Gemeenteblad van Baarn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Baarn | Gemeenteblad 2016, 13255 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Baarn | Gemeenteblad 2016, 13255 | Beleidsregels |
Gemeente Baarn - Nadere regels Verordening jeugdhulp gemeente Baarn 2016
Hoofdstuk 3: Toegang jeugdhulp via de gemeente
Het college verzamelt alle voor het onderzoek van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het college de jeugdige en/of zijn ouder(s) op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op te stellen. Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige en/of zijn ouder(s) aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige en/of zijn ouder(s) verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Hoofdstuk 4: Regels voor persoonsgebonden budget
Artikel 11. Aanvragen van een pgb
Als een jeugdige in aanmerking komt voor een individuele voorziening, maar de jeugdige en/of zijn ouder(s) de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een door het college te verstrekken pgb, dient daartoe een budgetplan te worden ingediend, waarbij de jeugdige en/of zijn ouder(s) aangeeft:
Een pgb is alleen mogelijk als:
De jeugdige en/of zijn ouder(s) naar het oordeel van het college in staat is de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren of hij daarvoor iemand heeft gemachtigd die:
Een persoon is die niet tevens uitvoerder is van de ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht, tenzij dit, gezien de situatie van de jeugdige en/of zijn ouder(s), de aard van de ingekochte ondersteuning en de waarborgen waarmee een verantwoorde besteding van het pgb is omgeven, naar het oordeel van het college passend wordt bevonden.
Artikel 12. Professionele ondersteuning
Er is sprake van professionele ondersteuning als één van de in dit artikel genoemde situaties zich voordoet en de hulpverlener/zorgverlener beschikt over een Verklaring Omtrent Gedrag die na of maximaal 2 maanden voor indiensttreding bij zijn werkgever of de start van de zorg/ondersteuning is afgegeven:
De overige voorzieningen zijn beschikbaar zonder een aanvraagprocedure. De overige voorzieningen bestaan uit het laagdrempelig verlenen van informatie en advies en uit het verstrekken van lichte ambulante hulpverlening. De overige voorzieningen zijn laagdrempelig beschikbaar en moeten voorkomen dat de dure individueel voorzieningen moeten worden ingezet. Daarnaast kunnen de overige voorzieningen een goede ondersteuning bieden bij de inzet van individuele voorzieningen.
De individuele voorziening is een voorziening die alleen via een aanvraag en een beschikking kan worden ingezet. Het is een dure voorziening, die niet vrij toegankelijk is voor ouders en jeugdigen. Het Lokaal Team heeft het mandaat om een individuele voorziening in te zetten en zal deze procedure zorgvuldig moeten doorlopen. Voorzieningen ter uitvoering van het gedwongen kader zijn hier niet opgenomen, omdat deze geen jeugdhulp zijn in de zin van de wet en niet op aanvraag beschikbaar zijn. Het gaat hier om jeugdbescherming en jeugdreclassering. De gemeente is wel verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van deze voorzieningen.
Ouders en jeugdige kunnen zonder een aanvraag rechtstreeks toegang krijgen tot overige jeugdhulp. De gemeente communiceert duidelijk naar de inwoners welke voorzieningen vrij toegankelijk zijn en welke voorzieningen niet vrij toegankelijk zijn.
De gemeente organiseert de toegang tot de jeugdhulp. We gaan er hiervan uit dat de toegang naar jeugdhulp zo dicht mogelijk bij het kind en gezin wordt georganiseerd.
Na registratie en een melding van een hulpvraag wordt door een lid van het Lokaal Team een afspraak gemaakt voor een gesprek, indien mogelijk zal het gesprek bij de jeugdige thuis plaatsvinden. Het lid van het Lokaal Team informeert de jeugdige en/of zijn ouder(s) bovendien over de procedure omtrent het gesprek en informeert de jeugdige en/of zijn ouder(s) over zijn/hun rechten en plichten.
Wanneer er sprake is van spoedeisende hulp (artikel 4, lid 4), kan het lid van het Lokaal Team direct een individuele voorziening inzetten. Dit betekent dat de jeugdige en/of zijn ouder(s) geen procedure hoeft te doorlopen om de nodige zorg te ontvangen.
Het kan zijn dat een lid van het Lokaal Team op basis van de gegevens uit het brede gesprek nader onderzoek doet om te bepalen of belanghebbende een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet nodig heeft. Het aanvragen van advies door de expertisepool kan onderdeel uitmaken van het onderzoek. Het is van belang dat de jeugdige en/of zijn ouder(s) toestemming geeft voor het uitwisselen van persoonsgegevens.
Wanneer de gegevens bekend zijn bij het Lokaal Team, dan is het niet nodig om het gehele vooronderzoek opnieuw te houden.
Het in het tweede lid genoemde familiegroepsplan is in artikel 1.1 van de Jeugdwet gedefinieerd als: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. In artikel 4.1.2 van de Jeugdwet is bepaald dat de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 van de wet en indien sprake is van vroegsignalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als eerste de mogelijkheid biedt om, binnen redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Op grond van artikel 2.1., sub g, van de wet, maakt het familiegroepsplan onderdeel uit van het gemeentelijk beleid.
Van het gesprek wordt een schriftelijk verslag opgesteld. Daarin staan de in samenspraak met de jeugdige en/of zijn ouder(s), en indien aanwezig andere personen uit het sociale netwerk, tot stand gekomen oplossingen. In plaats van een verslag kan ook een plan van aanpak worden opgesteld. De inhoud daarvan bevat in ieder geval ook de strekking van de genoemde onderzoeksonderwerpen.
Het verslag vormt de belangrijkste basis voor de beslissing op de aanvraag. Nadat de jeugdige en/of zijn ouder(s) beschikt over het verslag is het de verantwoordelijkheid van de jeugdige en/of zijn ouder(s), al dan niet met personen uit het sociale netwerk, zelf te beslissen of een aanvraag wordt ingediend. Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) het niet eens is met het opgestelde plan, dan is er altijd een mogelijkheid voor de jeugdige en/of zijn ouder(s) om aan te geven waarom hij niet akkoord is.
Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) het plan ondertekent en het plan is voorzien van zijn naam, burgerservicenummer (BSN), adres, geboortedatum en een dagtekening, kan het plan fungeren als aanvraagformulier voor een individuele voorziening; als dat (mede) de uitkomst is van het gesprek.
Regels voor persoonsgebonden budget (pgb)
De eisen voor een pgb in de Jeugdwet zijn strenger dan in de Wmo. Naast de eisen over de kwaliteit van de zorg en het in staat moeten zijn om als pgb-budgethouder op te treden bepaalt de Jeugdwet dat de jeugdige of zijn ouders zich gemotiveerd op het standpunt moeten stellen dat zij de individuele voorziening die wordt geleverd door een aanbieder, niet passend achten. Met andere woorden, bij de Jeugdwet wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de jeugdhulp/zorg wordt verleend door gecontracteerde aanbieders tenzij dat in het concrete geval niet passend is.
Een individuele voorziening in de vorm van een pgb wordt alleen verstrekt indien de aanvrager dit gemotiveerd, aan de hand van een opgesteld budgetplan vraagt. De jeugdige en/of zijn ouder(s) moet motiveren dat het bestaande aanbod van zorg in natura (ZiN) niet passend is. In het plan moet duidelijk worden aangetoond dat de verstrekking van een pgb aantoonbaar leidt tot veilige, betere en effectievere ondersteuning. Ook dient de ondersteuning aantoonbaar doelmatiger te zijn. De gemeente beoordeelt of dit plan voldoet.
Het pgb is een geschikt instrument voor mensen die dit kunnen zelf de regie te laten voeren over de inkoop van zorg en ondersteuning en de organisatie hiervan. Hierbij is wel van belang dat cliënten goed begrijpen wat het betekent om budgethouder te zijn. De medewerker van de gemeente/ het Lokaal Team vormt zich een oordeel over de bekwaamheid van aanvrager om de taken en verantwoordelijkheden die verbonden zijn aan een pgb verantwoord uit te voeren. De PGB-zelftest van “Per Saldo” kan hierbij dienen als toetsingskader.
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld aan de hand van door het college vastgestelde tarieven voor de verschillende soorten dienstverlening Deze tarieven worden door het college jaarlijks vastgesteld in het Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp Baarn en zijn een gemiddelde van de met de aanbieders overeengekomen tarieven per onderdeel in het betreffende jaar. Het toegekende pgb kan nooit hoger zijn dan het vastgestelde tarief. Indien de jeugdige en/of zijn ouder(s) toch duurdere voorzieningen wil gaan inkopen, dan dient de jeugdige en/of zijn ouder(s) de meerkosten voor eigen rekening te nemen.
Bij de vaststelling van de tarieven voor dienstverlening wordt een onderscheid gemaakt tussen zorgverlening door professionals in dienst van een instelling, professionals niet in dienst van een instelling en niet professionals (zoals werkstudenten, sociaal netwerk). Het pgb voor dienstverlening door professionals in dienst van een instelling bedraagt 100% van het door het college vast te stellen tarief. Voor dienstverlening door professionals niet in dienst van een instelling (zoals ZZP-ers) wordt uitgegaan van 75% van het vastgestelde tarief, omdat deze professionals lagere overheadkosten hebben. Voor de categorie niet professionals hanteert het college een bedrag van 50% van het vastgestelde tarief.
De gemeente keert een “bruto” pgb uit aan het SVB, hierop is geen eigen bijdrage in mindering gebracht.
De kwaliteitseisen die gelden voor voorzieningen in natura gelden ook voor ondersteuning door professionals die in de vorm van een pgb wordt verleend. Deze zijn opgenomen in de wet en in de contracten die met aanbieders zijn gesloten. Indien de jeugdige en/of zijn ouder(s) gebruik maakt van een professional niet in loondienst gelden daarvoor dezelfde eisen ten aanzien van competenties, scholing, training en coaching als voor een professional die in loondienst van een aanbieder werkzaam is.
Hoog intensieve- en laag intensieve ondersteuning
Onder hoog intensieve ondersteuning verstaan we ondersteuning die alleen geboden kan worden door een opgeleide/gekwalificeerde professional. In tegenstelling tot laag intensieve ondersteuning, deze intensieve ondersteuning kan geboden worden door niet opgeleid persoon, maar indien nodig kan hij/zij wel een beroep doen op een professional voor coaching of ter consultering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-13255.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.