Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Buitenruimte en Sport van 25 oktober 2016 met kenmerk: 2062094;

 

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

 

besluit vast te stellen:

 

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

 

Artikel I

Het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 wordt als volgt gewijzigd.

 

A

De artikelen 18a en 18b vervallen.

 

B

De artikelen 27 tot en met 29 worden vernummerd tot de artikelen 37 tot en met 39.

 

C

Na paragraaf 4 worden de nieuwe paragrafen 5 en 6 toegevoegd, luidende:

 

§ 5 Individueel Keuzebudget

Artikel 27 Algemeen

  • 1.

    De ambtenaar heeft recht op een Individueel Keuzebudget, hierna te noemen: IKB.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders is beheerder van het IKB.

  • 3.

    Het IKB is een maandelijks, in geld uitgedrukt budget dat de ambtenaar naar keuze kan gebruiken voor de doelen, genoemd in artikel 29, op de wijze zoals vastgelegd in deze regeling.

Artikel 28 Opbouw IKB

  • 1.

    Het IKB wordt per maand opgebouwd en bestaat uit een deel waarover pensioen wordt opgebouwd en een deel waarover geen pensioen wordt opgebouwd.

  • 2.

    Het deel van het IKB waarover pensioen wordt opgebouwd bedraagt:

    • a.

      8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris vermeerderd met de salaristoelagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van het Ambtenarenreglement, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 146,65 bij een volledige betrekking, en

    • b.

      6% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 145,83 bij een volledige betrekking, en met inachtneming van artikel 12, zevende lid, van de Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, en

    • c.

      1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, voor de ambtenaar die geboren is na 31 december 1949, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 33,33 bij een volledige betrekking en met inachtneming van artikel 12, achtste lid, van de Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

  • 3.

    Het deel van het IKB waarover geen pensioen wordt opgebouwd bedraagt 0,8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris.

  • 4.

    Indien in een maand het salaris of de salaristoelagen niet volledig zijn uitbetaald, wordt het IKB in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en de uitbetaalde salaristoelagen. Ontvangt de ambtenaar in een maand geen salaris, wordt in die maand geen IKB opgebouwd.

  • 5.

    Indien in een maand het salaris en de salaristoelagen niet volledig zijn uitbetaald op grond van artikel 52, tweede tot en met vierde lid, van het Ambtenarenreglement, wordt, in afwijking van het vierde lid van dit artikel, het IKB in die maand berekend op basis van het volledige salaris en de volledige salaristoelagen.

  • 6.

    Het college van burgemeester en wethouders kan bronnen toevoegen aan het IKB.

     

TOELICHTING

Lid 2

In dit lid is geregeld wat de bronnen van het pensioengevende deel van het IKB zijn.

De bronnen komen uit arbeidsvoorwaarden die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de Rotterdamse rechtspositie geregeld waren. Het IKB is opgebouwd uit:

  • a.

    de vakantietoelage, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 18b van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016;

  • b.

    de eindejaarsuitkering, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 18a van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016;.

  • c.

    de werkgeverstoelage levensloop, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 7, eerste lid, van het Besluit Levensloopregeling.

Lid 3

Deze bron bestaat uit de financiële tegenwaarde van 14,4 uren bovenwettelijk vakantieverlof. Tot 1 januari 2017 had de ambtenaar op grond van artikel 1 van de Vakantie- en Verlofregeling recht op ten minste 173,6 (schaal 1 tot en met 8), dan wel 180,8 (schaal 9 en hoger) uren vakantieverlof per kalenderjaar. Met ingang van 1 januari 2017 wordt de aanspraak op vakantieverlof met 14,4 uur verminderd. Voor een deeltijder geldt dit naar rato.

De financiële tegenwaarde van 14,4 uren vakantieverlof is per diezelfde datum opgenomen in het IKB.

Artikel 29 Doelen IKB

  • 1.

    De ambtenaar kan het IKB gebruiken voor:

    • a.

      het kopen van vakantie-uren, tot een maximum van vier maal de aanstellingsduur per week gedurende het kalenderjaar;

    • b.

      extra inkomen door uitbetaling van het IKB tot een maximum van het tot aan de datum van uitbetaling opgebouwde IKB;

    • c.

      het financieren van een opleiding, indien en voor zover deze niet door de gemeente wordt vergoed en de geldende fiscale regelgeving de besteding van het IKB aan dit doel belastingvrij mogelijk maakt.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de bestedingsdoelen zoals omschreven in het eerste lid aanvullen.

     

TOELICHTING

De verwijzing naar de fiscale wetgeving in het eerste lid, onderdeel c, betekent dat het moet gaan om een opleiding om de vakkennis actueel te houden dan wel een opleiding met als oogmerk andere betaalde arbeid te gaan verrichten.

Artikel 30 Gebruik IKB

  • 1.

    De ambtenaar kan elke maand een keuze maken om zijn IKB te gebruiken voor één of meerdere van de in artikel 29 genoemde doelen. Hij heeft voor deze keuze geen toestemming nodig.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst in verband met de salarisverwerking voor elke maand een uiterste datum aan waarop de ambtenaar zijn keuze kenbaar moet maken.

  • 3.

    Als de ambtenaar geen keuze maakt, of bij zijn keuze slechts een deel van zijn IKB gebruikt, wordt het IKB over die maand, of het resterende deel daarvan, gereserveerd. De ambtenaar kan het gereserveerde IKB op een later moment in het lopende kalenderjaar besteden.

  • 4.

    Heeft de ambtenaar na de sluitingsdatum van de salarisverwerking in december nog een resterend IKB, dan wordt dit bij de salarisbetaling van die maand uitbetaald.

  • 5.

    Besteding van het IKB kan alleen binnen het op het moment van keuze beschikbare budget; het eventuele meerdere kan niet worden uitgeruild met een ander inkomensbestanddeel of worden overgeheveld naar het volgende kalenderjaar. De keuze voor een doel heeft uitsluitend betrekking op hetzelfde kalenderjaar, dan wel op kosten in de maand december van het voorgaande kalenderjaar, mits de keuze in die maand is gedaan.

  • 6.

    Bedragen die uit het IKB zijn gebruikt, kunnen niet meer worden teruggestort in het IKB.

  • 7.

    De medewerker op wiens inkomen loonbeslag is gelegd, kan alleen gebruik maken van de in artikel 29, eerste lid, onderdeel b, van deze regeling genoemde mogelijkheid. Dit geldt voor zover het loonbeslag niet eindigt in de maand waarin de medewerker van het IKB gebruik wil maken.

     

TOELICHTING

Vijfde lid

Wanneer de medewerker kiest voor uitruil aan het einde van het jaar, is het van belang dat hij daarmee rekening houdt als hij al eerder in het jaar zijn IKB geheel of gedeeltelijk laat uitbetalen. Als door die eerdere uitbetaling(en) de hoogte van het in december uit te betalen, nog resterende IKB lager is dan het bedrag dat de medewerker wil uitruilen met het IKB, kan niet méér worden uitgeruild dan het bedrag van het nog resterende IKB. Het eventuele meerdere kan niet worden uitgeruild met een ander inkomensbestanddeel of worden overgeheveld naar het volgende kalenderjaar.

 

Daarnaast geldt er één uitzondering op de regel dat uitruil alleen kan plaatsvinden als deze betrekking heeft op kosten in het lopende kalenderjaar, namelijk het geval waarin een verzoek tot uitruil wordt ingediend nadat de sluitingsdatum van de salarisverwerking in december is verstreken. In dat geval is er in december al een onvoorwaardelijk recht op vergoeding van de kosten ontstaan en kan in januari van het volgende kalenderjaar worden uitgeruild, mits het IKB in die (ene) maand voldoende is. Anders is er per 31 december geen onvoorwaardelijk recht, wat vereist is voor de vrijgestelde betalingen, in het bijzonder studie.

Artikel 31 Waarde van een vakantie-uur

  • 1.

    Als de ambtenaar kiest voor het kopen van vakantie-uren, wordt het IKB per vakantie-uur verlaagd met het voor de ambtenaar geldende uurloon op het moment dat hij die keuze maakt.

  • 2.

    Eventuele aanpassingen van het uurloon met terugwerkende kracht tot en met een datum gelegen vóór de maand waarin de ambtenaar zijn verzoek om vakantie-uren te kopen indiende, zijn niet van invloed op de hoogte van het in het vorige lid bedoelde uurloon.

Artikel 32 Uitbetaling IKB bij einde dienstverband

  • 1.

    Bij beëindiging van het dienstverband wordt het resterende IKB aan de ambtenaar uitbetaald.

  • 2.

    Bij overlijden van de ambtenaar wordt in aanvulling op de eventuele overlijdensuitkering het resterende IKB uitbetaald aan de nagelaten betrekkingen zoals omschreven in artikel 23, tweede en derde lid, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

Artikel 33 Wet- en regelgeving

  • 1.

    Het gebruiken van het IKB voor doelen kan gevolgen hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen. De ambtenaar wordt geacht deze gevolgen te kennen.

  • 2.

    Als blijkt dat een bedrag uit het IKB ten onrechte belastingvrij is uitgekeerd doordat de ambtenaar niet aan de voorwaarden voor uitruil met het IKB heeft voldaan, verhaalt het college van burgemeester en wethouders de verschuldigde loonheffing alsmede de daarover eventueel verschuldigde belastingrente en boete op de ambtenaar.

  • 3.

    Als een netto voordeel voor de ambtenaar vervalt door wijzigingen in wet- en regelgeving, wordt dat niet gecompenseerd door het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Alle transacties in het IKB moeten passen in de geldende wet- en regelgeving.

Artikel 34 Overgangsrecht

  • 1.

    De vakantietoelage die de ambtenaar heeft opgebouwd in de periode van juni 2016 tot en met december 2016 op grond van artikel 18b van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 zoals dat gold op 31 december 2016, wordt uitbetaald bij de salarisbetaling van mei 2017. Dit bedrag maakt geen onderdeel uit van het IKB.

  • 2.

    Indien aan de ambtenaar ontslag verleend wordt vóór 1 mei 2017, wordt de opgebouwde vakantietoelage over 2016 uitbetaald in de eerstvolgende maand na het ontslag.

Artikel 35 Overige bepalingen

Gereserveerd.

 

§ 6 Overige individuele keuzemogelijkheden

Artikel 36 Verkoop van vakantie-uren

  • 1.

    De ambtenaar kan er elk kalenderjaar voor kiezen ten hoogste 72 uren bovenwettelijk vakantieverlof te verkopen. Bij een deeltijd dienstverband wordt dit aantal naar rato vastgesteld.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen over de aanvraagprocedure.

  • 3.

    Het ten aanzien van het uurloon bepaalde in artikel 31 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 oktober 2016.

De secretaris,

Ph.F.M. Raets

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting

Onderdeel A

Met de invoering van het Individueel Keuzebudget komen de eindejaarsuitkering en de vakantietoelage als zelfstandige uitkeringen te vervallen.

Dit gemeenteblad 2016, nummer 173, is uitgegeven op 26 oktober 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven