Afvalstoffenverordening gemeente Alkmaar 2016

De raad van de gemeente Alkmaar;

 

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr.2016-1747;

 

gelet op het advies van de commissie Ruimte;

 

gezien het Eindverslag inspraak ontwerp Afvalstoffenverordening gemeente Alkmaar 2016;

 

gelet op de artikelen 10.23, 10.24, 10.25, 10.26 en 10.27 van de Wet milieubeheer en de artikelen 28 en 30 van de Wet algemene regels herindeling;

 

b e s l u i t

vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening gemeente Alkmaar 2016.

 

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    Perceel: een perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan;

  • 2.

    Inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen en innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • 3.

    Inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer ten behoeve van één huishouden;

  • 4.

    Inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • 5.

    Omgekeerd inzamelen: een methode van inzamelen ter bevordering van het afzonderlijk inzamelen van herbruikbare bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

 

§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst

  • 1.

    Stadswerk 072 N.V. is als inzameldienst belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen voor het gebied van de voormalige gemeenten Alkmaar en Graft-De Rijp.

  • 2.

    N.V. HVC te Alkmaar is als inzameldienst, op basis van een alleenrecht, belast met de inzameling en het verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor het gebied van de voormalige gemeente Schermer.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

  • 1.

    Het is voor anderen dan de inzameldiensten verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

    • a.

      daartoe is aangewezen door burgemeester en wethouders;

    • b.

      bij nadere regels van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld; of

    • c.

      verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onder a, voorschriften verbinden en beperkingen stellen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissing) is niet van toepassing.

Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats

  • 1.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

  • a.

    ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • b.

    over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid; of

  • c.

    achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5.

Artikel 7. Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldiensten of andere inzamelaars worden in ieder geval de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • -

      kunststof verpakkingsmateriaal, metalen verpakkingen en drankenkartons;

    • -

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • -

      oud papier en karton;

    • -

      glas;

    • -

      textiel;

    • -

      klein chemisch afval;

    • -

      afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;

    • -

      grof huishoudelijk afval;

    • -

      grof tuinafval.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een omschrijving vaststellen van de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Frequentie inzameling bij of nabij elk perceel

  • 1.

    De onderstaande bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld bij of nabij elk perceel door middel van een inzamelmiddel of een inzamelvoorziening:

  • 2.

    Groente, fruit- en tuinafval wordt tenminste eenmaal per twee weken afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld in gebieden waar wordt ingezameld door middel van een inzamelmiddel;

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid worden groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk ingezameld bij of nabij elk perceel in de hoogbouw, in de Binnenstad en in de Spoorbuurt;

  • 4.

    Kunststof verpakkingsmateriaal, metalen verpakkingen en drankkartons worden tenminste eenmaal per vier weken afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld in gebieden waar wordt ingezameld door middel van een inzamelmiddel;

  • 5.

    Oud papier en karton worden ten minste eenmaal per vier weken afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld in gebieden waar wordt ingezameld door middel van een inzamelmiddel;

  • 6.

    Restafval wordt tenminste eenmaal per twee weken bij of nabij elk perceel ingezameld in gebieden waar wordt ingezameld door middel van een inzamelmiddel met uitzondering van de gebieden waar omgekeerd wordt ingezameld alwaar tenminste eenmaal per vier weken wordt ingezameld bij of nabij elk perceel.

Artikel 9. Gescheiden aanbieding

  • 1.

    Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

    • a.

      ter inzameling aan te bieden;

    • b.

      achter te laten op een inzamelplaats, bedoeld in artikel 5.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.

Artikel 11. Wijze en plaats van aanbieding

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van bepaalde bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen onder andere regels stellen over de aanwijzing, de plaats, de wijze van aanbieding en het gebruik van

    • a.

      inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij of nabij een perceel;

    • b.

      inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.

  • 3.

    Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens het eerste lid, een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de regels als bedoeld in het tweede lid.

  • 5.

    Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de tijden, bedoeld in artikel 10, buiten een perceel te laten staan.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

     

§ 3. Bedrijfsafvalstoffen

Artikel 12. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst

Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen in artikel 3, in gevallen waarin de voor deze inzameling, krachtens de vigerende Verordening Reinigingsheffingen van de gemeente Alkmaar, verschuldigde heffing is voldaan.

Artikel 13. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 12 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden, aan de inzameldienst over te dragen of bij de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5, achter te laten.

Artikel 14. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouders te stellen regels over de dagen, tijden, wijzen en plaatsen van inzameling van de krachtens artikel 12 aangewezen bedrijfsafvalstoffen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het aanbieden of overdragen van bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het eerste lid, inhouden.

     

§ 4. Zwerfafval en overige

Artikel 15. Dumpingsverbod

  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

    • b.

      het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

    • c.

      het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

    • d.

      handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit.

  • 3.

    Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

Artikel 16. Zwerfafval in de openbare ruimte

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

  • 2.

    Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.

  • 3.

    Het is verboden ter inzameling gereedstaande afvalstoffen, inzamelvoorzieningen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

Artikel 17. Zwerfafval rondom inrichtingen

  • 1.

    Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

  • 2.

    Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

  • 3.

    De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Artikel 18. Afval en verontreiniging op de weg

  • 1.

    Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

  • 2.

    Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt of diens opdrachtgever zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

Artikel 19. Geen opslag van afval in de open lucht

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 20. Ontdoen van autowrakken

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

 

§ 5. Handhaving en toezicht

Artikel 21. Strafbare feiten

Overtreding van artikel 4, artikel 6 of van artikel 9 tot en met artikel 11 en artikel 13 tot en met artikel 20, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 22. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

 

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 23. Intrekking oude verordening

De Afvalstoffenverordening van de gemeente Alkmaar 2009, vastgesteld op 12 november 2009, de Afvalstoffenverordening 2004 van de gemeente Graft-De Rijp, vastgesteld op 15 april 2004 en de Afvalstoffenverordening van de gemeente Schermer 2010, vastgesteld op 27 april 2010, worden ingetrokken.

Artikel 24. Overgangsrecht

Besluiten, waaronder mede begrepen aanwijzingsbesluiten, genomen krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 23, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 25. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gemeente Alkmaar 2016.

Artikel 26. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking daarvan.

 

Alkmaar, 10 november 2016

De raad voornoemd,

P.M. Bruinooge,

voorzitter

drs. A.P.A. Koolen,

griffier

Toelichting op de Afvalstoffenverordening gemeente Alkmaar 2016

TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

 

1. Inleiding

Deze verordening dient het belang van de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig afvalstoffenbeheer. Afval wordt steeds meer benaderd als grondstof. In een circulaire economie is afval van waarde. Dat betekent duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen, zuiniger zijn op grondstoffen, voorwerpen langer en opnieuw gebruiken en optimalere reststromen. Afvalscheiding en inzameling is daarbij van wezenlijk belang. Gemeenten werken mee in het Programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) om te komen tot een vermindering van het restafval per persoon per jaar en om een verbetering te bereiken van de kwaliteit van afvalscheiding en inzameling.

 

2. Hoofdlijnen van de verordening

Scheiden van afvalstromen begint bij huishoudens (huishoudelijke afvalstoffen) en bedrijven (kantoren, winkels, dienstverleners) waar die afvalstoffen ontstaan – of waar die in de openbare ruimte terechtkomen. De verordening bevat regels over huishoudelijk afval, bedrijfsafval en afval in de openbare ruimte.

 

Huishoudelijke afvalstoffen

Wat betreft huishoudelijke afvalstoffen heeft het gemeentebestuur de wettelijke taak om te zorgen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen door middel van de inzameldienst die daartoe [bij ofkrachtens afhankelijk van keuze in de verordening] deze verordening is aangewezen. Bij de uitvoering van deze taak wordt de gemeente in de praktijk in toenemende mate ondersteund door het initiatief van andere inzamelaars zoals scholen, ideële instellingen of anderen die bijvoorbeeld papier, glas of andere bestanddelen van het huishoudelijk afval verzamelen voor inzameling. Deze verordening regelt de aanwijzing van de inzameldienst en van andere inzamelaars en bepaalt welke bestanddelen gescheiden moeten worden aangeboden en dus ook gescheiden moeten worden ingezameld.

 

Bedrijfsafvalstoffen

Wat betreft bedrijfsafvalstoffen is de afvalscheiding door kantoren, winkels en diensten (hierna: KWD) binnen de gemeente van belang. De inzameling van dergelijk bedrijfsafval kan plaatsvinden door de inzameldienst maar ook door anderen. Het beheer van bedrijfsafvalstoffen is in belangrijke mate op Rijksniveau geregeld door de Wet milieubeheer (hierna: Wm) en daarop gebaseerde centrale regelgeving. Deze verordening bevat enkele aanvullende regels die van belang zijn indien de inzameling van de inzameldienst aan de orde is of die de wijze van aanbieding van bedrijfsafvalstoffen in de openbare ruimte betreffen.

 

Afval in de openbare ruimte

Wat betreft het afval in de openbare ruimte is het belang van het voorkomen van zwerfafval van belang. Zwerfafval ontstaat niet alleen door illegale dumping maar kan ook ontstaan uit huishoudelijk afval, bijvoorbeeld als dat verkeerd is aangeboden of als ter inzameling gereedstaand huishoudelijk afval is doorzocht of omgeschopt. Zwerfafval komt ook in de openbare ruimte terecht via het publiek rondom winkels, eet- en drinkgelegenheden, evenementen of reclame- en promotiecampagnes. De verordening bevat regels voor het bestrijden van zwerfafval.

 

Grondslag

De verordening geeft uitvoering aan de verplichting van artikel 10.23 van de Wm, waarin de gemeenteraad wordt opgedragen om in het belang van de bescherming van het milieu een afvalstoffenverordening vast te stellen. De regels over het zwerfafval houden verband met de regels van de APV voor de openbare ruimte maar zijn vanwege de samenhang met het onderwerp van de Afvalstoffenverordening opgenomen in deze verordening.

 

3. Wettelijke begrippen

In het belang van de eenvoud maakt deze verordening slechts in beperkte mate gebruik van begripsbepalingen.

 

Wat betreft de huishoudelijke afvalstoffen regelt deze verordening, enerzijds, dat de inzameling slechts kan geschieden door aangewezen inzameldiensten en, anderzijds, dat door gebruikers van de percelen waar huishoudelijke afvalstoffen ontstaan, deze afvalstoffen slechts mogen worden overgedragen of aangeboden ter inzameling aan deze inzameldienst of overdragen aan inzamelaars, of achterlaten op een daartoe ter beschikking gestelde plek. Inzameling of het aanbieden ter inzameling door of aan anderen dan deze personen is verboden. De verordening regelt eveneens op welke wijze dat plaats dient te vinden. Er zijn regels over gescheiden inzameling van afzonderlijke bestanddelen van afval zoals groente-, fruit- en tuinafval (hierna: GFT-afval) of papier en karton, over de middelen waarmee dat dient te gebeuren. In schema is de terminologie van artikel 10.24 van de Wm en artikel 1.1 van de Wm dus als volgt gebruikt t.a.v. de huishoudelijke afvalstoffen:

 

De gebruiker van een perceel

De inzameldienst of inzamelaar

Overdragen (aan een inzamelaar)

Innemen (door een inzamelaar)

Ter inzameling aanbieden (al dan niet via inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen)

Inzameling (via de betreffende middelen of voorzieningen) door de inzameldienst

Achterlaten op een ter beschikking gestelde plaats

Inzamelplaats

 

Het is in deze opzet niet nodig om nog een afzonderlijke begripsbepaling voor ‘inzamelen’ op te nemen, zoals in de oude modelverordening het geval was.

 

Uitvoeringsbesluit van burgemeester en wethouders

De verordening delegeert onder andere de bevoegdheid tot het stellen van regels over de volgende onderwerpen aan burgemeester en wethouders:

  • Nadere regels over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen (artikel 3, derde lid).

  • Nadere regels over de voorbereiding van de aanwijzing (artikel 3, derde lid).

  • Nadere regels over vrijstelling voor categorieën personen en organisaties als inzamelaars (artikel 4, eerste lid).

  • Nadere regels inclusief vrijstelling voor gescheiden aanbieden ter inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (artikel 9, tweede lid), zoals het nader omschrijven van de bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen, of over fracties waarvan vermenging is toegestaan.

  • Regels over het gebruik van inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen (artikel 11).

  • Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen (artikel 14).

 

De besluitvorming gaat over:

  • De dagen en tijden waarop de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen plaatsvindt (artikel 10).

  • De aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren (artikel 22).

 

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 2. Doelstelling

In dit artikel is het met de verordening te dienen doel vermeld. Deze volgt uit de wettelijke grondslag van de verordening. De toepassing van bevoegdheden op basis van deze verordening zullen derhalve telkens in dat kader moeten plaatsvinden. Doelmatig afvalstoffenbeheer is onderdeel van de bescherming van het milieu. Het begrip afvalstoffenbeheer is gedefinieerd in de Kaderrichtlijn afvalstoffen als volgt: inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor de stortplaatsen na sluiting en met inbegrip van activiteiten van handelaars of makelaars.

 

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst

De inzameldiensten worden bij verordening aangewezen. De zorg voor deze inzameling berust ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wm op de gemeenteraad en burgemeesters en wethouders. De aangewezen inzameldiensten zullen aan die zorg praktische uitvoering geven.

In het derde lid wordt een grondslag gegeven om nadere regels te stellen over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Redenen van algemeen belang van milieu en gezondheid die met de aanwijzing van inzameldiensten zijn gemoeid dwingen ertoe geen regeling op te nemen voor het van rechtswege nemen van aanwijzingsbesluiten in gevallen waarin niet tijdig op een aanvraag zou worden beslist. De regeling van paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is daarom niet van toepassing. Zo nodig kunnen bij het aanwijzingsbesluit beperkingen of voorschriften worden verbonden aan de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Het ligt in de rede dat dit alleen aan de orde is wanneer er ten aanzien van de aan te wijzen instantie bijzondere voorschriften of beperkingen moeten gelden. Nadere regels over de inzameling kunnen, indien noodzakelijk, door burgemeester en wethouders op grond van het derde lid worden gesteld.

 

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

Dit artikel regelt de mate waarin het voor anderen dan de inzameldienst mogelijk is huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. In beginsel is dit verboden. Er zijn echter drie categorieën van andere inzamelaars dan de inzameldienst, die bepaalde bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen mogen inzamelen. Ten eerste als een inzamelaar is aangewezen. Het gaat dan om een beschikking, waaraan op grond van het tweede lid voorschriften en beperkingen kunnen worden verbonden. Een aanwijzing wordt niet van rechtswege verleend als sprake zou zijn van niet tijdig beslissen. Ten tweede kunnen burgemeester en wethouders bepaalde personen of organisaties vrijstellen bij nadere regels. In het eerste lid, onder b, is mogelijk gemaakt dat er met generieke vrijstellingen kan worden gewerkt voor bijvoorbeeld scholen die papier inzamelen of voor andere organisaties of personen die bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen inzamelen als inzamelaar. Ten derde zijn er producenten van bijvoorbeeld witgoed voor wie op grond van de Wet milieubeheer in algemene maatregelen van bestuur verplichtingen bestaan tot inname van afgedankte producten. Het gaat dan om de producentenverantwoordelijkheid. Vanzelfsprekend kan daarvoor geen verbod gelden. De aanwijzing van inzamelaars verschilt qua karakter van de aanwijzing van de inzameldienst. Het gaat bij de inzamelaars om personen of organisaties die om verschillende redenen behulpzaam willen zijn bij de taak om huishoudelijk afval in te zamelen. Deze aanwijzing heeft – anders dan de aanwijzing van de inzameldienst – het karakter van een vergunning en gaat niet gepaard met een uitvoeringsplicht.

 

Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats

Op deze plaats wordt afzonderlijk geregeld dat op ten minste een plaats ook buiten kantooruren of in het weekend (in voldoende mate dus) gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen achter te laten. Hiertoe is het gemeentebestuur verplicht in verband met de in artikel 8 geboden mogelijkheid om niet telkens per week en bij elk perceel in te zamelen. Ingevolge artikel 10.26, tweede lid, van de Wm is dit verplicht. Het gaat hier om een daartoe ter beschikking gestelde plaats, waar alle bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden achtergelaten.

 

Artikel 6. Algemene verboden

Dit artikel regelt dat het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen niet anders mag geschieden via de kanalen die daarvoor in de artikelen 3, 4 en 5 zijn aangewezen. Dit tot de gebruikers van percelen waar huishoudelijke afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan gerichte verbod is de keerzijde van de in die artikelen tot de inzameldienst en andere inzamelaars gerichte verbod.

 

Artikel 7. Afvalscheiding

Dit artikel regelt welke bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk moeten worden ingezameld.

 

Artikel 8. Frequentie inzameling bij of nabij elk perceel

Dit artikel regelt welke bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk met welke frequentie en op welke locatie moeten worden ingezameld. Deze locatie kan zijn bij elk perceel, nabij elk perceel.

Artikel 10.21 van de Wm schrijft voor dat het gemeentebestuur, al dan niet samen met het gemeentebestuur van andere gemeenten, ervoor zorgt dat ten minste eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan. Grove huishoudelijke afvalstoffen zijn daarvan uitgezonderd. GFT-afval moet volgens dit artikel verplicht afzonderlijk wordt ingezameld. De gemeenteraad kan volgens artikel 10.21, derde lid, van de Wm besluiten tot het afzonderlijk inzamelen van andere bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen. Deze vrijheid is ingeperkt door artikel 3 van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Dat verplicht gemeenten ertoe om afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens gescheiden in te zamelen.

 

Bij de uitoefening van de bevoegdheden met betrekking tot afvalstoffen dient het gemeentebestuur bovendien rekening te houden met het Landelijk afvalbeheersplan (hierna: LAP). In het LAP zijn bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen benoemd, die door de consument gescheiden dienen te worden.

 

Op grond van artikel 10.26 van de Wm kan de gemeenteraad in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen bij de afvalstoffenverordening afwijken:

  • a.

    van de inzameling bij elk perceel (bepaald mag worden nabij elk perceel),

  • b.

    van de frequentie van eenmaal per week (bepaald mag worden met welke regelmaat bij de verordening),

  • c.

    van de inzameling in het gehele grondgebied (bepaald mag worden dat in een gedeelte van het grondgebied geen huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld),

  • d.

    van de afzonderlijke inzameling van GFT-afval (bepaald mag worden dat bestanddelen GFT-afval afzonderlijk worden ingezameld),

  • e.

    en bepaald mag worden dat GFT-afval met andere daarbij aangewezen bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk van het overige huishoudelijke afval wordt ingezameld.

 

De frequentie waarmee deze gescheiden inzameling plaats vindt is lager dan eenmaal per week. Bij een frequentie lager dan eenmaal per week is de inspraakverordening van toepassing en is artikel 5 van de modelverordening verplicht. Dit vloeit voort uit artikel 10.26, tweede lid, en artikel 10.27 van de Wm.

 

Een afvalstoffenverordening die één van deze mogelijkheden benut dient te worden voorbereid met toepassing van de inspraakverordening die op grond van artikel 150 van de Gemeentewet is vastgesteld (artikel 10.26 van de Wm). Indien toepassing wordt gegeven aan de onderdelen b of c, dan moet de gemeente zorgen voor een daartoe ter beschikking gestelde plaats voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen. Dat laatste is geregeld in artikel 5 van deze verordening.

 

De raad bepaalt wel welke bestanddelen in ieder geval afzonderlijk ingezameld dienen te worden. Dit is onder meer van belang omdat artikel 9 aan burgers het verbod oplegt om die bestanddelen ongescheiden ter inzameling aan te bieden.

Bij de “Binnenstad” en de “Spoorbuurt” zoals genoemd in het derde lid van dit artikel gaat het om wijken in de voormalige gemeente Alkmaar.

 

Artikel 9. Gescheiden aanbieding

Dit artikel regelt de keerzijde van artikel 7. Wat gescheiden moet worden ingezameld, moet ook gescheiden worden aangeboden. Concrete omschrijvingen van de bestanddelen kunnen door burgemeester en wethouders in de nadere regels op grond van artikel 8 worden gegeven om discussies te slechten en om in het kader van de handhaving houvast te bieden (welles/nietes-lijst). Ook kan van de vrijstellingsmogelijkheid gebruik worden gemaakt om te regelen dat bepaalde hoeveelheden (fracties) van de bestanddelen mogen voorkomen bij de inzameling van andere bestanddelen. Zo zal niet verboden hoeven te zijn als er eens een papiertje tussen het GFT-afval voorkomt.

 

Artikel 10. Tijdstip van aanbieding

De tijdstippen voor de inzameling worden door burgemeester en wethouders bepaald. Het gaat hier om een besluit van algemene strekking.

 

Artikel 11. Wijze en plaats van aanbieding

Er is een onderscheid tussen inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen. Inzamelmiddelen dienen het ter inzameling aanbieden door een huishouden, zoals een minicontainer, afvalemmer, plastic afvalzak. Inzamelvoorzieningen, dienen het collectief ter inzameling aanbieden door meerdere huishoudens, zoals een verzamelcontainer of een wijkcontainer, voor het inzamelen daarvan. Op grond van dit artikel kunnen inzamelmiddelen worden voorgeschreven. Ook kunnen hier onder andere regels worden gesteld over het gebruik van inzamelvoorzieningen.

 

Artikel 12. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst

De inzameldienst kan ook bedrijfsafvalstoffen (of bepaalde bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Anders dan bij huishoudelijke afvalstoffen geldt voor bedrijfsafvalstoffen echter geen zorgplicht voor de gemeente. Inzameling van bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst is daarom een daarvan te onderscheiden activiteit waarbij de inzameldienst tegen vergoeding afval inzamelt bij bedrijven. In de praktijk gaat het daarbij veelal om afval uit de KWD-sector of bouw- en sloopafval (voor zover dit niet wordt gerekend tot het huishoudelijk afval).

 

Artikel 13. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Alleen die bedrijven die betalen voor de gemeentelijke inzamelvoorzieningen mogen hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst.

 

Artikel 14. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Het college kan, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden. De basis voor het stellen van regels over de inzameling van bedrijfsafvalstoffen kan worden gevonden in artikel 10.23, derde lid, van de Wm. De memorie van toelichting zegt hierover: “Ten aanzien van de inzameling van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen mogen ook in het belang van de bescherming van het milieuregels worden gesteld. Blijkens het derde lid mogen deze regels geen vergunningstelsel inhouden. Dit is krachtens artikel 10.48 Wm voorbehouden aan de minister. Vanzelfsprekend mogen de gemeenten hun bevoegdheid evenmin benutten ter bevoordeling van de eigen inzameldienst en ten nadele van andere aanbieders op de markt.” Het is dus mogelijk om in het belang van het milieu bepaalde dagen te kunnen aanwijzen waarop bedrijfsafvalstoffen mogen worden ingezameld. Bijvoorbeeld ter beperking of voorkoming van geluidhinder of aanzuigende werking of om ritten zoveel mogelijk te combineren. Dit artikel kan met name van belang zijn voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen in een (historisch) centrum. Uiteraard kunnen deze regels voor alle betrokken inzamelaars die bedrijfsafvalstoffen ophalen.

 

Artikel 15. Dumpingsverbod

Dit artikel heeft primair een milieubeschermende functie en beoogt de gemeenten een instrument te geven om illegale dumpingen, voor zover er geen hogere wet- of regelgeving van toepassing is, of het ontstaan van zwerfafval tegen te gaan. Uiteraard zal in een aantal gevallen het brengen van stoffen op of in de bodem zodanig kunnen gebeuren dat een hogere wet, zoals de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit van toepassing is. In het eerste lid worden bewust de termen stof en voorwerp gebruikt en niet alleen de term afvalstof, omdat niet altijd duidelijk is of de desbetreffende stoffen of voorwerpen afvalstoffen zijn. In artikel 10.25, onder a, van de Wm is de mogelijkheid voor het opnemen van een dergelijk artikel in de afvalstoffenverordening.

 

Artikel 16. Zwerfafval in de openbare ruimte

Op grond van artikel 10.25, onder a en b, van de Wm kunnen gemeenten in hun afvalstoffenverordening de zwerfafvalproblematiek regelen. Er is sprake van facultatief medebewind. Gemeenten hebben hiertoe de bevoegdheid, maar geen wettelijke plicht.

 

Eerste lid

Dit lid gaat over straatafval. Dat is afval dat onderweg ontstaat, buiten een perceel, dat niet als zwerfafval op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvoor afvalbakken of voorzieningen zijn om zich daarvan ter plekke te ontdoen (voor zover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is uitdrukkelijk uitgesloten van de omschrijving. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd. Het gaat hier per definitie om afvalstoffen die "buiten een perceel ontstaan". Een huishoudelijke afvalstof, ontstaan op of binnen het perceel, moet worden aangeboden volgens de bepalingen uit paragraaf 2.

 

Artikel 17. Zwerfafval rondom inrichtingen

Dit sluit aan bij artikel 2.13 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, maar heeft het meer toegespitst op de problematiek van zwerfafval en wijkt daarom op een aantal punten van dat artikel af. Het dient ter aanvulling van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

 

Artikel 18. Afval en verontreiniging op de weg

Het gaat in dit artikel over laden en lossen en het biedt de mogelijkheid om door middel van bestuursdwang tot opruiming te dwingen.

 

Artikel 19. Geen opslag van afval in de open lucht

Kern van dit artikel is opslag van huishoudelijke afvalstoffen, het gaat niet op het bewaren van afvalstoffen voor aanbieding tijdens de eerstvolgende inzameling daarvan. Opslag is niet het bewaren voor de eerstvolgende aanbieding ter inzameling.

 

Artikel 20. Ontdoen van autowrakken

Hierin is de afgifte van autowrakken door huishoudens geregeld. Op grond van artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken (hierna: BBA) moeten gemeenten in hun afvalstoffenverordening bepalen dat een autowrak, zijnde een huishoudelijk afvalstof, slechts mag worden afgegeven aan autodemontagebedrijven, garages en autoschadeherstelbedrijven of aan een persoon die in een ander land dan Nederland is gevestigd (onder strikte voorwaarden). Op grond van artikel 7 van het BBA worden autowrakken, afkomstig van huishoudens uitdrukkelijk uitgezonderd van de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval.

 

Artikel 22. Toezichthouders

Deze systematiek volgt uit artikel 18.1a van de Wm en artikel 5.10, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Naar boven