Gemeenteblad van Vught
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vught | Gemeenteblad 2016, 144531 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vught | Gemeenteblad 2016, 144531 | Verordeningen |
Raadsbesluit wijziging diverse verordeningen
• De Verordening tot wijziging van de Afstemmings- en robuuste incassoverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Vught 2015 vast te stellen.
Artikel 14a. Overige gedragingen die leiden tot een verlaging is toegevoegd:
Artikel 14a. Overige gedragingen die leiden tot een verlaging
Als een belanghebbende een door het college opgelegde verplichting als bedoeld in artikel 17, lid 2 van de Participatiewet niet nakomt, wordt een verlaging toegepast. De verlaging wordt vastgesteld op:
Artikel 15. Samenloop van gedragingen
Als sprake is van één gedraging die schending oplevert van meerdere in deze verordening of artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet genoemde verplichtingen, wordt één verlaging opgelegd. Voor het bepalen van de hoogte en duur van de verlaging wordt uitgegaan van de gedraging waarop de hoogste verlaging is gesteld.
Als sprake is van meer dan één gedraging die schending oplevert van meerdere in deze verordening of artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet genoemde verplichtingen en de gedragingen binnen een korte periode van maximaal twee maanden plaatsvinden, kan het college al individualiserend de hoogte en de duur van de op te leggen maatregel vaststellen met als maximum de som van de maatregelen die voor elke afzonderlijke gedraging kan worden opgelegd.
Indien een belanghebbende zich, na een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid, wederom schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie dan wel met eenzelfde of een hoger benadelingsbedrag én die plaatsvindt binnen een periode van twaalf maanden na het laatste maatregel-recidivebesluit, kan het college al individualiserend de hoogte en de duur van de op te leggen maatregel vaststellen.
De duur van een maatregel wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie dan wel er sprake is van een benadelingsbedrag wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 12 van deze verordening dan wel zich schuldig maakt aan een zeer ernstige misdraging als bedoeld in artikel 13 van deze verordening. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om:
Artikel 15. Samenloop van gedragingen
Als sprake is van één gedraging die schending oplevert van meerdere in deze verordening of artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet genoemde verplichtingen, wordt één maatregel opgelegd. Deze kan niet hoger zijn dan de hoogste van de maatregelen die voor de individuele schendingen kan worden opgelegd.
Als sprake is van meer dan één gedraging die schending oplevert van meerdere in deze verordening of artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet genoemde verplichtingen en de gedragingen binnen een korte periode van maximaal twee maanden plaatsvinden, kan het college al individualiserend de hoogte en de duur van de op te leggen maatregel vaststellen met als maximum de som van de maatregelen die voor elke afzonderlijke niet nakoming van een wettelijke verplichting kan worden opgelegd tot een maximum van drie maanden 100%.
Als een belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarmee een verlaging is toegepast vanwege een gedraging als bedoeld in de artikelen 7, onder b of c, 8, onder b of c, 12, eerste lid, 13 of 14 opnieuw schuldig maakt aan eenzelfde verwijtbare gedraging, wordt telkens de duur van de oorspronkelijke verlaging verdubbeld.
Als een belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarmee een verlaging is toegepast vanwege een gedraging als bedoeld in de artikelen 7, onder a, 8, onder a, of 13 opnieuw schuldig maakt aan eenzelfde verwijtbare gedraging, wordt telkens de hoogte van de oorspronkelijke verlaging verdubbeld.
Als een belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarmee een verlaging is toegepast vanwege een gedraging als bedoeld in artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als bedoeld in artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet, bedraagt de verlaging honderd procent van de bijstandsnorm gedurendetwee maanden.
De duur van een maatregel wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie of wanneer sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 12 van deze verordening of een zeer ernstige misdraging als bedoeld in artikel 13 van deze verordening. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om:
• De Verordening tot wijziging van de Verordening kwijtschelding Afvalstoffenheffing, Onroerende Zaakbelasting en Rioolheffing vast te stellen.
Artikel 4. Percentage kosten van bestaan
Bij de beoordeling van het recht op kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 22 onderdeel c. en d. van de WWB. De normbedragen WWB betreffen de normen, zoals zij worden vastgesteld per 1 januari van enig jaar waarvoor kwijtschelding wordt gevraagd.
Bij de beoordeling van het recht op kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 22 onderdeel b. en c. van de Participatiewet. De normbedragen Participatiewet betreffen de normen, zoals zij worden vastgesteld per 1 januari van enig jaar waarvoor kwijtschelding wordt gevraagd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-144531.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.