Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Waterland 2016

De raad van de gemeente Waterland,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2016;

overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen, waarmee op uniforme wijze regie kan worden gevoerd over de efficiënte ordening van werkzaamheden ten aanzien van de ondergrondse infrastructuur en daarbij tevens de Algemene Plaatselijke Verordening Waterland 2010 en de tarieventabel behorende bij de Legesverordening hiertoe aan te passen;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 5.4, vierde en vijfde lid, van de Telecommunicatiewet,

B E S L U I T :

de navolgende Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Waterland 2016 vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    aanbieder: de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

  • b.

    aanvraag: de aanvraag van een instemmingsbesluit of vergunning;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

  • d.

    huisaansluiting: één of meer aansluitingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken;

  • e.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de Telecommunicatiewet;

  • f.

    kabels en leidingen: één of meer kabels of leidingen, daaronder in ieder geval begrepen Telecomkabels alsmede begrepen lege buizen, ondergrondse en bovengrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • g.

    melding: schriftelijke melding als bedoeld in artikel 3 tweede lid van deze verordening. Het betreft een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard, waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning noodzakelijk is;

  • h.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert. Onder netbeheerder wordt tevens verstaan een aanbieder;

  • i.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: netwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet;

  • j.

    openbare gronden: openbare gronden zoals bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet, waaronder wegen, wateren en andere plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn;

  • k.

    telecomkabel: een kabel als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet;

  • l.

    vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3 eerste lid van deze verordening. Het betreft een vergunning voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in of op openbare gronden, niet zijnde een Telecomkabel;

  • m.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard: een nader door het college vast te stellen categorie van werkzaamheden, waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning noodzakelijk is, maar kan worden volstaan met een melding.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in of op openbare gronden.

  • 2.

    Het college voert de regie over de efficiënte ordening van werkzaamheden in verband met kabels en leidingen zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op het bepaalde in deze verordening.

Hoofdstuk 2. Instemmingsbesluit en vergunning

Artikel 3 Vereiste van instemming of vergunning

  • 1.

    Het is verboden om, zonder of in afwijking van een door het college verleend instemmingsbesluit of verleende vergunning, werkzaamheden uit te voeren in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard worden volstaan met een melding aan het college. Het college kan aan de uitvoering van deze werkzaamheden voorschriften en beperkingen verbinden als bedoeld in artikel 7 van deze verordening.

  • 3.

    Het college kan een gebied aanwijzen waarbinnen niet volstaan kan worden met een melding, maar altijd een instemmingsbesluit of vergunning moet worden aangevraagd.

  • 4.

    Werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening, waarvan uitstel redelijkerwijs niet mogelijk of niet gewenst is, dienen onverwijld te worden gemeld aan het college. Ingeval de openbare orde of gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden kan de burgemeester besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden.

  • 5.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 4 De aanvraag en de melding

  • 1.

    Een aanvraag wordt ingediend bij het college.

  • 2.

    De netbeheerder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de aanvraag, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden. De aanvrager levert op schriftelijk verzoek van het college de resultaten van het overleg tussen de aanvrager en de andere (privaatrechtelijke) grondeigenaren of grondbeheerders aan, indien het college dit noodzakelijk acht voor de besluitvorming.

  • 3.

    Indien voor de voorgenomen werkzaamheden tevens (privaatrechtelijke) toestemming nodig is van andere grondeigenaren of grondbeheerders, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanvrager en de andere grondeigenaren of grondbeheerders.

  • 4.

    Een melding wordt minimaal vijf werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden aan het college gedaan.

Artikel 5 Gegevensverstrekking

Het college stelt nadere regels vast over de te verstrekken gegevens en de wijze van verstrekking bij een aanvraag of bij een melding.

Artikel 6 Beslistermijnen

  • 1.

    Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Indien voor de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen zowel een aanvraag op grond van deze verordening als een aanvraag op grond van een andere wet is ingediend, al dan niet bij een ander bestuursorgaan, dan stelt de aanvrager het college hiervan op de hoogte.

  • 3.

    Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn van ten hoogste acht weken waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 4.

    Op schriftelijk verzoek van de aanvrager stelt het college een aanvraag buiten behandeling.

Artikel 7 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

  • 1.

    Het college kan aan een instemmingsbesluit of een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen, het doelmatig beheer en onderhoud en het belang van nader aan te geven lokale evenementen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt de bescherming van reeds in de grond aanwezige werken;

    • f.

      de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en van beplantingen;

    • g.

      het uiterlijk aanzien van de omgeving.

  • 2.

    De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit of de vergunning anders is bepaald.

  • 3.

    De wijze van uitvoering van werkzaamheden aan kabels en leidingen geschiedt conform de door het college vast te stellen nadere regels.

  • 4.

    De aanvrager draagt er zorg voor dat de voorschriften die aan het instemmingsbesluit of de vergunning zijn verbonden worden nageleefd.

Artikel 8 Wijziging en intrekking

  • 1.

    Het college kan het instemmingsbesluit of de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      de netbeheerder niet binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van het instemmingsbesluit of de vergunning, of de in het instemmingsbesluit of de vergunning opgenomen termijn, met de werkzaamheden als omschreven in het instemmingsbesluit of de vergunning is begonnen;

    • b.

      de in het instemmingsbesluit of de vergunning benoemde werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden stilliggen;

    • c.

      het instemmingsbesluit of de vergunning is verleend op basis van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • d.

      de vergunning of het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

    • e.

      de netbeheerder het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften niet naleeft;

    • f.

      na het verlenen van het instemmingsbesluit of de vergunning naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van het instemmingsbesluit of de vergunning onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan het verleende instemmingsbesluit of de verleende vergunning niet kan worden tegemoetgekomen.

  • 2.

    Het college kan de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      de netbeheerder de leiding definitief buiten gebruik heeft gesteld;

    • b.

      dit naar het oordeel van het college redelijkerwijs nodig is vanwege de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak.

  • 3.

    Het college gaat niet over tot intrekking of wijziging van het instemmingsbesluit of de vergunning dan nadat het college de houder van het instemmingsbesluit of de vergunning heeft gehoord.

  • 4.

    Aan het besluit tot wijziging of intrekking van het instemmingsbesluit of de vergunning kan de verplichting worden verbonden om de betreffende leiding(en) aan te passen of deze te verwijderen.

  • 5.

    Het college trekt het instemmingsbesluit of de vergunning in indien de houder schriftelijk aan het college verklaart geen gebruik meer daarvan te willen maken.

  • 6.

    Het college kan het instemmingsbesluit of de vergunning op schriftelijk verzoek van de houder op naam stellen van een andere netbeheerder.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1.

    Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van telecomkabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2.

    Het eerste lid vindt geen toepassing indien de aanbieder aannemelijk kan maken dat medegebruik van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, op technische of economische gronden niet uitvoerbaar is.

  • 3.

    Indien het gekozen tracé niet kan worden uitgevoerd, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen. Ook kan het college een alternatief tracé aanwijzen.

Artikel 10 Verplichtingen netbeheerder

  • 1.

    Indien de eigendom, de exploitatie, het beheer of het gebruik van kabels en leidingen wijzigt, stelt de netbeheerder het college onverwijld schriftelijk van deze wijziging in kennis.

  • 2.

    Een instemmingsbesluit of een vergunning geldt voor een specifieke kabel of leiding en is overdraagbaar, tenzij in de vergunning of het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 3.

    Het in of uit gebruik nemen van een telecomkabel op of in openbare gronden wordt door de aanbieder schriftelijk gemeld aan het college.

  • 4.

    De netbeheerder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding definitief buiten gebruik is gesteld, of niet langer ten dienste staat of deel uitmaakt van een net.

  • 5.

    De netbeheerder levert op verzoek van het college een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels of leidingeninformatie over een kabel of leiding.

Artikel 11 Zorgplicht netbeheerder

De netbeheerder is verplicht zorg te dragen voor een goede staat van onderhoud van kabels en leidingen.

Artikel 12 Verontreiniging, gevaar en hinder

  • 1.

    De netbeheerder is verplicht verontreiniging, gevaar of hinder, dan wel storingen waarbij verontreiniging, gevaar of hinder kunnen optreden, onmiddellijk conform de procedures als bedoeld in de nadere door het college te stellen regels te melden aan het college en alle maatregelen te treffen teneinde verdere verontreiniging, schade of hinder te voorkomen.

  • 2.

    Het college kan de netbeheerder opdragen een milieutechnisch onderzoek dan wel een onderzoek naar mogelijk gevaar of hinder uit te voeren, indien een redelijk vermoeden bestaat van verontreiniging, gevaar of hinder, ontstaan bij de aanleg en de exploitatie van kabels en leidingen.

  • 3.

    Het college kan bij gebleken, of ernstige dreiging van, verontreiniging, gevaar of hinder in of nabij het tracé van kabels en leidingen opschorting gelasten van de aanleg en de exploitatie van de betreffende kabels en leidingen.

Artikel 13 Overleg en afstemming tijdens planvorming

  • 1.

    De gemeente initieert en faciliteert nader overleg tussen alle betrokken partijen over alle projecten in openbare gronden. Dit overleg vindt periodiek, doch tenminste eenmaal per jaar plaats.

  • 2.

    Het college initieert in de planfase van een door of vanwege de gemeente uit te voeren project overleg met de desbetreffende netbeheerder(s) ten einde de gevolgen van dat project voor de ligging en het onderhoud van kabels en leidingen te analyseren. De gemeente doet per bedoeld project een voorstel ten aanzien van het aantal overleggen en de regelmaat daarvan.

  • 3.

    Op initiatief van het college wisselen alle betrokken partijen voorafgaand aan de start van een werk dat gevolgen heeft voor de ondergrondse infrastructuur de noodzakelijke informatie met elkaar uit.

Artikel 14 Schadevergoeding

  • 1.

    Het college stelt de Schadevergoedingsregeling behorende bij de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Waterland 2016 vast.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde regeling bevat voorschriften omtrent de door het college op aanvraag toe te kennen nadeelcompensatie in het geval dat een netbeheerder, niet zijnde aanbieder, schade lijdt als gevolg van een besluit van het college als bedoeld in artikel 8, eerste lid onderdeel e of artikel 8, tweede lid onderdeel b, dan wel als gevolg van de rechtmatige uitoefening door het college van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde regeling bevat voor een aanbieder bepalingen van procedurele aard omtrent de toekenning van vergoeding op grond van artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet.

Artikel 15 Herstraat- en degeneratiekosten

  • 1.

    Indien door de netbeheerder werkzaamheden aan kabels en leidingen in of op openbare gronden worden uitgevoerd, brengt het college de kosten voor herstel, beheer, onderhoud en degeneratie van openbare gronden die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden bij de netbeheerder in rekening conform de door het college vast te stellen nadere regels.

  • 2.

    Het uitgangspunt bij het herstel van gronden is dat de grond wordt teruggebracht in de oude staat.

Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Voor kabels en leidingen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening rechtmatig aanwezig en in gebruik zijn geldt de door de gemeente verleende toestemming dan wel vergunning op grond waarvan zij gelegd zijn als een vergunning respectievelijk instemmingsbesluit krachtens deze verordening.

  • 2.

    Voor zover er sprake is van privaatrechtelijke overeenkomsten tussen de gemeente en netbeheerders tot het moment waarop deze zijn beëindigd, zijn de bepalingen in deze verordening, voor zover strijdig met de bepalingen in deze overeenkomsten, niet van toepassing.

  • 3.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een instemmingsbesluit is aangevraagd op grond van de Telecommunicatieverordening gemeente Waterland, waarop nog niet is beslist, wordt deze aanvraag beoordeeld aan de hand van de bepalingen van de Telecommunicatieverordening gemeente Waterland.

Artikel 17 Toezicht op de naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 18 Sancties

Overtreding van de artikelen 3 eerste, tweede en vierde lid, artikel 7 vierde lid en artikel 11 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 19 Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening gemeente Waterland wordt ingetrokken.

Artikel 20 Wijzigingen in de Algemene Plaatselijke Verordening Waterland 2010

In de Algemene Plaatselijke Verordening Waterland 2010 wordt in de artikelen 2:11, derde lid, 2:12, vierde lid en 5:24, vijfde lid, ‘de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening’ vervangen door: de daarop gebaseerde verordening.

Artikel 21 Wijzigingen in Verordening op de heffing en invordering van leges 2013

  • 1.

    In titel 1 van de tarieventabel 2016 behorende bij artikel 5, eerste lid, van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 komt het opschrift van hoofdstuk 18 te luiden: Hoofdstuk 18 Ondergrondse infrastructuur.

  • 2.

    In artikel 1.181.1 van de tarieventabel 2016 behorende bij artikel 5, eerste lid, van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 wordt na het woord ‘Telecommunicatiewet’ ingevoegd: , dan wel de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Waterland 2016.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 23 Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Waterland 2016.

  • 2.

    De citeertitel kan worden afgekort tot: AVOI gemeente Waterland 2016.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland,gehouden op 15 september 2016.

De raad voornoemd,

drs. E.G.H. Dijk MPM

griffier

L.M.B.C. Wagenaar-Kroon

voorzitter

Naar boven