Gemeenteblad van Beverwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beverwijk | Gemeenteblad 2016, 152478 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beverwijk | Gemeenteblad 2016, 152478 | Verordeningen |
Verordening op de raadscommissies 2016
De raad van de gemeente Beverwijk;
gezien het voorstel van het seniorenconvent d.d. 14 maart 2016, nummer INT-16-25620;
gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening inhoudende bepalingen met betrekking tot de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies (Verordening op de raadscommissies 2016)
Artikel 23 Handhaving vergaderorde
Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, spreekt over aangelegenheden waar geheimhouding krachtens wettelijk voorschrift is opgelegd dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Hoofdstuk VI Toehoorders, spreekrecht
Artikel 24 Toehoorders en pers
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen. Indien de beschikbare ruimte ontoereikend is, neemt de voorzitter de nodige maatregelen om de overige toehoorders in de gelegenheid te stellen het verloop van de vergadering te volgen.
Hoofdstuk VII Besloten vergadering
Artikel 27 Besloten vergadering
In afwijking van het eerste lid en van artikel 17, tweede lid onder c. blijven stukken, omtrent de inhoud waarvan ingevolge artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, onder berusting van de griffier die de leden inzage verleent. Op verzoek van een lid van de raadscommissie of een lid van de raad wordt door de griffier aan hem een gewaarmerkte kopie verstrekt.
Artikel 1 Begripsbepalingen en afbakening
Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moet worden herhaald, is in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd.
Voorts is een afbakeningsbepaling opgenomen. De verordening is niet van toepassing op die commissies die zijn ingesteld bij afzonderlijke verordening, zoals de rekenkamercommissie, de commissie voor de behandeling van bezwaarschriften gemeenteraad, de commissie Broekpolder, de auditcommissie en de werkgeverscommissie gemeente Beverwijk.
Dit artikel bepaalt dat alle raadsleden automatisch lid zijn van de raadscommissie.
De raad kan besluiten om in het geheel geen commissies in te stellen. In dat geval zal de raad een besluit moeten nemen om deze verordening in te trekken.
Artikel 3 Taak en bevoegdheden raadscommissie
De raadscommissie geeft de raad advies over een raadsvoorstel, of adviseert de raad ongevraagd. Voorts geeft de raadscommissie - via de agendacommissie - onderwerpen aan voor de raadsvergadering en overlegt zij met het college van b&w of de burgemeester over deze adviezen en onderwerpen.
Uiteraard is de raadscommissie niet bedoeld voor taken die de agendacommissie en het presidium uitvoeren.
Artikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de voorzitter van een raadscommissie raadslid moet zijn. Om die reden bepaalt artikel 4, eerste lid, dat de raad de voorzitters 'uit zijn midden' benoemt.
Iedere raadscommissie wordt ondersteund door een secretaris. Gelet op de omvang van de griffie in de gemeente Beverwijk is het niet mogelijk dat de commissiesecretarissen uitsluitend uit het personeel van de griffie worden benoemd.
Aangezien de secretaris ook een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie kan zijn, is in dat geval het college de werkgever en zal de raad in overleg met het college moeten beslissen welke ambtenaar deze functie vervult en wie hem bij zijn afwezigheid of verhindering vervangt. De raad heeft deze taak overgelaten aan de agendacommissie, in de praktijk zal het zo zijn dat de griffier en de gemeentesecretaris in onderling overleg de ambtenaar aanwijzen. De griffier stuurt de secretaris inhoudelijk aan.
Fracties hebben de mogelijkheid steunfractieldeden te laten benoemen om raadsleden tijdens raadscommissievergaderingen te kunnen vervangen.
Ten opzichte van de vorige verordening is het aantal te benoemen steunfractieleden gewijzigd. Eénmansfracties mogen voortaan maar één steunfractielid hebben. Fracties, die uit meerdere personen bestaan, mogen maximaal twee steunfractieleden laten benoemen.
Artikel 8 Vereisten voor het steunfractielidmaatschap
Op grond van dit artikel moeten de steunfractieleden, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 13 en 15 van de Gemeentewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15. Raadsleden kunnen van Gedeputeerde Staten van de provincie ontheffing krijgen van bepaalde verboden als genoemd in artikel 15. Steunfractieleden hebben die mogelijkheid niet. Vandaar dat lid 3 in dit artikel is opgenomen, zodat steunfractieleden niet onder een strenger regime vallen dan de raadsleden.
Op grond van artikel 12 van de gemeentewet maken de leden van de raad openbaar welke andere functies dan het raadslidmaatschap van de raad zij vervullen. Deze bepaling geldt ook voor de steunfractieleden.
Verder is de gedragscode voor bestuurders van overeenkomstige toepassing verklaard op de steunfractieleden.
Deze procedure verloopt overeenkomstig de procedure zoals beschreven bij de benoeming van raadsleden in het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad. Het grote verschil met raadsleden is dat deze bij de installatie de eed of belofte afleggen en dat dit niet van toepassing is op steunfractieleden.
Artikel 10 Beëindiging steunfractielidmaatschap
Het steunfractielidmaatschap eindigt volgens dit artikel, zodra niet meer aan de vereisten voor het steunfractielidmaatschap wordt voldaan.
Voorts is het inherent aan de zittingsduur van de gemeenteraad dat de steunfractieleden aftreden gelijk met de raadsleden na de verkiezingen van de gemeenteraad.
In dit artikel zijn de drie verschillende mogelijkheden van ontslag van een steunfractielid opgenomen.
Veelal zullen de vergaderingen van de raadscommissies plaatsvinden op een vaste dag en plaats voorafgaand aan de vergaderingen van de raad. Het presidium is belast met het opstellen van het schema voor de vergaderingen.
De agendacommissie plant de commissievergaderingen zoveel mogelijk overeenkomstig dit schema.Indien het niet lukt om alle agendapunten binnen het bestaande schema te plannen, kan de agendacommissie besluiten tot het uitschrijven van extra vergaderingen.
Indien college- of raadsleden om een extra commissievergadering verzoeken, beslist het presidium hier over.
Artikel 14 Behandeling voorstellen van het college
De agendacommissie bepaalt in welke raadscommissie een bepaald onderwerp of voorstel wordt voorbereid.
In het derde lid komt de invloed van de raadscommissie op de agenda tot uitdrukking.
Dit betekent onder andere dat een raadscommissie kan bepalen dat een onderwerp of voorstel onvoldoende voorbereid en voor inlichtingen of advies aan het college wordt gezonden. De agendacommissie bepaalt vervolgens in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt en niet het college. Uiteraard zal hierover wel overleg gevoerd worden met het college of de secretaris.
Artikel 15 Samenstelling voorlopige agenda
Voor het verzenden van de oproep, stelt de agendacommissie de voorlopige agenda op. De agendacommissie kan tevens besluiten ambtenaren of anderen (deskundigen) in een raadscommissie uit te nodigen adviezen of inlichtingen te verstrekken.
Artikel 16 Oproep; voorlopige agenda
De leden van een raadscommissie ontvangen een oproep inclusief de agenda voor een vergadering ruim voor de vergadering. Indien in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt opgesteld, is geen termijn gesteld. Dit is aan de beoordeling van de agendacommissie overgelaten. Wel zal de termijn uiteraard zodanig moeten zijn dat de leden van een raadscommissie in staat zijn om de stukken te lezen.
Artikel 17 Openbare kennisgeving
Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet moet de voorzitter van een raadscommissie tegelijkertijd met de schriftelijke oproep de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep op de gemeentelijke internetsite gepubliceerd. Deze bepaling geeft hier een regeling voor.
Artikel 18 Vaststelling agenda, inventarisatie sprekers; deelname door derden
De agendacommissie bepaalt hoe de agenda voor de raadscommissie eruit komt te zien. Dit is echter een voorlopige agenda. De raadscommissie stelt zelf de agenda definitief vast.
In dit artikel zijn tevens bepalingen opgenomen ter bevordering van de efficiëntie van de vergaderingen. De voorzitter inventariseert per agendapunt welke leden het woord willen voeren. Indien geen enkel lid zich aanmeldt, vindt er geen bespreking plaats, tenzij een lid van het college of de burgemeester aangegeven heeft over het onderwerp het woord te willen voeren. Op grond van het bepaalde in artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet heeft een lid van het college het recht om aan de beraadslagingen deel te nemen.
Bovendien zijn in dit artikel bepalingen opgenomen omtrent het deelnemen aan de beraadslagingen door derden.
Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
Indien de raadscommissie van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan de raadscommissie daartoe uitdrukkelijk besluiten.
Artikel 20 Voorstellen van orde
Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de betreffende raadscommissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door een raadscommissie, echter met dien verstande dat een commissielid zijn stem over het voorstel van orde kort kan toelichten.
Een raadscommissie neemt geen beslissingen, maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Wel kan een raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. De leden beslissen over het advies.
Indien de commissie in meerderheid van mening is dat het stuk voor een volgende raadsvergadering kan worden geagendeerd, wordt het stuk behandelrijp verklaard.
Indien het advies van de raadscommissie unaniem en positief is wordt aan het advies de woorden "agenderen als hamerstuk" toegevoegd. Op grond hiervan kan de agendacommissie bij het opstellen van de agenda voor de vergaderingen van de raad (artikel 13 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad) bepalen of het voorstel op de lijst van stukken die zonder beraadslaging worden afgedaan of op de lijst van voorstellen die naar verwachting met beraadslaging worden afgedaan. Indien aan het advies de woorden "agenderen als hamerstuk" zijn toegevoegd plaatst de agendacommissie het desbetreffende voorstel op het overzicht van voorstellen die zonder
beraadslaging worden afgedaan. Zie ook het bepaalde in artikel 13, derde lid en artikel 21 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad.
Artikel 23 Handhaving vergaderorde
Het eerste lid verzekert dat leden van een raadscommissie vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties uiteraard toegestaan voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van deze wet van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.
Artikel 25 Spreekrecht toehoorders
Het spreekrecht van burgers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de burgers bij het lokaal bestuur, één van doelstellingen van de vernieuwing van het lokaal bestuur. Om deze reden is hier bepaald dat burgers het woord mogen voeren tijdens raadscommissievergaderingen.
Het spreekrecht is beperkt gehouden tot geagendeerde onderwerpen, omdat burgers op die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beraadslagingen van een raadscommissie. Doordat het spreekrecht betrekking heeft op geagendeerde onderwerpen, kan een burger alleen inspreken over onderwerpen die een raadscommissie aangaan.
Artikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging kan ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet, het zesde lid voorziet hierin.
Artikel 27 Besloten vergadering
Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken en voorstellen
van orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voor zover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal een raadscommissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd dan wel opgeheven.
Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is artikel 23 van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu dus een raadscommissie anders beslist. De raadscommissie beslist over het openbaar maken van deze notulen.
Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig. Niet alleen een raadscommissie kan geheimhouding opleggen, ook de voorzitter van een raadscommissie, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding aan een raadscommissie opleggen. Overigens kan een raadscommissie ook geheimhouding opleggen aan de raad of het college ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het college overlegt (artikel 25, tweede lid, en artikel 55, tweede lid, van de Gemeentewet). De
geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of de raad, haar opheft.
In artikel 53 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad is bepaald dat indien de raad voornemens is de geheimhouding op te heffen, de raad eerst overleg pleegt met het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-152478.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.