Verordening tot 8e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Medemblik

 

 

De raad van de gemeente Medemblik;

gelezen het bijbehorend voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Medemblik van 14 juni 2016;

gelet op artikel 149 en 151a van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Medemblik.

 

Artikel I Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Medemblik

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Medemblik wordt als volgt gewijzigd:

 

A Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

In het tweede lid wordt na ‘wanneer’ ingevoegd: niet

B In artikel 3:2 wordt na – beheerder: de natuurlijke persoon die door de exploitant is

aangesteld voor de feitelijke leiding van een seksbedrijf; de volgende tekst ingevoegd:

-bevoegd bestuursorgaan: het college of, voor zover het betreft voor het publiek

openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de

Gemeentewet, de burgemeester;

C Artikel 3:3 komt als volgt te luiden:

1. Het is verboden een seksbedrijf uit te oefenen zonder vergunning van het bevoegde

bestuursorgaan.

  • 2.

    Het bevoegde bestuursorgaan draagt zorg voor een onpartijdige en transparante verlening van beschikbare vergunningen.

  • 3.

    Op een aanvraag om een vergunning wordt binnen twaalf weken beslist. Deze termijn kan met ten hoogste twaalf weken worden verlengd.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

  • 5.

    Een vergunning kan mede voor één seksinrichting worden verleend.

  • 6.

    De vergunning wordt voor een periode van ten hoogste twee jaar verleend.

  • 7.

    De vergunning kan voor een periode van ten hoogste twee jaar worden verlengd.

D Artikel 3:5, tweede lid komt als volgt te luiden:

2.Er kan voor in totaal ten hoogste één seksinrichting vergunning worden verleend.

E Artikel 3:6, eerste lid, tweede lid aanhef en vierde lid komen als volgt te luiden:

1.Een aanvraag om vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door het

bevoegde bestuursorgaan vastgesteld formulier.

2.Bij de aanvraag wordt vermeld voor welke activiteit vergunning wordt gevraagd, en

worden in ieder geval de volgende gegeven en bescheiden overlegd:

4.Het bevoegde bestuursorgaan kan aanvullende gegevens of bescheiden verlangen.

F Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In het eerste lid onder h. wordt ‘de exploitant of beheerder’ vervangen door:

    de exploitant of de beheerder;

  • b.

    In het eerste lid onder i. wordt ‘de exploitant of beheerder’ vervangen door:

    de exploitant of de beheerder;

  • c.

    In het eerste lid onder i. wordt ‘500,- euro’ vervangen door: € 500,-;

  • d.

    In het eerste lid onder i. onder 5°wordt na ‘weerkorpsen’ toegevoegd: of;

  • e.

    In het tweede lid wordt ‘gelijk gesteld’ vervangen door: gelijkgesteld;

  • f.

    In het tweede lid onder b. wordt ‘375,- euro’ vervangen door: € 375,-;

  • g.

    In het vijfde lid onder b. wordt ‘aan de bij of krachtens artikel 3:6 gestelde eisen’

    vervangen door: aan een bij of krachtens artikel 3:6 gestelde eis;

  • h.

    In het vijfde lid onder b. wordt ‘de burgemeester’ vervangen door: het bevoegde

    bestuursorgaan;

  • i.

    In het vijfde lid onder e. wordt ‘aan het bepaalde bij artikel’ vervangen door: aan artikel.

G In artikel 3:8 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In het eerste lid onder a. wordt ‘de exploitant’ vervangen door: de naam van de

    exploitant;

  • b.

    In het eerste lid onder b. wordt ‘toepassing, de’ vervangen door: toepassing, die van de;

  • c.

    In het eerste lid onder g. wordt ‘voorschriften of beperkingen’ vervangen door:

    voorschriften en beperkingen;

  • d.

    In het eerste lid onder h. wordt ‘de geldigheidsduur’ vervangen door: indien van

    toepassing, de geldigheidsduur;

  • e.

    in het tweede lid wordt ‘en dat tevens’ vervangen door: en tevens dat;

H In artikel 3:10 wordt ‘de burgemeester’ vervangen door: het bevoegde bestuursorgaan.

I Artikel 3:11 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In het eerste lid wordt ‘3:3,3:6’ vervangen door: 3:3, 3:5, 3:6;

  • b.

    In het eerste lid wordt ‘de burgemeester’ vervangen door: het bevoegde bestuursorgaan.

J Artikel 3:15 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In het vierde lid wordt ‘onverwijld aan de burgemeester’ vervangen door:

    onverwijld aan het bevoegde bestuursorgaan;

  • b.

    In het vierde lid wordt ‘na goedkeuring van de burgemeester’ vervangen door: na

    goedkeuring van het bevoegde bestuursorgaan.

K Artikel 3:17 wordt als volgt gewijzigd:

a.In het tweede lid onder f. wordt ‘de burgemeester’ vervangen door: het bevoegde bestuursorgaan.

L Artikel 5:13 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe

    een tekenlijst aan te bieden in de periodes die door het Centraal Bureau Fondsenwerving

    zijn toegewezen aan gecertificeerde instellingen. Dit verbod geldt niet voor genoemde

    instellingen in de hen toegewezen periode;

  • 2.

    Het is verboden te collecteren op zon- en feestdagen en op maandag t/m zaterdag na 21.00 uur.

M Na artikel 5:34 wordt ingevoegd artikel 5:34a, luidende:

Artikel 5:34a Verbod op gebruik wensballonnen

1.Het is verboden zogenaamde wens- of ufoballonnen, door middel van hete lucht

afkomstig van vuur te laten opstijgen;

2.Onder een wens- of ufoballon wordt mede verstaan: herdenkingsballonnen, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, etc.

N Artikel 6:2 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde,

    zijn belast: de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

  • 2.

    het college dan wel de burgemeester kan daarnaast andere personen belasten met dit

    toezicht.

  • 3.

    Onverminderd het eerste en tweede lid zijn de ambtenaren van politie, bedoeld

    in artikel 141, onder b, van het Wetboek van Strafvordering, eveneens belast met het

    toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften.

O Artikel 6:3 komt als volgt te luiden:

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding

van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot

handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of

gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder

toestemming van de bewoner.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze wijzigingsverordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

 

Artikel III Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als ‘Achtste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Medemblik’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik, gehouden op 29 september 2016.

 

De griffier, De voorzitter,

A.Reus F.R. Streng

 

 

Toelichting algemeen

Het nieuwe hoofdstuk 3 van de model-APV is nog maar een paar maanden geleden gepubliceerd en door de raad vastgesteld.

  • Recente Europeesrechtelijke jurisprudentie heeft ertoe geleid dat bepaalde onderdelen moeten worden herzien, voor die gemeenten die een maximumbeleid voor vergunningen willen voeren. Dit is gebeurd.

  • Een onjuiste uitleg van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder b. van de Gemeentewet heeft

geleid tot een onjuiste bevoegdheidsverdeling tussen het college van burgemeester en wethouders enerzijds en de burgemeester anderzijds. Deze omissie is hersteld.

In het verlengde hiervan zijn enkele andere kleinere aanpassingen meegenomen. Nader overleg met het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft opgeleverd dat de artikelen 6:2 en 6:3 eenvoudiger kunnen worden vormgegeven. Dit is gedaan. Ook zijn er hier en daar kleine redactionele verbeteringen doorgevoerd.

Schaarse vergunningen

Er is sprake van schaarse vergunningen als het aantal te verlenen vergunningen voor seksbedrijven en/of –inrichtingen beperkt is door het instellen van een maximum. Deze vergunningen mogen in lijn met de Dienstenrichtlijn en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie niet voor onbepaalde tijd verleend worden. Bovendien moet het bevoegde bestuursorgaan dan een selectieprocedure hanteren die alle waarborgen voor onpartijdigheid en transparantie biedt.

Bevoegde bestuursorgaan

Naar nu blijkt is er een verkeerde uitleg van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder b. van de Gemeentewet ten grondslag gelegd aan de uitwerking van het nieuwe ‘Prostitutiehoofdstuk’. In ‘of krachtens de wet’ werd ten onrechte gelezen dat ook bij autonome verordening zelfstandig bepaald kon worden de uitvoering van de verordening bij de burgemeester te leggen (i.p.v. bij burgemeester en wethouders). Als gevolg hiervan wordt nu teruggegrepen op de bevoegdheidsverdeling zoals die voorheen gebruikelijk was. Het college wordt aangemerkt als bevoegd bestuursorgaan, tenzij het betreft voor publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende ervan als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet. Dan wordt burgemeester aangemerkt als bevoegd bestuursorgaan.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 3:2

Overeenkomstig artikel 160, eerste lid, aanhef en onder b. van de Gemeentewet is het college belast met de uitvoering van raadsbesluiten (waaronder verordeningen zoals APV), tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester daarmee is belast.

Artikel 3:3

Het zevende lid geeft aan dat de vergunning voor ten hoogste twee jaar verlengd kan worden. Een totale geldigheidsduur van vijf jaar lijkt een veilige bovengrens. Bij een initiële geldigheidsduur van twee jaar zou dus één keer voor nog eens twee jaar verlengd kunnen worden.

Artikel 3:5

Het woord ‘wordt’ is veranderd in ‘kan’.

Artikel 3:6

In dit artikel is ‘de burgemeester’ vervangen door ‘het bevoegde bestuursorgaan’.

De artikelen 3:7, 3:8, 3:10, 3:11, 3:15 en 3:17

De wijzigingen spreken voor zich.

Artikel 5:13

Sinds een paar jaar is de collectevergunning vervangen door een melding. In het kader van een verdere deregulering wordt er nu een algemene regel gesteld.

Artikel 5:34a

Vanuit het Westfries Genootschap, ondersteund door de Historische Vereniging ‘Lijnen door de tijd’(Sijbekarspel-Benningbroek), is een verbod gevraagd over het gebruik van wensballonnen. Het gebruik van wensballonnen kan brandgevaar opleveren. De gemeente Koggenland heeft ook een verbod op het gebruik van wensballonnen opgenomen.

Artikel 6:2

De uitzondering van het toezicht op hoofdstuk 3 is verwijderd. Het gehele toezicht op de verordening wordt hiermee gelijk gesteld.

Artikel 6:3

Door de wijziging in artikel 6:2 kunnen de leden 2 en 3 komen te vervallen.

Naar boven