Wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Coevorden 2015 (1e wijziging)

Nr. 2016/1320

 

De raad van de gemeente Coevorden;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden, bijlagenr. 1320;

 

overwegende, dat het gewenst is dat de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Coevorden 2015 op de volgende onderdelen te wijzigen: het creëren van een grondslag voor een nader te bepalen voorziening, het opnemen van een aanvraagtermijn ten aanzien van het in aanmerking komen van de uitstroom- en participatiepremie en het creëren van een juridische basis aan de Nadere regels plaatsingssubsidie en de richtlijn werkplekaanpassing ten aanzien de specificering van de doelgroep.

 

gelet op het bepaalde in artikel 8a, eerste lid, aanhef en onder a, b, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid van de Participatiewet; artikel 156 van de Gemeentewet;

 

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Coevorden 2015 (1e wijziging)

 

 

Artikel I  

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6. Participatieplaats

Artikel 6. Participatieplaats

1.

Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.

1.

Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.

2.

Het college zorgt ervoor dat de te verrichten additionele werkzaamheden worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die wordt ondertekend door het college, de werkgever en de persoon die de additionele werkzaamheden gaat verrichten.

2.

Het college zorgt ervoor dat de te verrichten additionele werkzaamheden worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die wordt ondertekend door het college, de werkgever en de persoon die de additionele werkzaamheden gaat verrichten.

3.

De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 150,- per zes maanden, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.

3.

De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 150,- per zes maanden, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.

4.

Geen recht op een premie als bedoeld in het vorige lid, heeft de belanghebbende aan wie een maatregel op grond van de 'Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015 is opgelegd. Dit geldt slechts voor de periode waarin belanghebbende, als hem geen maatregel opgelegd zou zijn, recht zou hebben gehad op een premie als bedoeld in het vorige lid.

4.

De persoon die de additionele werkzaamheden heeft verricht kan de premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet tot één jaar na de beëindiging van de deelname aan een participatieplaats aanvragen.

 

 

5.

Geen recht op een premie als bedoeld in het vorige lid, heeft de belanghebbende aan wie een maatregel op grond van de 'Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Coevorden 2015 is opgelegd. Dit geldt slechts voor de periode waarin belanghebbende, als hem geen maatregel opgelegd zou zijn, recht zou hebben gehad op een premie als bedoeld in het vorige lid.

 

Artikel II  

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10. Plaatsingssubsidie

Artikel 10. Plaatsingssubsidie

1.

Het college kan een plaatsingssubsidie verstrekken aan werkgevers die een arbeidsovereenkomst sluiten met een persoon uit de doelgroep;

1.

Het college kan een plaatsingssubsidie verstrekken aan werkgevers die een arbeidsovereenkomst sluiten met een persoon uit de doelgroep met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.

2.

a. De arbeidsovereenkomst dient tenminste 6 maanden te bedragen en van zodanige omvang te zijn dat de persoon geen beroep meer hoeft te doen op een uitkering.

2.

a. De arbeidsovereenkomst dient tenminste 6 maanden te bedragen en van zodanige omvang te zijn dat de persoon geen beroep meer hoeft te doen op een uitkering.

 

b. de omvang van de arbeidsovereenkomst dient tenminste 18 uur per week te zijn.

 

b. de omvang van de arbeidsovereenkomst dient tenminste 18 uur per week te zijn.

3.

De plaatsingssubsidie wordt slechts eenmaal per arbeidsovereenkomst verstrekt.

3.

De plaatsingssubsidie wordt slechts eenmaal per arbeidsovereenkomst verstrekt.

4.

Het college kan nadere regels stellen over de toepassing van lid 1.

4.

Het college kan nadere regels stellen over de toepassing van lid 1.

5.

De plaatsingssubsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

5.

De plaatsingssubsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

6.

De plaatsingssubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer.

6.

De plaatsingssubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer.

 

Artikel III  

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 12. Werkplekaanpassing

Artikel 12. Werkplekaanpassing

1.

Het college kan een werkgever die met een persoon, die behoort tot de doelgroep een dienstbetrekking aangaat van ten minste zes maanden, een vergoeding verstrekken voor de eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht.

1.

Het college kan een werkgever die met een persoon, behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder e van de Participatiewet, een dienstbetrekking aangaat van ten minste zes maanden, een vergoeding verstrekken voor de eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht.

2.

Een vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstrekt indien op grond van een andere regeling een vergoeding voor de kosten kan worden verstrekt.

2.

Een vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstrekt indien op grond van een andere regeling een vergoeding voor de kosten kan worden verstrekt.

3.

Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van de wijze van uitvoering van de voorziening als bedoeld in het eerste lid.

3.

Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van de wijze van uitvoering van de voorziening als bedoeld in het eerste lid.

 

Artikel IV  

  • A.

    Na artikel 14 wordt een nieuw artikel 14a ingevoegd inluidend:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

 

--

Artikel 14a. Overige voorzieningen

 

 

1.

Het college kan op basis van een individuele beoordeling aan een werkgever en/of een persoon die behoort tot de doelgroep andere voorzieningen verstrekken gericht op arbeidsinschakeling.

 

 

2.

Het college kan nadere regels stellen over de toepassing van lid 1.

 

Artikel V  

Artikel 15 lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 15. Uitstroompremie

Artikel 15. Uitstroompremie

1.

Het college kan eenmalig een uitstroompremie toekennen van € 300,- aan een langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid en daardoor niet langer recht heeft op algemene bijstand.

1.

Het college kan eenmalig een uitstroompremie toekennen van € 300,- aan een langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid en daardoor niet langer recht heeft op algemene bijstand.

2.

Een langdurig werkloze in de zin van het eerste lid is een persoon die gedurende een aaneengesloten periode van twaalf maanden of langer op een uitkering aangewezen is of is geweest.

2.

Een langdurig werkloze in de zin van het eerste lid is een persoon die gedurende een aaneengesloten periode van twaalf maanden of langer op een uitkering aangewezen is of is geweest.

3.

De premie kan worden aangevraagd vanaf de zevende maand na de indiensttreding.

3.

De langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid, kan de uitstroompremie aanvragen vanaf de zevende maand na de indiensttreding tot één jaar na de datum van deze uitstroming.

 

Artikel VI  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Artikel VII Overgangsbepaling

Op aanvragen, ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, wordt beslist op grond van de op het moment van het indienen van de aanvraag geldende verordening.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 september 2016.

De raad voornoemd,

voorzitter, griffier,

B.J. Bouwmeester J. Kuipers-Meijering

Bijlage toelichting  

 

Toelichting op artikel IVA

Op basis van dit artikel kan het college andere voorzieningen verstrekken dan de al genoemde voorzieningen in de verordening aan een werkgever en/of persoon die behoort tot de doelgroep, als onderdeel van een traject gericht op arbeidsinschakeling. Het doel van het verstrekken van de voorzieningen op basis van dit artikel is het wegnemen van beperkingen met betrekking tot het deelnemen aan een traject gericht op arbeidsinschakeling. Het college besluit op basis van een individuele beoordeling of aan een werkgever en/of persoon die behoort tot de doelgroep een voorziening wordt toegekend.

Op basis van het tweede lid van dit artikel kan het college nadere regels stellen ten aanzien van onder andere de soort voorziening, de duur en de voorwaarden waaronder een voorziening kan worden verstrekt.

Naar boven