subsidie kan worden vastgesteld zonder voorafgaande verleningsbeschikking, alsmede dat afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht (Per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen) van toepassing is.

  • 4.

    Als voor het indienen van een aanvraag van subsidie het gebruik van een formulier wordt voorgeschreven, wordt dat als bijlage bij de subsidieregeling gevoegd.

Artikel 3 Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan deze alleen worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking zullen worden gesteld.

Artikel 4 Aaanvraag

  • 1.

    Voor zover voor het aanvragen van subsidie niet een formulier is voorgeschreven waaruit blijkt welke gegevens moeten worden verstrekt, vermeldt een aanvraag in elk geval:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd;

    • b.

      de doelen of resultaten die daarmee worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan kunnen bijdragen;

    • c.

      een begroting van de kosten van de activiteiten en een dekkingsplan;

    • d.

      als ook andere subsidies worden gevraagd, een overzicht daarvan.

  • 2.

    Een rechtspersoon die voor het eerst subsidie vraagt, legt een exemplaar van haar statuten over, een opgaaf van de zittende bestuursleden alsmede een uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt welke personen de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen.

Artikel 5 Aanvraag- en beschikkingstermijnen

  • 1.

    Een aanvraag van een subsidie die per kalenderjaar wordt aangevraagd (‘jaarsubsidie’) wordt uiterlijk 1 juli voor het begin van het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 31 december beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 2.

    Andere aanvragen om subsidie worden uiterlijk vier weken voor het begin van de te subsidiëren activiteiten ingediend. Daarop wordt zo mogelijk binnen vier, maar in elk geval binnen acht weken beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

Artikel 6 Algemene weigeringsgronden (oud)

  • 1.

    Een subsidie wordt in elk geval geweigerd voor zover de verlening een steunmaatregel zou vormen die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 2.

    Een subsidie kan in elk geval worden geweigerd:

    • a.

      als de te subsidiëren activiteiten in strijd zijn met een wettelijke regeling;

    • b.

      als ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt

      • i.

        om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

      • ii.

        om strafbare feiten te plegen;

Een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur;

  • c.

    als de activiteiten niet verenigbaar zijn met het gemeentelijke beleid;

  • d.

    als de activiteiten zich niet in hoofdzaak richten op de gemeente of haar inwoners, tenzij de subsidie wordt gedekt door een specifieke uitkering van het Rijk die mede is bestemd voor andere gemeenten;

  • e.

    als de activiteiten gericht zijn op het uitdragen van levensbeschouwelijke of politieke overtuigingen;

  • f.

    als bepaalde groepen van deelname aan de activiteiten worden uitgesloten en daarmee naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet een nuttig doel wordt gediend, zodat sprake is van ontoelaatbare discriminatie;

  • g.

    als de activiteiten zijn gericht op het maken van winst;

  • h.

    als de aanvrager een bij of krachtens deze verordening gestelde verplichting niet nakomt of als hij niet voldoet aan een daar gestelde voorwaarde om voor de subsidie in aanmerking te kunnen komen;

  • i.

    als de subsidie niet nodig is of als burgemeester en wethouders onvoldoende reden zien om de subsidie te verlenen.

Artikel 7 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    In een subsidieregeling kan worden bepaald dat aan een subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, kunnen worden opgelegd, als ze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 2.

    In een subsidieregeling kan worden bepaald dat een subsidieontvanger aan burgemeester en wethouders een vergoeding van vermogenswaarden verschuldigd is in gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

  • 3.

    In een subsidieregeling kan worden bepaald dat aan een subsidieontvanger verplichtingen kunnen worden opgelegd die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 8 Egalisatiereserve

  • 1.

    Is een jaarsubsidie verleend voor een in de loop van een kalenderjaar uit te voeren activiteitenplan en blijkt dat daarvoor niet de gehele subsidie nodig was, dan kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de subsidieontvanger een egalisatiereserve van ten hoogste tien procent van het subsidiebedrag mag vormen. Bedraagt het overschot meer dan tien procent, dan wordt het meerdere door burgemeester en wethouders teruggevorderd.

  • 2.

    De ontvanger van een andere dan een jaarsubsidie kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. Dan is het vorige lid van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de reserve een zeker bedrag niet te boven mag gaan en dat ze slechts binnen een zekere termijn kan worden gebruikt. Is de reserve gedurende deze termijn niet geheel gebruikt, dan wordt het restant door burgemeester en wethouders teruggevorderd.

Artikel 9 Voorschotten

Op een verleende subsidie kunnen voorschotten worden verleend voordat ze is vastgesteld.

Artikel 10 Wijzigen en intrekken subsidie

  • 1.

    Als na de verlening blijkt dat de subsidiëring een steunmaatregel vormt die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt de subsidie gewijzigd of ingetrokken.

  • 2.

    De subsidie kan worden gewijzigd of ingetrokken als na de verlening alsnog blijkt dat ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt

    • a.

      om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

    • b.

      om strafbare feiten te plegen.

Een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur.

Artikel 11 Aanvraag om vaststelling

  • 1.

    Een aanvraag om vaststelling van een jaarsubsidie wordt uiterlijk 1 juli na het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 31 december beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 2.

    Een aanvraag om vaststelling van een andere subsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken nadat de laatste gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn verlengen. Op de aanvraag wordt zo mogelijk binnen vier maar in elk geval binnen acht weken beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 3.

    Is een aanvraag om vaststelling niet tijdig ingediend, dan kunnen burgemeester en wethouders een nieuwe termijn stellen. Is de aanvraag niet binnen die termijn ingediend, dan kunnen zij de subsidie ambtshalve vaststellen.

Artikel 12 Rekening en verantwoording

  • 1.

    Een subsidie van niet meer dan € 5.000 wordt ambtshalve vastgesteld. Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat de gesubsidieerde aantoont dat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, en dat hij rekening en verantwoording aflegt over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 2.

    Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan € 5.000 gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 3.

    Bij een subsidie van meer dan € 50.000 kunnen burgemeester en wethouders een accountantsverklaring verlangen. Als de subsidieontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, legt hij deze jaarrekening tevens over.

Artikel 13 Hardheidsclausule termijnen

Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

Artikel 14 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. Ze is voor het eerst van toepassing op subsidies voor activiteiten die in het jaar 2017 worden uitgevoerd.

  • 2.

    Op de subsidiëring van voordien uit te voeren activiteiten zijn de Algemene Subsidieverordening Spijkenisse 2007 of de Algemene Subsidieverordening Bernisse 2010 van toepassing.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening Nissewaard.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nissewaard 15 december 2015.

de griffier,

M.W. Vallinga

de voorzitter,

M. Salet

Naar boven