Artikel I
Artikel 2.3.1.1, lid 1, onderdeel a, subonderdeel 2 wordt ingetrokken onder gelijktijdige vernummering van de subonderdelen 3 en 4 tot 2 en 3.
Artikel II
De tekst van artikel 2.3.1.2, lid 1 wordt gewijzigd in:
“1. Het is verboden een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 2 en 3, te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.”
Artikel III
De tekst van artikel 2.3.1.3a, lid 1 wordt gewijzigd in:
“1. De houder van een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 2 en 3, kan beheerders aanstellen.”
Artikel IV
De tekst van artikel 2.3.1.3b wordt gewijzigd in:
“Het is verboden een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 2 en 3, voor het publiek geopend te hebben indien in de inrichting geen houder of beheerder feitelijk aanwezig is.”
Artikel V
De tekst van artikel 2.3.1.3c, lid 1 wordt gewijzigd in:
“1. De houder van een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 2 en 3, en de beheerder moeten voldoen aan de bij of krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a en b, en derde lid, van de Drank- en Horecawet aan leidinggevenden gestelde eisen.”
Artikel VI
De tekst van artikel 2.3.1.3c, lid 2 wordt gewijzigd in:
“2. Het is verboden een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 2 en 3 te exploiteren indien door de houder niet of niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a en b, en derde lid, van de Drank- en Horecawet aan leidinggevenden gestelde eisen.”
Artikel VII
De aanhef van artikel 2.3.1.4, lid 1 wordt gewijzigd in:
“1. Het is de houder van een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 1 en 2 verboden deze voor bezoekers geopend te hebben of daarin of aldaar één of meer bezoekers toe te laten of te laten verblijven:”
Artikel VIII
De aanhef van artikel 2.3.1.4, lid 2 wordt gewijzigd in:
“2. De burgemeester kan gebieden aanwijzen waarin het voor de houder van een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 2 verboden is deze voor bezoekers geopend te hebben of daarin of aldaar één of meer bezoekers toe te laten of te laten verblijven:”
Artikel IX
De aanhef van artikel 2.3.1.4, lid 3 wordt gewijzigd in:
“3. De burgemeester kan, ten behoeve van een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 1, voor bepaalde tijd gedurende de uren tot 06.00 uur ontheffing verlenen van het eerste lid gestelde verbod, voor zover het betreft:”
Artikel X
De tekst van artikel 2.3.1.4, lid 4 wordt gewijzigd in:
“4. De burgemeester kan, ten behoeve van een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 1, voor bepaalde tijd, op marktdagen gedurende de uren vanaf 05.00 uur ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod, voor maximaal 2 aan de Markt gelegen inrichtingen.”
Artikel XI
De tekst van artikel 2.3.1.4, lid 5 wordt gewijzigd in:
“5. Onverminderd het bepaalde in het derde lid kan de burgemeester in geval van bijzondere festiviteiten tijdelijk collectief ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.”
Artikel XII
De aanhef van artikel 2.3.1.5a wordt gewijzigd in:
“Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1.5 kan de burgemeester een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a, sub 2 en 3, al dan niet voor een bepaalde termijn gesloten verklaren indien:”
Artikel XIII
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt.
Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 11 oktober 2016.
de griffier,
J.L.L. Goossens
de voorzitter,
J.M. Penn-te Strake