Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening precariobelasting en gebruiksretributies 2008

 

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 4 oktober 2016,

 

gelet op de artikelen 216, 228 en 229, eerste lid, onderdeel a van de Gemeentewet

 

Besluit:

vast te stellen de Verordening tot wijziging van Verordening precariobelasting en gebruiksretributies 2008:

Artikel I

De Verordening precariobelasting en gebruiksretributies 2008 wordt gewijzigd als volgt:

A Artikel 1 onderdelen c tot en met m vervallen.

 

B Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

C Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1 In het eerste, tweede en derde lid vervallen de woorden “ op of boven.”

2 Het vierde lid vervalt.

 

D Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1 In het eerste lid wordt “waarop” vervangen door: “waaronder.”

2 in het eerste lid vervalt de zinsnede “artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel.”

3 Onder vernummering van het tweede lid tot het eerste lid vervalt het bepaalde in de onderdelen b en e.

4 De onderdelen c en d worden geletterd tot b en c.

5 Het derde en vierde lid vervallen.

 

E Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

De precariobelasting voor de in artikel 2 bedoelde feiten wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

 

F Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1.

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of inhoudsmaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    Voor de berekening van de precariobelasting worden gedeelten van de in de tarieventabel genoemde eenheden van tijd voor een geheel gerekend.

  • 3.

    Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de periode waarop de vergunning betrekking heeft, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing.

  • 4.

    Indien de gemeente een melding heeft ontvangen voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de periode waarop de melding betrekking heeft, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing.

     

G In artikel 7, eerste lid vervalt de zinsnede ”, op of boven”.

 

H Artikel 8 komt te luiden:

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag of nota.

  • 2.

    Indien de precariobelasting geheven wordt bij wege van nota wordt de belastingschuld aan belastingplichtige bekendgemaakt door toezending of uitreiking van de nota.

  • 3.

    Voor elk belastbaar feit kan heffing plaatsvinden bij afzonderlijke aanslag of nota.

     

I Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1 Artikel 9, eerste lid komt te luiden:

1.De precariobelasting is verschuldigd bij het einde van het heffingstijdvak.

2 In het tweede lid wordt “worden” vervangen door: wordt.

3 In het tweede lid vervalt de zinsnede “en de rechten”.

 

J In artikel 10 vervalt de zinsnede ”en rechten.”

 

K Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1 Artikel 11, eerste lid komt te luiden:

1.De precariobelasting moet worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet of de nota en de tweede termijn twee maanden later.

2 Het tweede lid vervalt.

3 Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

 

L In artikel 12 vervalt de zinsnede “en genotsretributies”.

 

M Artikel 13, vierde lid komt te luiden:

4.Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting 2008”.

 

Artikel II

De tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting en gebruiksretributies 2008 wordt vervangen door:

Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2008

Ter zake van het hebben van de volgende voorwerpen (in de grond) zijn de daarbij genoemde bedragen verschuldigd:

artikel

b ezit van voorwerp

eenheid

tarief

1.

leidingen, kabels of buizen

per m¹/per jaar

voor de eerste 20 m¹ voor elke volgende m¹

€ 9,20

€ 4,10

2.

per tank voor motorbrandstof, olie enz.

per m³/per jaar

€ 19,75

3.

andere dan hiervoor zijn genoemd onder gemeentegrond, voor zover daarvoor niet ingevolge een andere verordening rechten zijn verschuldigd

per m³/per jaar

€ 19,75

Artikel III

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017, met dien verstande dat de bepalingen welke op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.

Artikel IV

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 november 2016.

De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.

Naar boven