Beleidsregel Parkeerverordening 2013 Eigen parkeergelegenheid 2016 gemeente Breda

 

Bekendmaking

 

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 26 september 2016 de Beleidsregel Parkeerverordening 2013 Eigen Parkeergelegenheid 2016 hebben vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

 

De beleidsregel wordt van kracht met ingang van de achtste dag na die van deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

 

Tegen het besluit tot vaststelling van de beleidsregel is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Beleidsregel Parkeerverordening 2013 Eigen parkeergelegenheid 2016

 

Voorwaarden

Artikel 1

In afwijking van artikel 4 lid 1 sub d van de Parkeerverordening 2013 kan de aanvrager in aanmerking komen voor een Basisvergunning Huishouden, indien de aanvrager kan aantonen dat hij niet kan of niet had kunnen beschikken over eigen parkeergelegenheid.

Artikel 1.1

Bij de invoering van nieuwe vergunninggebieden wordt aan artikel 4 lid 1 sub d van de Parkeerverordening 2013 een peildatum toegevoegd met betrekking tot de bepaling: ‘’niet kan of niet had kunnen beschikken over eigen parkeergelegenheid’’. De datum van invoering van een nieuw vergunninggebied is de peildatum.

Criteria

Artikel 2

De aanvrager moet aantonen dat hij op de wachtlijst staat om in aanmerking te komen over eigen parkeergelegenheid. Het bewijs van inschrijving op de wachtlijst moet schriftelijk op briefpapier en ondertekend door de beheerder/eigenaar van de woning zijn. Het bewijs van inschrijving op de wachtlijst is gericht aan de aanvrager en mag niet ouder dan drie maanden zijn.

Artikel 2.1

Indien er geen wachtlijst geldt voor de eigen parkeergelegenheid, moet de aanvrager een volverklaring van de beheerder/eigenaar van de woning aanleveren. Hieruit moet blijken dat de aanvrager niet op korte termijn kan beschikken over eigen parkeergelegenheid. De volverklaring moet schriftelijk op briefpapier en ondertekend door de beheerder/eigenaar zijn. De volverklaring is gericht aan de aanvrager en mag niet ouder dan drie maanden zijn.

Artikel 3
  • Lid 1.

    De aanvrager welke woonachtig is in een grondgebonden woning met een garage, carport, tuin, aangelegde (parkeer)plaats op eigen terrein of toerit is bruikbaar als parkeerplaats, wanneer:

    • a.

      De parkeergelegenheid bereikbaar is via een door- toegang van minstens 2,30m breed;

    • b.

      De parkeergelegenheid:

      • -

        minimaal 2,30m breed en 5,50m lang, ingeval een oprit/terrein;

      • -

        minimaal 2,65m breed en 5,50m lang, ingeval een garage.

  • Lid 2.

    Wanneer de situatie, zoals genoemd in artikel 3 lid 1 sub a juncto sub b van deze beleidsregels is of de situatie veranderd na de peildatum, zoals genoemd in artikel 1.1 van deze beleidsregels, dan komt aanvrager niet in aanmerking voor een Basisvergunning Huishouden.

Geldigheidsduur

Artikel 4

De geldigheidsduur van de Basisvergunning Huishouden is afhankelijk van de situatie van de vergunninghouder m.b.t. het wel/niet kunnen beschikken over eigen parkeergelegenheid.

Intrekkingsgrond

Artikel 5

De vergunninghouder is verplicht om de gemeente Breda te informeren zodra er wijzigingen in zijn situatie voordoen. Blijkt de vergunninghouder de wijzigingen niet door te hebben gegeven en de gemeente Breda komt daar zelf achter dan is dat een directe intrekkingsgrond.

Artikel 6

Jaarlijks zal een controle plaatsvinden met betrekking tot het kunnen beschikken over eigen parkeergelegenheid en de positie op de wachtlijst. Mocht er wijzigingen in de situatie van de vergunninghouder voordoen dan kan de vergunning ingetrokken worden.

Citeertitel

Artikel 7

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘’Beleidsregel Parkeerverordening 2013 Eigen Parkeergelegenheid 2016’’.

Inwerkingtreding

Artikel 8

De beleidsregels worden van kracht met ingang van de achtste dag na de bekendmaking in het Gemeenteblad.

 

Aldus besloten op 26 september 2016

, burgemeester.

, secretaris.

Naar boven