Gemeenteblad van Delfzijl
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delfzijl | Gemeenteblad 2016, 159342 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delfzijl | Gemeenteblad 2016, 159342 | Overige besluiten van algemene strekking |
Regeling melden vermoeden misstand gemeente Delfzijl
Burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl;
gelet op de Wet Huis voor klokkenluiders en het bepaalde in artikel 15:2 van de CAR/UWO;
gelet op de door de ondernemingsraad verleende instemming d.d. 28 september 2016;
vast te stellen de navolgende regeling: Regeling melden vermoeden misstand gemeente Delfzijl
In deze regeling wordt verstaan onder:
de persoon die werkt of heeft gewerkt voor de gemeente Delfzijl zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet Huis voor klokkenluiders
het college van burgemeester en wethouders, dagelijks bestuur of directie die handelen
zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Wet Huis voor klokkenluiders.
het vermoeden van een werknemer, dat binnen de organisatie waarin
hij werkt of bij een andere organisatie indien hij door zijn werkzaamheden met die organisatie in aanraking is gekomen, sprake is van een misstand voor zover:
a.het vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de werknemer bij zijn werkgever heeft opgedaan of voortvloeien uit de kennis die de werknemer heeft gekregen door zijn werkzaamheden bij een ander bedrijf of een andere organisatie, en
b. het maatschappelijk belang in het geding is bij:
1°. de (dreigende) schending van een wettelijk voorschrift, waaronder een (dreigend) strafbaar feit,
2°. een (dreigend) gevaar voor de volksgezondheid,
3°. een (dreigend) gevaar voor de veiligheid van personen,
4°. een (dreigend) gevaar voor de aantasting van het milieu,
5°. een (dreigend) gevaar voor het goed functioneren van de organisatie als gevolg
van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten,
een persoon die door zijn functie een geheimhoudingsplicht heeft en die door een werknemer in vertrouwen wordt geraadpleegd over een vermoeden van een misstand;
de persoon die is aangewezen om als vertrouwenspersoon voor de gemeente Delfzijl te fungeren;
-afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders:
de afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders, bedoeld in artikel 3a, tweede lid, van de Wet Huis voor klokkenluiders;
-afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders:
de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders, bedoeld in artikel 3a, derde lid, van de Wet Huis voor klokkenluiders.
de melding van een vermoeden van een misstand op grond van deze regeling;
-melder: de werknemer die een vermoeden van een misstand heeft gemeld op grond van deze
de persoon of personen aan wie de gemeentesecretaris het onderzoek naar de misstand opdraagt;
de instantie die naar het redelijk oordeel van de melder het meest in aanmerking komt om de externe melding van het vermoeden van een misstand te onderzoeken.
Artikel 2. Informatie, advies en ondersteuning voor de werknemer
Een werknemer kan bij een vermoeden van een misstand:
Artikel 5. Het tegengaan van benadeling van de melder
Als de melder vindt dat er daadwerkelijk sprake is van benadeling, kan hij dat bespreken met
de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon en de melder bespreken welke maatregelen
genomen kunnen worden om benadeling tegen te gaan. De vertrouwenspersoon maakt een
verslag van deze bespreking en stuurt dit na goedkeuring door de melder naar de
Artikel 10. Behandeling van de interne melding door de werkgever
De gemeentesecretaris beoordeelt of een externe instantie van de interne melding van een
vermoeden van een misstand op de hoogte moet worden gebracht. Indien de
gemeentesecretaris een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een
afschrift tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kunnen worden
Artikel 12. Standpunt van de werkgever
Na afronding van het onderzoek beoordeelt de werkgever of een externe instantie van de
interne melding, van het onderzoeksrapport en/of van het standpunt van de werkgever op de
hoogte moet worden gebracht. Indien de werkgever een externe instantie op de hoogte stelt,
stuurt hij de melder hiervan een afschrift, tenzij het onderzoeksbelang of het handhavings-
Artikel 13. Hoor en wederhoor ten aanzien van onderzoeksrapport en standpunt werkgever
onderbouwd aangeeft dat het vermoeden van een misstand niet daadwerkelijk of niet deugdelijk is onderzocht of dat in het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever sprake is van wezenlijke onjuistheden, reageert de werkgever hier op en stelt hij zo nodig een nieuw of aanvullend onderzoek in. Op dit nieuwe of aanvullende onderzoek gelden dezelfde regels als voor het eerste onderzoek.
3. Als de werkgever een externe instantie op de hoogte brengt of heeft gebracht, stuurt hij ook de
hiervoor bedoelde reactie van de melder op het onderzoeksrapport en het standpunt van de werkgever aan die externe instantie toe. De melder ontvangt hiervan een kopie.
het eerst doen van een interne melding in redelijkheid niet van hem kan worden gevraagd. Dat is
in ieder geval aan de orde indien dit uit enig wettelijk voorschrift voortvloeit of sprake is van:
neergelegd voor het onderzoeken van een vermoeden van een misstand door de afdeling
Artikel 15. Rapportage en evaluatie
1. De gemeentesecretaris stelt jaarlijks een rapportage op over de uitvoering van deze regeling.
Deze rapportage bevat in ieder geval:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-159342.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.