Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Krimpenerwaard 2016

De raad van de gemeente Krimpenerwaard;

Gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Krimpenerwaard 2016

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • -

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • -

    raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • -

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • -

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Verhoging vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

  • 1.

    Aan leden van de raadscommissie - niet zijnde raadsleden- wordt maandelijks een vergoeding voor het bijwonen van de vergadering van een raadscommissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan éénmaal het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Aan leden van de raadscommissie - niet zijnde raadsleden- die naast het reguliere commissiewerk door de raad belast zijn met een specifieke taak (op dit moment de auditcommissie en de adviescommissie voor de rekenkamer en hun subcommissies) wordt naast de in lid 1 van dit artikel genoemde vergoeding voor deze taak per daarvoor bijgewoonde vergadering een vergoeding toegekend gelijk aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Het navolgende lid is daarbij van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Indien er meer vergaderingen of bijeenkomsten op één dag of avond achter elkaar worden gehouden, worden de vergoeding als genoemd in de leden 1 en 2 slechts éénmaal uitgekeerd.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 2.

    De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

Artikel 4 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie, motivatie en kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 4.

    In voorkomende gevallen beslist het presidium bij meerderheid van stemmen.

Artikel 5 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Raads- of commissieleden aan wie op aanvraag een computer (in de praktijk tablet), bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    De vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor een internetverbinding voor de computer bedoeld in dit artikel, bedraagt ten hoogste € 10,- per maand, waarbij alleen in aanmerking komen de extra abonnementskosten die gemaakt worden voor een goede vervulling van het raads- of commissielidmaatschap.

  • 3.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier.

  • 4.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het eerste lid.

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 7 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1.

    Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.

  • 3.

    Het bedrag van de berekende reiskosten op grond van het eerste en tweede lid worden uitbetaald als vaste maandelijkse vergoeding.

Artikel 8 Zakelijke reis- en verblijfkosten

  • 1.

    Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 9 Computer en internetverbinding

  • 1.

    De wethouders aan wie op aanvraag een computer (in de praktijk tablet), bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    De vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor een internetverbinding voor een computer bedraagt ten hoogste € 10 per maand, waarbij alleen in aanmerking komen de extra abonnementskosten die gemaakt worden voor een goede vervulling van het wethouderschap.

  • 3.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris.

  • 4.

    De secretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van de bewijsstukken.

Artikel 10 Communicatieapparatuur

  • 1.

    De wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Een aanvraag zoals bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris.

  • 3.

    De secretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van de bewijsstukken.

Artikel 11 Verhuis, reis- en pensionkosten en tegemoe tkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a van het Rechtspositie-besluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 12 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 13 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 14 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur of

    • b.

      betaling vooraf uit eigen middelen

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen een maand na de factuurdatum of betaling door de raads- en commissieleden ingediend bij de griffier en door de wethouders bij de gemeentesecretaris.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 15 Intrekking oude regeling

De ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Krimpenerwaard 2015’ wordt ingetrokken onder gelijktijdige vaststelling van de ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Krimpenerwaard 2016’.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking een dag na bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Krimpenerwaard 2016’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 1 november 2016

de griffier, drs. K.E. Driehuijs

de voorzitter, Mr. R.S. Cazemier

Naar boven