Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten, die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt en/of indien voor het bouwen gebruik wordt gemaakt van reeds eerder gebruikte bouwmaterialen dan wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft op basis van nieuwbouw;
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is (beoordeling schetsplan of principeverzoek)
|
358,85
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen:
|
2,5%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van
|
130,55
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
26.141,35
|
|
vermeerderd met 2,3% van de bouwkosten boven de € 1.000.000
|
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot 10.000.000 bedragen:
|
122.343,15
|
|
vermeerderd met 2% van de bouwkosten boven de € 5.000.000
|
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000 bedragen
|
226.910,40
|
|
vermeerderd met 1,4% van de bouwkosten boven de € 10.000.000
|
|
2.3.1.1.5
|
Het tarief dat voortvloeit uit de berekening in onderdeel 2.3.1.1 wordt verminderd met 10% wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting uit artikel 3.1 lid 2 Wet ruimtelijke ordening.
|
|
|
Extra welstandstoets
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
50,25
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
10%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van:
|
1.015
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
627,45
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit
|
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo , en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking) of 2º (buitenplanse kleine afwijking), van de Wabo wordt toegepast:
|
446,10
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º , van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
7.319,20
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast (afwijking exploitatieplan):
|
446,10
|
2.3.3.4
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang of van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale of nationale wetgeving):
|
446,10
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
446,10
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking) of 2º (kleine buitenplanse afwijking), van de Wabo wordt toegepast:
|
446,10
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking, voorheen projectbesluit):
|
7.193,85
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast (afwijking exploitatieplan):
|
446,10
|
2.3.4.4
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang of van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale of nationale wetgeving):
|
446,10
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d van de Wabo wordt toegepast (afwijking voorbereidingsbesluit):
|
446,10
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief bij onderstaande vloeroppervlaktes:
|
|
2.3.5.1
|
van 0 – 100 m²
|
470,65
|
2.3.5.2
|
van 100 m² – 500 m², per m²
|
1,55
|
|
plus een vast bedrag van
|
470,65
|
2.3.5.3
|
van 500 m² – 2.000 m², per m²
|
0,85
|
|
plus een vast bedrag van
|
1.098,00
|
2.3.5.4
|
van 2.000 m² – 5.000 m² per m²
|
0,55
|
|
plus een vast bedrag van
|
2.326,65
|
2.3.5.5
|
van 5.000 m² – 50.000 m² per m²
|
0,10
|
|
plus een vast bedrag van
|
3.921,25
|
2.3.5.6
|
boven 50.000 m²
|
6.274,10
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument of voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
308,35
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h., van de Wabo of op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
308,35
|
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
313,80
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.8
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
627,45
|
|
Uitweg / inrit
|
|
2.3.9
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
627,45
|
|
Kappen
|
|
2.3.10
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de ‘Bomenverordening 2012 van de gemeente Zandvoort’ een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
78,40
|
2.3.10.1
|
Voor elke boom boven het aantal van vier met een doorsnee van 20 cm of meer wordt het tarief in artikel 2.3.10 vermeerderd met:
|
5,30
|
|
met een maximumtarief van € 500 voor het totaal van de artikelen 2.3.10 en 2.3.10.1
|
|
2.3.11
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
1.568,60
|
2.3.11.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
|
1.568,60
|
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
2.3.12
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
1.568,60
|
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.13
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.13.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
114,25
|
2.3.13.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.13.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft
|
114,25
|
2.3.13.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
|
114,25
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.14
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.14.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.14.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
2.3.15
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.15.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
267,60
|
2.3.15.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
267,60
|
|
Advies
|
|
2.3.16
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
|
313,80
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.17
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.17.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
627,45
|
2.3.17.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
627,45
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag c.q. principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt:
|
|
2.4.2.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
2%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
3%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
5%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan
|
75%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na twee weken en binnen zes weken na het in behandeling nemen ervan
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.3
|
Indien de aanvraag niet verder in behandeling kan worden genomen omdat de bescheiden niet voldoen aan de indieningsvereisten
|
25%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.2
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.3
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bedraagt de teruggaaf:
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
2.5.4
|
Een bedrag minder dan
|
80,00
|
|
wordt niet teruggegeven.
|
|
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.5.5
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
|
Niet van toepassing in Zandvoort
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
178,40
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
|
(Partiële) herziening / wijziging bestemmingsplan
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het behandelen van een aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid en van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
|
2.8.1.1
|
indien de bouwkosten niet meer dan € 1.000.000 bedragen
|
8.365,40
|
2.8.1.2
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen
|
14.639,45
|
|
Indien de aanvraag tot (partiële) herziening / wijziging van het bestemmingsplan uitsluitend de wijziging van gebruik van een perceel betreft:
|
|
2.8.1.3
|
voor gronden tot en met 500 m²
|
8.365,40
|
2.8.1.4
|
verhoogd met € 500 per 100 m² boven vermelde 500 m² met een maximum van
|
14.639,45
|
2.8.1.5
|
De in artikel 2.8.1 bedoelde behandeling betreft de ambtelijke begeleiding inclusief de kosten van publicatie en exclusief de externe advieskosten voor de opstelling van het bestemmingsplan.
|
|
|
Externe advieskosten voor (partiële) herziening / wijziging bestemmingsplan
|
|
2.8.2
|
Indien, op verzoek van de aanvrager, de gemeente de opstelling of wijziging van het bestemmingsplan door een externe adviseur verzorgt, bedraagt het verschuldigde bedrag
|
|
2.8.2.1
|
indien de bouwkosten niet meer dan € 1.000.000 bedragen
|
8.365,40
|
2.8.2.2
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen
|
14.639,45
|
|
Indien de aanvraag tot (partiële) herziening / wijziging van het bestemmingsplan uitsluitend de wijziging van gebruik van een perceel betreft:
|
|
2.8.2.3
|
voor gronden tot en met 500 m²
|
8.365,40
|
2.8.2.4
|
verhoogd met € 500 per 100 m² boven vermelde 500 m² met een maximum van
|
14.639,45
|
2.8.2.5
|
Indien de daadwerkelijke kosten van de externe adviseur lager zijn dan de genoemde bedragen in artikel 2.8.2.1 t/m 2.8.2.4 wordt het verschil tussen het betaalde legesbedrag en de werkelijk gemaakte externe kosten terugbetaald door de gemeente.
|
|
Hoofdstuk 9 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
|
|
|
Niet meer van toepassing in Zandvoort.
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
167,30
|
|
|
|