Gemeenteblad van Leidschendam-Voorburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leidschendam-Voorburg | Gemeenteblad 2016, 160358 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leidschendam-Voorburg | Gemeenteblad 2016, 160358 | Verordeningen |
Gemeente Leidschendam-Voorburg - Subsidieverordening Budget Wijkinitiatieven Gemeente Leidschendam-Voorburg 2016
De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg;
Ieder voor zo ver het hun eigen bevoegdheden betreft;
Besluiten vast te stellen de volgende:
Subsidieverordening Budget Wijkinitiatieven Gemeente Leidschendam-Voorburg 2016.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:
Budgethouder: het afdelingshoofd van de afdeling SMO die door het college is aangewezen voor het beheer van het budget wijkinitiatieven. Onder beheer wordt in ieder geval verstaan: vastleggen van de aanvraag in de gemeentelijke administratieve systemen, het (doen) uitbetalen van declaraties, het ten minste halfjaarlijks rapporteren aan de Werkgroep van de administratieve voorgang van de door de Werkgroep positief beoordeelde initiatieven.
Artikel 6 Verlening budget wijkinitiatieven
In uitzonderingsgevallen kan van lid 1, lid 8 worden afgeweken, indien de spoedeisendheid van het initiatief daartoe aanleiding geeft en het initiatief niet meer dan € 1.000 behelst. Van deze uitzondering kan door de initiatiefnemer slechts één keer per jaar gebruik worden gemaakt. De budgethouder neemt het beheer over in overleg met de Werkgroep..
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg in zijn openbare vergadering van 29 maart 2016
de griffier, de voorzitter,
mr. G.A. van Egmond, drs. J.W. van der Sluijs
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg van 16 februari 2016
secretaris, burgemeester
B.J.D. Huykman, drs. J.W. van der Sluijs
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
a. budget wijkinitiatieven (wijkbudget)
Het budget wijkinitiatieven is een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De algemene bepalingen van de Awb zijn hierop van toepassing. In aanvulling daarop zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.
De verordening is bedoeld voor alle initiatieven die de leefbaarheid van de wijk, buurt of straat vergroten. Vele initiatieven zijn denkbaar: verbeteren van de veiligheid van een plein of park, project voor jongeren die werkloos zijn, maatregelen om overlast van jongeren terug te dringen, speelplekken, hangplekken, buurtkrant, website van de wijk, wijkfeest, sportdag, bekostigen beplanting en bloembakken, presentjes voor nieuwe bewoners in de wijk, opstellen van leefregels voor de buurt en nieuwe manieren om alle bewoners bij de wijk te betrekken. De initiatiefbudgetten kunnen niet worden benut voor puur individuele projecten. Zie in dit verband de weigeringsgrond van artikel 6, lid 5.
De aanvrager of initiatiefnemer kan een individuele bewoner, een groep van bewoners uit een wijk of een ondernemer in de wijk zijn. De organisatievorm is niet van belang. Het kan gaan om een bestaande groep of bewonersorganisatie of om een speciaal voor het initiatief opgerichte groepen. Bewonersgroepen kunnen beschikken over rechtspersoonlijkheid. In dat geval is de rechtspersoon initiatiefnemer / aanvrager. Indien de bewonersgroep geen rechtspersoonlijkheid heeft, kan een deelnemer van de groep als contactpersoon namens de groep aangemerkt worden als initiatiefnemer / aanvrager.
In de gemeente komt een Werkgroep bestaande uit inwoners van de gemeente en ondersteund door de gemeente. Deze Werkgroep geeft een advies op de aanvragen voor budget wijkinitiatieven. Voor werving van deze groep wordt een profielschets opgesteld en via een advertentie worden alle inwoners in de gelegenheid gesteld zich voor de Werkgroep aan te melden.
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op het budget wijkinitiatieven voor bewonersinitiatieven. Dit laat onverlet dat de algemene regels van de Awb ook van toepassing zijn.
Artikel 3 Bevoegdheid college en mandatering
Het college benoemt en ontslaat de voorzitter en drie leden van de Werkgroep, een commissie die advies geeft over de besteding van het budget wijkinitiatieven. Deze 4 personen kunnen maximaal 3 andere personen benoemen, de Werkgroep bestaat immers uit maximaal 7 leden. De tekst van het tweede lid maakt het mogelijk om mensen voor een kortere periode dan een volledige college periode (4 jaar) te benoemen. Dit maakt het mogelijk om mensen te vragen voor bijvoorbeeld een (kort) project.
Artikel 5 Aanvraag initiatiefbudget
Het initiatief hoeft geen uitgewerkt plan te zijn. Daarom wordt gewerkt met een aanvraagformulier waarop een aantal verplichte indieningvereisten is opgenomen als omschrijving, uitvoering, planning, kostenraming e.a.. Waar nodig kan de gemeente de initiatiefnemer(s) adviseren en begeleiden bij het opstellen van een kostenraming. Een initiatief kan aan belang winnen, als het draagvlak heeft. Het aantonen van draagvlak kan op veel verschillende manieren. Er kan een handtekeningenlijst worden toegevoegd, een verslag van een vergadering, berichten op internet of e-mails. Het aantal medestanders is niet aan te geven: dat is afhankelijk van de aard en omvang van het initiatief.
Artikel 6 Verlening initiatiefbudget
Een initiatiefbudget wordt verleend aan een initiatiefnemer. De initiatiefnemer is een individuele bewoner, een groep bewoners of een ondernemer in de wijk, die een aanvraag heeft ingediend om een initiatief uit te voeren. Indien sprake is van een individuele bewoner als initiatiefnemer, dan wordt het initiatiefbudget op naam van deze individuele bewoner gezet. Bij een bewonersgroep als initiatiefnemer zijn er twee mogelijkheden. Indien de groep rechtspersoonlijkheid heeft, wordt het initiatiefbudget op naam van deze rechtspersoon gezet. Indien de groep geen rechtspersoonlijkheid heeft, wordt het initiatiefbudget op naam van een natuurlijk persoon gezet, zijnde de contactpersoon van deze groep bewoners.
In dit artikel wordt het proces van verlening beschreven.
De aanvragen worden door de Werkgroep getoetst aan de weigeringsgronden uit Algemene wet bestuursrecht en de subsidieverordening zoals beschreven in lid 7. Wanneer er geen gegronde redenen bestaan om een aanvraag te weigeren, wordt de aanvraag positief beoordeeld.
Een aanvraag kan ook gedeeltelijk worden ingewilligd en gedeeltelijk worden geweigerd.
Een aanvraag kan worden geweigerd op grond van de in artikelen 4:35 Awb genoemde gronden of de in deze verordening genoemde gronden worden geweigerd.
De weigering van een aanvraag om een initiatiefbudget dient uiteraard gemotiveerd te worden met vermelding van de weigeringsgrond(en).
Bij het overschrijden van het door het college vastgestelde subsidieplafond, moet de aanvraag worden geweigerd. (artikel 4:25 tweede lid Awb).
Verlening van het initiatiefbudget vindt plaats op basis van de werkelijke kosten. Indien deze kosten niet van tevoren bekend zijn, wordt de subsidie verleend aan de hand van de begrote kosten, waarbij de afrekening plaatsvindt op basis van de werkelijke kosten ten tijde van de vaststelling.
Artikel 7 Verplichtingen van de initiatiefnemer
De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het creëren van draagvlak onder bewoners. In de toelichting bij artikel 5, lid 2 staat aangegeven op welke manier de initiatiefnemer dit kan aantonen.
Artikel 9 Bestedingstermijn jaarbudget
Het kan voorkomen dat een door het college aan een wijk ter beschikking gestelde bedrag ter uitvoering van deze verordening niet geheel wordt verbruikt in datzelfde jaar. Dit kan twee oorzaken hebben: Enerzijds kan het zijn dat niet al het geld in de vorm van een initiatiefbudget wordt verstrekt. Anderzijds kan het zijn dat ten behoeve van een initiatief aanvankelijk een hoger bedrag is verleend dan uiteindelijk wordt vastgesteld. Beide vormen (al dan niet samen) leiden tot onderschrijding van het jaarbedrag van een wijk.
Het doel van deze bepaling is om te voorkomen dat deze onderschrijdingen tot in het oneindige kunnen worden opgespaard. De onderschrijding in een jaar moet in ieder geval in het daarop volgende jaar door de betreffende wijk worden besteed. Dat wil zeggen naar aanleiding van de vaststelling zijn betaald.
Onderschrijdingen mogen in het daaropvolgende jaar worden besteed. Ingeval deze subsidieverordening wordt ingetrokken beslist het college over de bestemming van de resterende middelen.
Artikel 10 maakt het mogelijk dat het college in bijzondere gevallen van de bepalingen in deze verordening kan afwijken
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-160358.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.