Eerste wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Pijnacker-Nootdorp 2014

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

 

gezien het voorstel van het college van 8 december 2015;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100 van de Wet op de expertisecentra en artikel 76m van de Wet op het voortgezet onderwijs en het op overeenstemming gericht overleg met de vertegenwoordigers van de bevoegd gezagsorganen;

besluit:

 

Vast te stellen de Verordening tot eerste wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Pijnacker-Nootdorp 2014:

Artikel I

Artikel 2, de leden a1° tot en met a3° worden vervangen door:

  • ‘1°.

    nieuwbouw van een school of een lokaal bewegingsonderwijs als bedoeld in bijlage I, deel B die voor het eerst door het rijk voor bekostiging in aanmerking is gebracht, of nieuwbouw om een gebouw waarin een school of een lokaal bewegingsonderwijs als bedoeld in bijlage I, deel B is gehuisvest, geheel of gedeeltelijk te vervangen, al dan niet op dezelfde locatie;

  • 2°.

    uitbreiding van een gebouw waarin een school of een lokaal bewegingsonderwijs als bedoeld in bijlage I, deel B is gehuisvest;

  • 3°.

    geheel of gedeeltelijk in gebruik nemen van een bestaand gebouw dan wel huur van een ander gebouw of een deel daarvan ten behoeve van de huisvesting van een school of een lokaal bewegingsonderwijs;’

Artikel II

Artikel 33, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Pijnacker-Nootdorp 2014’ wordt vervangen door ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Pijnacker-Nootdorp 2015’.

Artikel III

In Bijlage III, deel A, artikel A.1.5 Inventaris wordt de zin ‘De bruto vloeroppervlakte van de school is de basis voor het vaststellen van de omvang van de aanwezige inventaris.’ vervangen door:

‘De omvang van de inventaris wordt uitgedrukt in meters bruto vloeroppervlak. Deze omvang wordt bepaald door het aanwezige onderwijsleerpakket en meubilair op 1 januari 2015 uitgedrukt in aantal groepen leerlingen, om te rekenen naar meters bruto vloeroppervlak aan de hand van onderstaande tabel.

Aantal groepen leerlingen

Bruto vloeroppervlak

2

350

3

465

4

580

5

785

6

900

7

1.015

8

1.130

9

1.245

10

1.360

11

1.475

12

1.590

13

1.705

 

en vervolgens te verhogen met 115 m2 ten behoeve van één groep leerlingen

Als er sprake is van een ongelijk aantal groepen onderwijsleerpakket en meubilair, wordt het gemiddelde genomen.’

Artikel IV

In Bijlage III, deel C, artikel C.4, tweede lid wordt de tekst ‘De omvang van de goedgekeurde voorziening aanpassen van een lokaal bewegingsonderwijs.......’, vervangen door ‘De omvang van de goedgekeurde voorziening uitbreiden van een lokaal bewegingsonderwijs.......’.

Artikel V

De tabel in bijlage IV, deel A onder A.3.5 punt 5.b.

 

<460 m2

> 460 <2.500 m2

> 2.500 m2

Algemene en specifieke ruimte

€ 0,00

€ 112.625,40

 

Werkplaatsen, exclusief consumptief

€ 0,00

€ 221.075,15

€ 308.617,49

Werkplaatsen, consumptief

€ 0,00

€ 40.877,53

 

wordt vervangen door:

 

<460 m2

> 460 <2.500 m2

> 2.500 m2

Algemeen

€ 0,00

€ 109.111,49

€ 109.111,49

Algemene sectie

€ 0,00

€ 214.177,61

€ 299.040,94

Werkplaats sectie

€ 0,00

€ 39.602,15

€ 39.602,15

Artikel VI

In bijlage IV, deel B artikel B.3.2 wordt de tekst ‘Voor elke volgende m2 bvo’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo’.

Artikel VII

In bijlage IV, deel B artikel B.3.3. wordt de tekst ‘Voor elke volgende m2 bvo, waarin niet begrepen een eventueel speellokaal’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo, waarin niet begrepen een eventueel speellokaal’.

Artikel VIII

In bijlage IV, deel B artikel B.3.4 wordt de tekst ‘Voor elke volgende m2 bvo, waarin niet begrepen een eventueel speellokaal’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo, waarin niet begrepen een eventueel speellokaal’.

Artikel IX

In bijlage IV, deel B artikel C.3.2 wordt ‘Voor elke volgende m2 bvo’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo’.

Artikel X

In bijlage IV, deel B artikel C.3.3. wordt ‘Voor elke volgende m2 bvo’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo’.

Artikel XI

In bijlage IV, deel B artikel C.4.2. wordt ‘Voor elke volgende m2 bvo’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo’.

Artikel XII

In bijlage IV, deel B artikel C.4.2. wordt ‘Voor elke volgende m2 bvo’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo’.

Artikel XIII

In bijlage IV, deel B, artikel D.1.1 Uitbreiding onderwijsleerpakket en meubilair wordt de zin

‘Bij uitbreiding met onderwijsleerpakket en meubilair wordt het uit te keren bedrag van de vergoeding bepaald aan de hand van het verschil tussen de al toegekende investeringsbedragen en de nieuwe berekende vergoeding’ vervangen door ‘Bij uitbreiding met onderwijsleerpakket en meubilair wordt het uit te keren bedrag van de vergoeding bepaald aan de hand van het verschil tussen de al toegekende investeringsbedragen, als zouden zij zijn uitgekeerd direct vóór het ontstaan van het recht op uitbreiding, en de nieuw berekende vergoeding.’

Artikel XIV

In bijlage IV, deel B artikel D.1.2. wordt ‘Voor elke volgende m2 bvo’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo’.

Artikel XV

In bijlage IV, deel B artikel D.1.3. wordt ‘Voor elke volgende m2 bvo’ vervangen door ‘Naast het startbedrag voor elke m2 bvo’.

Artikel XVI

In de toelichting wordt onder Artikel 27, 4e alinea, in de zin die begint met: ‘In het derde lid is opgenomen.....’ , het woord ‘derde’ vervangen door ‘vierde’.

Artikel XVII

Aan de toelichting wordt onder bijlage I, Deel A.7, onder de eerste alinea toegevoegd:

‘In de eerste wijziging van de verordening is de bepaling dat de aanwezige inventaris gelijk is aan de omvang van het gebouw, vervangen door aan te sluiten bij de aanwezige inventaris per 1.1.2015. Door alle inventaris gelijk te stellen aan de omvang van de gebouwen ontstaat een onbillijkheid voor groeischolen, die een grotere omvang van het gebouw hebben dan de reeds verstrekte inventaris. Als omrekentabel is aangesloten bij de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2007, waarin de koppeling is gelegd tussen het aantal groepen waarvoor de school is ingericht en het aantal vierkante meter bruto vloeroppervlak.’

Artikel XVIII

Aan de toelichting wordt onder bijlage IV, Deel B, onder de vierde alinea toegevoegd:

‘In de eerste wijziging van de verordening is onder de hoofdstukken B, C en D de berekeningswijze van de genormeerde vergoeding verhelderd. De oorspronkelijke tekst suggereerde dat in het startbedrag ook een aantal vierkante meters was opgenomen, waarmee bij de berekening van de vergoeding per vierkante meter rekening zou moeten worden gehouden. Dit is niet juist. De hoogte van de vergoeding wordt berekend door het startbedrag op te tellen bij het totaal aantal vierkante van de uitbreiding, dit laatste aantal vermenigvuldigd met het bedrag per vierkante meter.’

Artikel XIX

Aan de toelichting wordt onder bijlage IV, Deel D, onder de eerste alinea toegevoegd:

‘Bij de bepaling van de omvang van de vergoeding is in de eerste wijziging van de verordening de zinsnede ‘als zouden zij zijn uitgekeerd direct vóór het ontstaan van het recht op uitbreiding’ toegevoegd. Door deze toevoeging wordt voorkomen dat er onterecht aanspraak ontstaat op één of meerdere jaren indexeringen.

Dit zou kunnen gebeuren als een school na een aantal jaren weer gaat groeien en recht ontstaat op uitbreiding met inventaris. De omvang van de uitbreiding moet ook feitelijk aansluiten op de aan te schaffen uitbreiding en niet op de financiële vergoeding die ooit in het verleden is ontvangen. In de praktijk komt het er op neer dat het aantal m2 bvo van de uitbreiding wordt vermenigvuldigd met het bedrag per m2 bvo als genoemd in de tabel onder D.1.2.

Artikel XX
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Eerste wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Pijnacker-Nootdorp 2014’.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 januari 2016

de griffier,

Drs. B.S.M. Sepers

de voorzitter,

mw. F. Ravestein

Naar boven