Voorstel van het college inzake vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet Den Haag 2015

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 27 september 2016,

 

Gelet op artikel 10 a en artikel 31, tweede lid onder j van de Participatiewet,

 

Besluit:

I.Vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet Den Haag 2015.

Verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet Den Haag 2015

 

Artikel I

De Re-integratieverordening Participatiewet Den Haag 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 2.1 onderdeel b komt als volgt te luiden:

b.Proefplaatsing

Het college kan een proefplaatsing bij een werkgever aanbieden, zoals bedoeld in artikel 10a derde lid van de wet, waarbij:

1ºde proefplaatsing wordt vastgelegd in een Proefplaatsingsovereenkomst, waarin de werkgever verklaart dat zijn intentie is om de belanghebbende aansluitend op de proefplaatsing een dienstbetrekking aan te bieden.

2ºde proefplaatsing geldt voor de duur van maximaal één maand.

3º in afwijking van het bepaalde onder 2ºde proefplaatsing in bijzondere individuele situaties kan gelden voor de duur van maximaal drie maanden.

 

B

Na artikel 2.2. wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 2.2.a Premie proefplaatsing

  • 1.

    Het college verstrekt aan de uitkeringsgerechtigde na afloop van de proefplaatsing als bedoeld in artikel 2.1. eerste lid onder b van deze verordening een éénmalige premie, mits de uitkeringsgerechtigde zich naar het oordeel van het college voldoende heeft ingezet op de proefplaatsing.

  • 2.

    De premie bedraagt:

a per maand het verschil tussen het van toepassing zijnde netto wettelijk minimum (jeugd)loon (exclusief vakantietoeslag) op basis van een volledige werkweek en de van toepassing zijnde netto bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag), doch tenminste 250 euro per maand.

b de premie bedoeld onder a naar rato bij een proefplaatsing die korter duurt dan één of meer volledige maand(en) en/of die een kleinere omvang heeft dan een volledige werkweek.

c ten hoogste het bedrag genoemd in artikel 31, tweede lid onder j Participatiewet.

d samen met een eventuele toegekende premie leerwerkplek (als bedoeld in artikel 2.2. derde lid van deze Verordening), in hetzelfde fiscale jaar ten hoogste het bedrag genoemd in artikel 31, tweede lid onder j Participatiewet.

 

3.De premie wordt aan de uitkeringsgerechtigde die jonger is dan 27 jaar slechts verstrekt indien hij binnen zes maanden na de proefplaatsing in dienst treedt bij een werkgever met een dienstbetrekking voor de duur van ten minste zes maanden met een omvang, die leidt tot beëindiging van de bijstandsuitkering.

4.Indien de bijstandsuitkering wordt beëindigd na afloop van de proefplaatsing, doordat de bijstandsgerechtigde in dienst treedt bij een werkgever, wordt de premie niet verrekend met eventueel ten onrechte verstrekte bijstand, tenzij deze het gevolg is van het verwijtbaar niet nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17, eerste en tweede lid van de Participatiewet.

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 2016.

 

II.Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad binnen twee weken na haar vaststelling en dat dit binnen dezelfde termijn terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken , onder risnummer 295083.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 4 november 2016.

De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.

Naar boven