Nadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidies gemeente Groningen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

 

Gelet op artikel 149 Gemeentewet en artikel 4:21 Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

 

vast te stellen de Nadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidie gemeente Groningen.

Artikel I

 

  • A.

    aan artikel 6:1 begripsbepalingen wordt toegevoegd:

     

    t. cultuurnota:

    het document met de titel Cultuurstad Groningen, City of Talent 2017–2020 zoals vastgesteld door de gemeenteraad in het najaar van 2016.

     

  • B.

    Artikel 6:25 komt te luiden:

    Artikel 6:25 Subsidiabele activiteiten

    Het college kan aan stichtingen of verenigingen subsidie verlenen voor activiteiten in het kader van de podiumkunsten, zoals bedoeld in de cultuurnota. Hierbij betrekt het college het door de Kunstraad Groningen hierover uitgebrachte advies op basis van de in de cultuurnota genoemde criteria.

     

  • C.

    Artikel 6:29 komt te luiden:

    Artikel 6:29 Subsidiabele activiteiten

    Het college kan stichtingen of verenigingen subsidie verlenen voor activiteiten in het kader van de beeldende kunst, zoals bedoeld in de cultuurnota, met name voor collectievorming, museale presentaties, opdrachten aan aansprekende beeldende kunstenaars, instandhouding collectie of productie. Hierbij betrekt het college het door de Kunstraad Groningen hierover uitgebrachte advies op basis van de in de cultuurnota genoemde criteria.

     

  • D.

    Artikel 6:33 komt te luiden:

    Artikel 6:33 Subsidiabele activiteiten

    Het college kan aan instellingen subsidie verlenen voor het in stand houden en onder de aandacht brengen van materieel erfgoed, zoals bedoeld in de cultuurnota. Hierbij betrekt het college het door de Kunstraad Groningen hierover uitgebrachte advies op basis van de in de cultuurnota genoemde criteria.

     

  • E.

    Artikel 6:42 komt te luiden:

    Artikel 6:42 Subsidiabele activiteiten

    Het college kan aan instellingen subsidie verlenen voor activiteiten in het kader van de letteren, zoals bedoeld in de cultuurnota en/of de bibliotheekvisie. Hierbij betrekt het college het door de Kunstraad Groningen hierover uitgebrachte advies op basis van de in de cultuurnota genoemde criteria.

     

  • F.

    Artikel 6.46 komt te luiden:

    Artikel 6:46 Subsidiabele activiteiten

    • 1.

      Het college kan subsidie verlenen, in de vorm van een beurs, naar aanleiding van een prijsvraag of als stipendium. De volgende beurzen komen voor subsidie in aanmerking:

      • a.

        Hendrik de Vriesstipendium;

      • b.

        George Verbergstipendium;

      • c.

        Andrea Elkenbrachtfonds;

      • d.

        Stadsdichter;

      • e.

        Stipendium Samenleven met cultuur.

    • 2.

      Om in aanmerking te komen voor subsidie dient voldaan te worden aan de bij uitschrijving van de beurs relevante criteria.

    • 3.

      De subsidie wordt toegekend op basis van beoordeling door een jury.

  • G.

    De titel van paragraaf 6.13 komt te luiden:

    Paragraaf 6.13 Cofinancieringsfonds

     

  • H.

    Artikel 6:56 komt te luiden:

    Artikel 6:56 Relevante procedure

    Voor deze paragraaf geldt de volgende procedure:

    • 1.

      Aanvragen kunnen twee keer per jaar worden ingediend resp. voor 1 maart en 1 september.

    • 2.

      Het college kan in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd afwijken van het bepaalde in het vorige lid.

  • I.

    Artikel 6:57 komt te luiden:

    Artikel 6:57 Subsidiabele activiteiten

    Het college kan subsidie verlenen voor projecten die sector overstijgend zijn op het gebied van cultuur en ruimtelijke ordening of cultuur en maatschappij.

     

  • J.

    Artikel 6:58 komt te luiden:

    Artikel 6:58 Subsidie per activiteit

    • 1.

      De subsidie voor de in het vorige artikel genoemde activiteiten bedraagt maximaal 50% van de noodzakelijke kosten.

    • 2.

      Een aanvrager kan per kalenderjaar voor maximaal € 30.000 aan subsidie op grond van deze paragraaf in aanmerking komen.

    • 3.

      Het college kan in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd afwijken van het bepaalde in het vorige lid.

  • K.

    Artikel 6:59 komt te luiden:

    Artikel 6:59 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

    • 1.

      De activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan de strategieën zoals genoemd in de cultuurnota en aan één of meer van de onderstaande voorwaarden te voldoen:

      • a.

        Door middel van kunst en cultuur een bijdrage te leveren aan maatschappelijke vraagstukken bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, zorg en sociale cohesie.

      • b.

        Door middel van culturele activiteiten in de openbare ruime een bijdrage leveren aan gebiedsontwikkeling en het vergroten van het publieksbereik van de culturele sector.

    • 2.

      De subsidieontvanger is verplicht:

      • a.

        een naar het oordeel van het college redelijke financiële eigen bijdrage te leveren aan de uitvoering van de activiteiten evenals een redelijke bijdrage van derden.

      • b.

        voor zover van toepassing een naar het oordeel van het college redelijk bedrag als entree te heffen van de bezoekers van de activiteit.

      • c.

        om de relatie aan te geven tussen de activiteiten waarvoor op grond van deze paragraaf subsidie wordt gevraagd en zijn reguliere activiteiten als hij daarvoor subsidie ontvangt krachtens een gemeentelijke subsidieregeling of van een derde.

    • 3.

      De subsidieontvanger die naast de activiteiten waarvoor subsidie krachtens deze paragraaf wordt gevraagd tevens andere activiteiten uitvoert, dient:

      • a.

        bij de aanvraag tot subsidieverlening een begroting te voegen van al zijn baten en lasten tenzij hij deze begroting reeds eerder bij het college heeft ingediend, en

      • b.

        bij de aanvraag tot subsidievaststelling een rekening van al zijn baten en lasten te voegen tenzij hij deze rekening reeds eerder bij het college heeft ingediend.

    • 4.

      Subsidie wordt alleen verstrekt voor een activiteit, niet voor investeringen in goederen of huisvesting.

  • L.

    De titel van paragraaf 6.14 komt te luiden:

    Paragraaf 6.14 Vernieuwingsfonds

     

  • M.

    Artikel 6:62 komt te luiden:

    Artikel 6:62 Relevante procedure

    In afwijking van artikel 13 ASV worden aanvragen om subsidieverlening ingediend uiterlijk 8 weken voor de aanvang van de activiteiten.

     

  • N.

    Artikel 6:63 komt te luiden:

    Artikel 6:63 Subsidiabele activiteiten

    Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten die bijdragen aan de strategieën genoemd in de cultuurnota. Deze paragraaf heeft betrekking op nieuwe initiatieven die niet op grond van paragraaf 6.13 Cofinancieringsfonds voor subsidie in aanmerking komen.

     

  • O.

    Artikel 6:64 komt te luiden:

    Artikel 6:64 Subsidie per activiteit

    • 1.

      De subsidie voor de in het vorige artikel genoemde activiteiten bedraagt maximaal 100% van de noodzakelijke kosten met een maximum van € 20.000,– per aanvrager.

    • 2.

      Het college kan in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd afwijken van het bepaalde in het vorige lid.

  • P.

    Alinea 6:65 komt te luiden:

    Artikel 6:65 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

    Om voor een subsidie op grond van deze paragraaf in aanmerking te komen moet de activiteit of de aanvrager een positief advies van de Kunstraad Groningen hebben.

     

  • Q.

    Artikel 6:66 komt te luiden:

    Artikel 6:66 Subsidieplafond en verdelingsregels

    • 1.

      Per kalenderjaar is het subsidieplafond voor de in artikel 6:63 genoemde activiteiten gelijk aan het daarvoor in de begroting opgenomen bedrag.

    • 2.

      Het college kan per kalenderjaar een of meer aanvraagperioden vaststellen.

    • 3.

      Het college bepaalt jaarlijks voor alle aanvraagperioden de uiterste datum waarop de subsidieaanvraag in bezit moet zijn van het college.

    • 4.

      Het college kan per aanvraagperiode een deelbudget vaststellen.

    • 5.

      Het college kan een eventueel overschot op een deelbudget toevoegen aan een deelbudget van een daaropvolgende aanvraagperiode. Dit geldt niet voor de laatste aanvraagperiode van het kalenderjaar.

    • 6.

      Het college verdeelt het subsidiebedrag over de aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie op basis van welke subsidieaanvragen het beste voldoen aan artikel 6:63.

Artikel II

 

Deze nadere regel treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

 

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 25 oktober 2016.

De burgemeester,

Peter den Oudsten.

De secretaris,

Peter Teesink

Naar boven