Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Waterland 2010

De raad van de gemeente Waterland,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 juni 2015 en 24 november 2015;

 

overwegende dat het wenselijk is om de Algemene Plaatselijke Verordening Waterland 2010 te wijzigen;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Waterland 2010.

ARTIKEL I  

 

De Algemene Plaatselijke Verordening Waterland 2010 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1:1 komt te luiden:

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen waarvan gedeputeerde staten de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet;

  • b.

    bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Bouwverordening;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

  • e.

    gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Woningwet;

  • f.

    handelaar: handelaar als bedoeld in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

  • g.

    handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

  • h.

    ijsbaan of ijsweg: een gemarkeerde strook ijs bestemd voor schaatsenrijders;

  • i.

    openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

  • j.

    openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld in onderdeel m;

  • k.

    rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

  • l.

    vaartuigwrak: vaartuig dat vaartechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert;

  • m.

    weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994.

B. In artikel 1:5 komt de zinsnede ’of de aard van de vergunning zich daartegen verzet’ te vervallen.

 

C. Artikel 1:6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel c wordt na ‘beperkingen’ ingevoegd: niet.

  • 2.

    Aan het slot van onderdeel e wordt de punt vervangen door:, of.

D. Artikel 1:8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door ‘, of’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • e.

      de doorstroming van het verkeer.

E. Artikel 1:9 komt te luiden:

Artikel 1:9 Toepasselijkheid paragraaf 4.1.3.3 Algemene wet bestuursrecht (wel van toepassing)

 

Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing op de volgende artikelen van deze verordening:

  • a.

    artikel 2:9a Ontheffing van het verbod optreden als straatartiest;

  • b.

    artikel 2:9b Vergunning beroepsmatig filmopnamen;

  • c.

    artikel 2:64 Bijen;

  • d.

    artikel 2:67 Verplichting met betrekking tot het verkoopregister;

  • e.

    artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen;

  • f.

    artikel 5:13 Inzamelen van geld of goederen;

  • g.

    artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting;

  • h.

    artikel 5:23 Vergunning organisatie snuffelmarkt;

  • i.

    artikel 5:36 Verboden plaatsen (voor asverstrooiing).

F. Artikel 1:10 komt te luiden:

 

Artikel 1:10 Toepasselijkheid paragraaf 4.1.3.3 Algemene wet bestuursrecht (niet van toepassing)

 

Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen van deze verordening:

  • a.

    artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met publieke functies;

  • b.

    artikel 2:25a Vergunning evenementen;

  • c.

    artikel 2:28a Exploitatievergunning horeca;

  • d.

    artikel 2:39 Exploitatievergunning speelgelegenheid;

  • e.

    artikel 2:45 Betreden van plantsoenen;

  • f.

    artikel 2:60 Het houden of voeren van hinderlijke en schadelijke dieren;

  • g.

    artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen;

  • h.

    artikel 3:4 Vergunning seksinrichting;

  • i.

    artikel 4:6 Overig geluidshinder;

  • j.

    artikel 4:15 Vergunning handelsreclame;

  • k.

    artikel 4:18 Ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen;

  • l.

    artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.;

  • m.

    artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen;

  • n.

    artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.;

  • o.

    artikel 5:11 Aantasting groenvoorziening door voertuigen;

  • p.

    artikel 5:15 Vergunning venten;

  • q.

    artikel 5:18 Vergunning innemen standplaats;

  • r.

    artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden;

  • s.

    artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken.

G. Artikel 2:1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt ‘ambtenaar van politie’ vervangen door: algemene opsporingsambtenaar.

  • 2.

    Het vijfde lid komt te vervallen.

H. Artikel 2:6 komt te vervallen.

 

I. Artikel 2:9a komt te vervallen.

 

J. Artikel 2:9b wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester, op openbare plaatsen als professionele filmoperateur beroepsmatig filmopnamen te maken.

K. Artikel 2:10a wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het begin van het tweede lid, onderdeel a, wordt ingevoegd: indien.

  • 2.

    Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

    • 3.

      Van een belemmering voor de bruikbaarheid van de weg is in ieder geval sprake wanneer niet tenminste een vrije doorgang van 1,5 meter breed en 2,2 meter hoog wordt gelaten op voetpaden en van 3,5 meter breed en 4,2 meter hoog op de rijbaan voor fietsers en/of gemotoriseerd verkeer.

    • 4.

      Het college kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstalling en reclameborden.

L. Artikel 2:10b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • f.

      voor zover er geen gevaar ontstaat voor de verkeersveiligheid.

M. Artikel 2:10c wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De onderdelen d en e vervallen.

  • 2.

    Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d.

      haltepanelen, abri’s, DRIS-panelen, fietsenrekken, verkeersveiligheidsuitingen en oplaadpunten voor elektronische vervoermiddelen.

N. Artikel 2:12 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Een verzoek als bedoeld in het tweede lid kan worden afgewezen:

      • a.

        in het belang van de bruikbaarheid van de weg;

      • b.

        in het belang van het veilig en doelmatig gebruik van de weg;

      • c.

        in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

      • d.

        in het belang van de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente;

      • e.

        in verband met strijdigheid met het vigerende bestemmingsplan, of

      • f.

        als dit ten koste gaat van een openbare parkeerplaats.

O. Artikel 2:14 komt te vervallen.

 

P. Artikel 2:15 komt te luiden:

Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp

 

Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht, dan wel het zicht op algemene verkeerstekens worden belemmerd of het wegverkeer op andere wijze hinder of gevaar oplevert.

Q. Artikel 2:16 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de aanhef wordt ‘of’ vervangen door: en/of.

R. Artikel 2:17 komt te vervallen.

 

S. Artikel 2:18 komt te vervallen.

 

T. Artikel 2:19 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt ‘0,40m’ vervangen door: 0,60 meter binnen de bebouwde kom of 0,90 meter buiten de bebouwde kom.

U. Artikel 2:23a, eerste lid, onderdeel c, komt te vervallen.

 

V. Artikel 2:23b wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het eerste lid wordt de zinsnede ‘, tenzij deze ten dienste staat van een ijsvereniging of ijsclub’ toegevoegd.

W. Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

     Aan het tweede lid, onderdeel d, wordt de zinsnede ‘of op openbaar water’ toegevoegd.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid, onderdeel e, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • f.

      door de burgemeester aan te wijzen categorieën vechtsportwedstrijden of -gala’s.

X. Artikel 2:25 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid, onderdeel f, wordt ´binnen´ gewijzigd in: uiterlijk.

  • 2.

    Het vierde lid vervalt.

  • 3.

    Onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 5.

      De burgemeester weigert een vergunning als bedoeld in het eerste lid voor vechtsportwedstrijden of –gala’s indien de vergunningsaanvrager van slecht levensgedrag is.

Y. Artikel 2:25a komt te luiden:

Artikel 2:25a Terugkerende evenementen

 

  • 1.

    Voor jaarlijkse terugkerende evenementen die in dezelfde vorm en op dezelfde locatie plaatsvinden, worden evenementenvergunningen voor 5 jaar verleend.

  • 2.

    Deze vergunning is niet afhankelijk van de grootte van het evenement.

  • 3.

    Onder deze bepaling vallen in beginsel in elk geval de volgende evenementen:

    • a.

      Parckpop in Ilpendam;

    • b.

      Broekpop en de Broeker Feestweek, inclusief de Jaarmarkt in Broek in Waterland;

    • c.

      De Havenfeesten op Marken;

    • d.

      De Gouwzeemarkten, Korendag, Meezingfestival, Jan Haringrace, Palingrookwedstrijd, Boekenmarkt, Sinterklaasuittocht en het Winteravond-straattheater in Monnickendam;

    • e.

      De Koningsdagvieringen, braderieën, kermissen en Sinterklaasintochten in Broek in Waterland, Ilpendam, Katwoude, Marken, Monnickendam, Overleek, Purmer, Uitdam, Watergang en Zuiderwoude.

Z. Artikel 2:29 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt ‘ren’ vervangen door: een.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 4.

      De burgemeester kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

AA. Artikel 2.32 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid alsmede de aanduiding ‘2.’ voor het tweede lid vervallen.

AAa. Artikel 2:33 komt te vervallen.

 

BB. Artikel 2:39 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

    • b.

      speelgelegenheden waarvoor de minister van Veiligheid en Justitie of de Kamer van Koophandel bevoegd is vergunning te verlenen;.

CC. Artikel 2:43 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt na ‘teer’ ingevoegd: lijm,.

DD. Artikel 2:44 komt te luiden:

Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen en geprepareerde voorwerpen

 

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats of in de nabijheid van winkels inbrekerswerktuigen of andere voorwerpen die er kennelijk toe zijn uitgerust om het plegen van (winkel)diefstal te vergemakkelijken te vervoeren of bij zich te hebben.

  • 2.

    Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen of voorwerpen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.

EE. Artikel 2:45 komt te vervallen.

 

FF. Artikel 2:46 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het slot van het eerste lid wordt de puntkomma vervangen door een punt.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 3.

      Het verbod geldt niet op de grasoevers aan het water gedurende de periode 1 oktober tot en met 1 april.

GG. Artikel 2:47a wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel a, wordt ´hekheining´ vervangen door: omheining.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘weggebruikers’ vervangen door: gebruikers.

HH. [vervallen]

 

II. Artikel 2:48 komt te luiden:

Artikel 2:48 Verboden drankgebruik

 

  • 1.

    Het is verboden op of aan de weg, op het openbaar water of in een voor publiek toegankelijk gebouw alcoholhoudende drank te nuttigen als dit gepaard gaat met gedrag dat de openbare orde verstoort, het woon- en leefklimaat aantast of anderszins overlast veroorzaakt.

  • 2.

    Het is verboden op door de burgmeester aangewezen wegen of weggedeelten alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben in aangebroken flessen, blikjes en dergelijke.

  • 3.

    Het is het tweede lid bedoelde verbod geldt niet:

    • a.

      op het terras van een inrichting als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet; en

    • b.

      de plaats niet zijnde een inrichting als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank- en  Horecawet.

  • 4.

    De burgemeester kan plaatsen en tijden aanwijzen waarop het in het tweede lid bedoelde verbod niet geldt.

  • 5.

    Het is verboden om in perioden en gebieden die door de burgemeester zijn aangewezen, bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse, dan wel deze dranken te verstrekken in strijd met de beperkingen die de burgemeester aan de verstrekking heeft verbonden.

JJ. Artikel 2:52 komt te vervallen.

 

KK. Artikel 2:53 komt te vervallen.

 

LL. Artikel 2:57 komt te luiden:

Artikel 2:57 Loslopende honden

 

  • 1.

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

    • a.

      op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats;

    • b.

      binnen de bebouwde kom op een openbare plaats indien de hond niet is aangelijnd, of

    • c.

      op een openbare plaats indien de hond niet is voorzien van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

  • 2.

    Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid, aanhef en onderdeel b niet geldt.

  • 3.

    De verboden in het eerste lid, aanhef en onderdelen a en b zijn niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond:

    • a.

      die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden, en

    • b.

      die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

  • 4.

    Het is verboden zonder vergunning van het college meer dan drie honden tegelijkertijd uit te laten op een openbare plaats.

MM. Artikel 2:58 komt te luiden:

Artikel 2:58 Verontreiniging door honden

 

  • 1.

    Degene die zich met een hond binnen de bebouwde kom op een openbare plaats begeeft is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing:

    • a.

      in de van gemeentewege onderhouden beplanting, niet zijnde (een) gras(veld); of

    • b.

      op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.

  • 3.

    Het college kan plaatsen aanwijzen waar het bepaalde in het eerste lid niet van toepassing is.

NN. Artikel 2:59 komt te luiden:

Artikel 2:59 Gevaarlijke honden

 

  • 1.

    Indien het college een hond vanwege zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan het de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander.

  • 2.

    Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond aangelijnd te houden met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1.50 meter.

  • 3.

    Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

    • a.

      vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide materialen;

    • b.

      door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en

    • c.

      zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 2:57, eerste lid, onderdeel c, dient een hond als bedoeld in het eerste lid voorzien te zijn van een door de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek identificatienummer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is.

OO. Artikel 2:60 komt te vervallen.

 

PP. Artikel 2:63 komt te luiden:

Artikel 2:63 Verontreiniging door paarden of pony’s

  • 1.

    Degene die zich met een paard of pony binnen de bebouwde kom op een openbare plaats begeeft is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van dat paard/die pony onmiddellijk worden verwijderd.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing in de van gemeentewege onderhouden beplanting, niet zijnde (een) gras(veld).

  • 3.

    Het college kan plaatsen aanwijzen waar het bepaalde in het eerste lid niet van toepassing is.

QQ. Artikel 2:64a wordt ingevoegd, luidende:

Artikel 2:64a Bijenteelt op Marken

 

  • 1.

    Het is verboden andere dan raszuivere Buckfastbijen te telen op Marken.

  • 2.

    Het is verboden op welke manier dan ook een ander bijenras dan de Buckfastbij in te voeren op Marken.

RR. Artikel 2:65 komt te vervallen.

 

SS. Artikel 2:66 komt te vervallen.

 

TT. In artikel 2:72 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De zinsnede ’van de gemeente waar het bedrijf is of zal gevestigd worden’ komt te  vervallen.

UU. Artikel 2:73 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    Artikel 2:73 Gebruiken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling.

  • 2.

    In het eerste en tweede lid wordt ‘bezigen’ vervangen door: gebruiken.

VV. Artikel 2:75 komt te luiden:

Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding

 

De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de volgende artikelen van deze verordening groepsgewijs niet naleven:

  • a.

    2:1 Samenscholing en ongeregeldheden;

  • b.

    2:47a Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen;

  • c.

    2:47b Gedrag op een brug;

  • d.

    2:48 Verboden drankgebruik;

  • e.

    2:49 Verboden gedrag in of bij gebouwen, of

  • f.

    2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten.

WW. Artikel 2:78 wordt ingevoegd, luidende:

Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste vierentwintig uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

  • 2.

    Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

  • 3.

    Een bevel krachtens het tweede lid kan slechts worden gegeven als het strafbare feit of de openbare orde verstorende handeling binnen zes maanden na het geven van een eerder bevel, gegeven op grond van het eerste of tweede lid, plaatsvindt.

  • 4.

    De burgemeester beperkt de in het eerste of tweede lid gestelde bevelen, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel.

XX. Artikel 3:5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘de Nederlandse Antillen of Aruba’ vervangen door: inclusief de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt na ‘lid’ een komma ingevoegd.

  • 3.

    Het tweede lid, onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:

      • 1°.

        bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;

      • 2°.

        de artikelen 137c tot 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273f, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;

      • 3°.

        de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;

      • 4°.

        de artikelen 1, onderdelen a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;

      • 5°.

        de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;

      • 6°.

        de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.

  • 4.

    In het derde lid, onderdeel a wordt ‘artikel 74, tweede lid onder a van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, derde lid onder a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen’ vervangen door: artikel 74, tweede lid onderdeel a, van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

YY. Artikel 3:9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt ’politieambtenaren’ vervangen door: algemene opsporingsambtenaren.

ZZ. Artikel 3:13 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel b, wordt na ‘geldend bestemmingsplan,’ ingevoegd: beheersverordening, exploitatieplan, voorbereidingsbesluit,.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘273f’ vervangen door: 273a.

  • 3.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, worden geweigerd dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3:10 achterwege gelaten, in het belang van:

      • a.

        het voorkomen of beperken van overlast;

      • b.

        het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat;

      • c.

        de veiligheid van personen of goederen;

      • d.

        de verkeersvrijheid of -veiligheid;

      • e.

        de gezondheid of zedelijkheid;

      • f.

        de arbeidsomstandigheden van de prostituee.

AAA. Artikel 3:15 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De zinsnede ‘als bedoeld in artikel 3.1, onder g,’ komt te vervallen..

BBB. Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel a wordt de zinsnede ‘Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Stb 2007, 415)’ vervangen door: Activiteitenbesluit Milieubeheer.

  • 2.

    In onderdeel d wordt de zinsnede ‘Bijvoorbeeld koninginnedag, carnaval, etc.’  vervangen door: Bijvoorbeeld Koningsdag, carnaval, etcetera.

CCC. Artikel 4:2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De beperking met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht op grond van artikel 3.148, eerste lid van het Besluit, geldt niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

DDD. Artikel 4:3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 dagen per kalenderjaar incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidswaarden als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn op voorwaarden dat:

      • a.

        de houder van de inrichting ten minste 10 dagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld;

      • b.

        de festiviteit overeenkomstig de kennisgeving wordt uitgevoerd.

  • 2.

    Aan het slot van het tweede lid, onderdeel a, wordt de punt vervangen door een puntkomma.

EEE. Artikel 4:6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ’toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze’ vervangen door: op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten.

FFF. Artikel 4:7 komt te vervallen.

 

GGG. Artikel 4:13 komt te luiden:

Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.

 

  • 1.

    In het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, is het verboden om in door het college aangewezen plaatsen die buiten een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

    • a.

      onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;

    • b.

      bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan;

    • c.

      kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4:17 of onderdelen daarvan, indien het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel; of

    • d.

      mestopslag, gierkelder of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen.

  • 2.

    Het college kan bij de aanwijzing als bedoeld in het eerste lid nadere regels stellen.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien krachtens de Wet ruimtelijke ordening of door of krachtens de Provinciale milieuverordening Noord-Holland.

HHH. Artikel 4:15 komt te luiden:

Artikel 4:15 Verbod op hinderlijke of gevaarlijke reclame

 

Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.

 

III. Artikel 4:17 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De zinsnede ’bouwvergunning in de zin van artikel 40 van de Woningwet’ wordt vervangen door: omgevingsvergunning voor bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

JJJ. Artikel 4:19 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het verbod van artikel 4:18, eerste lid, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • 2.

    In het tweede lid wordt ‘nadert’ vervangen door: nadere.

KKK. Artikel 5:2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De aanduiding ‘3’ voor het eerste lid wordt vervangen door: 1.

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel a, komt te vervallen.

  • 3.

    In het eerste lid, onderdeel b, komt de aanduiding ‘b.’ te vervallen.

LLL. Artikel 5:5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ’de weg’ vervangen door: een openbare plaats.

MMM. Artikel 5:6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder onderdeel a, wordt ‘drie’ vervangen door: vijf.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel a, wordt ’de weg’ vervangen door: een openbare plaats.

NNN. Artikel 5:7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘de weg’ vervangen door: een openbare plaats.

OOO. Artikel 5:8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt ‘weg’ vervangen door: openbare plaats.

  • 2.

    In het derde lid wordt de zinsnede ’08:00 tot 18:00 uur’ vervangen door: 07:00 tot 17:00 uur.

  • 3.

    Onder vernummering van het vierde lid tot het vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

    • 4.

      Het verbod in het tweede lid is voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan vijf achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

  • 4.

    Een lid wordt toegevoegd, luidende:

    • 6.

      Het college kan plaatsen aanwijzen waar het toegestaan is om grote voertuigen (zoals vrachtwagens) te plaatsen voor een door het college te bepalen duur.

PPP. Artikel 5:9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘bij’ vervangen door: binnen 3,0 meter vanaf de gevel of raam  van.

  • 2.

    In het eerste lid wordt ´hun´ vervangen door: hen.

QQQ. Artikel 5:11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid, onder a, komt te luiden:

    op fietspaden;.

RRR. Artikel 5:12 komt te luiden:

Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets

  • 1.

    Het is verboden fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

  • 2.

    Het is verboden fietsen en bromfietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, op of aan de weg of openbare stalling te laten staan (fietswrakken).

SSS. Artikel 5:14 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het slot van het eerste lid wordt de puntkomma vervangen door een punt.

  • 2.

    Aan het slot van het tweede lid, onderdeel a, wordt een puntkomma toegevoegd.

TTT. Artikel 5:15 komt te luiden:

Artikel 5:15 Ventverbod

  • 1.

    Het is verboden te venten:

    • a.

      op door het college in het belang van de openbare orde aangewezen openbare plaatsen; of

    • b.

      op door het college in het belang van de openbare orde aangewezen dagen en uren.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet .

  • 4.

    Het verbod bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard.

UUU. Artikel 5:16 komt te vervallen.

 

VVV. Artikel 5:18 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het slot van het derde lid, onderdeel b, wordt de punt vervangen door een puntkomma.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid, onderdeel c, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d.

      indien dit ten koste gaat van een openbare parkeerplaats.

VVVa. Artikel 5:22 en artikel 5:23 komen te vervallen.

 

WWW. Artikel 5:24 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid komt de volgende zinsnede te vervallen: in verband met de veiligheid op het openbaar water.

  • 2.

    Onder vernummering van het tweede, derde en vierde lid tot derde, vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende

    • 2.

      Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

      • a.

        indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare ruimte, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare ruimte of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare ruimte;

      • b.

        indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

      • c.

        in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

XXX. Artikel 5:28 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt de zinsnede ‘bakens of sluizen’ vervangen door: bakens, sluizen of steigers.

YYY. Artikel 5:29 komt te luiden:

Artikel 5:29 Reddingsmiddelen

 

Reddingsmiddelen bij bruggen of sluizen mogen alleen gebruikt worden bij een calamiteit.

ZZZ. Artikel 5:31a komt te vervallen.

 

AAAA. Artikel 5:31b wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.

  • 2.

    De zinsnede ‘burgemeester en wethouders’ wordt vervangen door: het college.

BBBB. Artikel 5:32 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.

  • 2.

    In het tweede lid wordt de zinsnede ’Het college kan ontheffing verlenen van het verbod. Het kan daarbij regels stellen voor het gebruik van deze terreinen’ vervangen door: Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op door het college aangewezen terreinen.

  • 3.

    Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

    • 3.

      Het college kan daarbij nadere regels stellen voor het gebruik van deze terreinen in het belang van:

      • a.

        het voorkomen of beperken van overlast;

      • b.

        de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving en ter bescherming van andere milieuwaarden;

      • c.

        de veiligheid van de deelnemers van de in het eerste lid bedoelde wedstrijden en ritten of van het publiek.

  • 4.

    In het vierde lid (nieuw) wordt de zinsnede ‘geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp’ vervangen door: is niet van toepassing op situaties waarin.

CCCC. Artikel 5:33 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen terreinen. Het college kan daarbij nadere regels stellen ten aanzien van het gebruik van deze terreinen in het belang van:

      • a.

        het voorkomen van overlast;

      • b.

        de bescherming van natuur- of milieuwaarden;

      • c.

        de veiligheid van het publiek.

DDDD. Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op:

      • a.

        verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;

      • b.

        sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand;

      • c.

        vuur voor koken, bakken en braden;

      • d.

        de vuurplaatsen op het Hemmeland;

      • e.

        ziek hout- en rietverbrandingen;

      • f.

        kerstboomverbrandingen georganiseerd door de gemeente Waterland in de maand januari.

  • 2.

    In het vijfde lid wordt de zinsnede ’geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp’ vervangen door: is niet van toepassing op situaties waarin.

  • 3.

    Een lid wordt toegevoegd, luidende:

    • 6.

      Het verbod, genoemd in het eerste lid, is niet van toepassing op de door het college aangewezen plaatsen.

EEEE. Artikel 5:36 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Incidentele asverstrooiing is verboden op en in:

      • a.

        verharde delen van een openbare plaats;

      • b.

        gemeentelijke begraafplaatsen;

      • c.

        speelplaatsen en recreatieterreinen;

      • d.

        sportterreinen;

      • e.

        openbaar water.

  • 2.

    In het tweede lid vervalt het woord ‘en’.

  • 3.

    Een lid wordt toegevoegd, luidende:

    • 4.

      Het is verboden as te verstrooien op een terrein zonder toestemming van de rechthebbende of eigenaar van dat terrein.

FFFF. Het opschrift van afdeling 10 komt te luiden:

Afdeling 10 Uitzaaien van distels en berenklauwen 

GGGG. Artikel 5:38 wordt als volgt gewijzigd:
  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:  

    Artikel 5:38 Verplichting met betrekking tot het uitzaaien van distels en  berenklauwen

  • 2.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Degene die op basis van een titel, anders dan eigendom, grond of gronden welke in de gemeente is of zijn gelegen beheert, is verplicht de op deze grond of gronden voorkomende distelsoorten Ciricium arvensis (akkerdistel) en Sonchus arvensis (akkermelkdistel) en de voorkomende berenklauwsoorten Heracleum sphondylium (gewone berenklauw) en Heracleum mantegazzianum (reuzenberenklauw) tijdig, vóórdat deze tot bloei komt, te verwijderen en te vernietigen.

HHHH. Artikel 6:1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het slot van het eerste lid wordt een punt toegevoegd.

  • 2.

    In het tweede lid wordt ‘lid 1’ vervangen door: Het eerste lid.

  • 3.

    Aan het slot van het tweede lid wordt de puntkomma vervangen door een punt.

IIII. Artikel 6:2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ’medewerkers van de politie’ vervangen door: algemene opsporingsambtenaren.

ARTIKEL II  

 

Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking ervan.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland,gehouden op 28 januari 2016.

De raad voornoemd,

de griffier,

drs. E.G.H. Dijk MPM

de waarnemend voorzitter,

ing. S.G. Verbeek

Naar boven