Wijziging Verordening rechtspositie wethouders

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juni 2016, kenmerk 16bb4772; raadsstuk 16bb7381;

 

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

 

gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders;

besluit vast te stellen:

 

Wijziging van de Verordening rechtspositie wethouders

Artikel I

 

De Verordening rechtspositie wethouders wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 1 wordt onder vernummering van het vierde lid tot het vijfde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 4.

    Aan de wethouder die voor zowel reizen ten behoeve van de gemeente, als voor woon-werkverkeer, als voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die hij vervult uit hoofde van zijn ambt nagenoeg geen gebruik maakt van een dienstauto, kan ten behoeve van deze verplaatsingen gedurende het ambt een NS-jaarkaart 1e klasse ter beschikking worden gesteld, indien noodzakelijk aangevuld met een jaarkaart voor regionaal vervoer.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1.

    De wethouder die voor het woon-werkverkeer geen gebruik maakt van een dienstauto en voor dit traject een jaarabonnement voor het openbaar vervoer heeft aangeschaft, heeft recht op een maandelijkse vergoeding van 1/12 deel van de werkelijke kosten van dat abonnement tegen het hoogste tarief.

  • 2.

    De vergoeding wordt toegekend vanaf de ingangsdatum van het jaarabonnement dat de wethouder heeft aangeschaft en vervalt op de einddatum van dat abonnement, dan wel bij beëindiging van het ambt.

C

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2 Zakelijke reis- en verblijfskosten

  • 1.

    De wethouder heeft recht op een vergoeding van de reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders, wanneer hij anders dan met de dienstauto een binnenlandse dienstreis heeft gemaakt en artikel 1, vierde lid, van deze verordening niet op hem van toepassing is.

  • 2.

    De wethouder heeft recht op een vergoeding van de verblijfskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders wanneer hij een binnenlandse dienstreis heeft gemaakt.

  • 3.

    De reis- en verblijfskosten als bedoeld in de vorige leden worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig artikel 6a van deze verordening.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4 Reis- en pensionkosten bij benoeming

De wethouder de bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente Rotterdam beschikt, heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders.

E

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling dan wel de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 september 2016.

De griffier,

A.C. de Bondt, plv.

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad 2016, nummer 152, is uitgegeven op 3 oktober 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven