Gemeenteblad van Capelle aan den IJssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Capelle aan den IJssel | Gemeenteblad 2016, 128899 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Capelle aan den IJssel | Gemeenteblad 2016, 128899 | Beleidsregels |
Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en de entreeopleiding, die bij een werkgever in dienst zijn (Participatiewet, Ioaw, Ioaz)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;
gelet op artikel 10d van de Participatiewet;
gelet op de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten;
vast te stellen de Tijdelijke beleidsregels voor het verstrekken van een forfaitaire loonkostensubsidie en het verstrekken van loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en de entreeopleiding, die bij een werkgever in dienst zijn.
In deze tijdelijke beleidsregels wordt verstaan onder:
doelgroep loonkostensubsidie: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a
onder 1, 2, 3, 5 of 6 van de Participatiewet, van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben;
Artikel 2 Forfaitaire loonkostensubsidie
De gemeente heeft de mogelijkheid (niet de plicht) om een forfaitaire loonkostensubsidie van
50 procent van het totale bedrag van het wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag, vermeerderd met een vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten toe te kennen, in plaats van de loonkostensubsidie op basis van de loonwaarde. Het al dan niet inzetten van een forfaitaire loonkostensubsidie, dan wel het direct toepassen van een loonkostensubsidie op basis van loonwaarde, wordt bepaald op basis van overleg tussen de gemeente en werkgever.
Artikel 3 Loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs,
het praktijkonderwijs en de entreeopleiding, die bij een werkgever in dienst zijn
De jongere dient te behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie en dus niet in staat te zijn om met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen (artikel 10d van de Participatiewet, doelgroep Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten) of al een vorm van beschut werk te verrichten (zoals bedoeld in de zin van artikel 10b van de Participatiewet), maar dan zonder een vorm van subsidie aan de werkgever.
Deze beleidsregels worden aangehaald als:Tijdelijke beleidsregels voor het verstrekken van een forfaitaire loonkostensubsidie en het verstrekken van loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs/het praktijkonderwijs/de entreeopleiding die bij een werkgever in dienst zijn. (Participatiewet, Ioaw en Ioaz)
Toelichting Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs/praktijkonderwijs/de entreeopleiding, die bij een werkgever in dienst zijn (Participatiewet, Ioaw, Ioaz)
Door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met sociale partners, gemeenten, de VNG en het UWV om de Participatiewet en de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten te vereenvoudigen. Het doel hiervan is om de praktische uitvoering van de Participatiewet en de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten verder te verbeteren.
De Staatssecretaris wil ten aanzien van een tweetal voorgenomen wetswijzigingen gebruik maken van de mogelijkheid van anticipatie. Het betreft het mogelijk maken van forfaitaire loonkostensubsidie in de eerste 6 maanden van het dienstverband en het mogelijk maken van loonkostensubsidie voor jongeren van het voortgezet speciaal onderwijs/praktijkonderwijs/de entreeopleiding die al werken. Doel van de maatregelen is dat werkplekken sneller tot stand komen respectievelijk kunnen worden voortgezet. Anticipatie is mogelijk omdat de maatregelen de realisering van de banenafspraak en beschut werk stimuleren en begunstigend uitwerken voor cliënten met een beperking, van werkgevers, en gemeenten.
De Staatssecretaris wil gemeenten daarom de ruimte bieden tot anticipatie van deze 2 maatregelen vanaf 5 juli 2016 (datum waarop wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer).
Teneinde gebruik te maken van de ruimte om hierop te anticiperen is tijdelijk beleid opgesteld voor de volgende twee in voorbereiding zijnde wetswijzigingen:
Deze in voorbereiding zijnde wetswijzigingen zijn in tijdelijk beleid uitgewerkt. Dit tijdelijk beleid is geldig tot de formele vaststelling in beide kamers (vermoedelijk 1 januari 2017).
Forfaitaire loonkostensubsidie
De voorgestelde wetswijziging biedt bij de indiensttreding van personen die tot de doelgroep banenafspraak behoren de keuzemogelijkheid voor enerzijds het toepassen van een reguliere loonkostensubsidie (op basis van vastgestelde loonwaarde bij aanvang van het dienstverband, met een maximum van 70% van het wettelijk minimumloon) of anderzijds een forfaitaire loonkostensubsidie (vast percentage van 50% van het wettelijk minimumloon gedurende het eerste halfjaar). Een forfaitaire loonkostensubsidie maakt de start van een dienstverband met iemand uit de doelgroep banenafspraak gemakkelijker voor een werkgever.
De forfaitaire loonkostensubsidie houdt in dat tijdens de eerste 6 maanden van een dienstbetrekking een vaste forfaitaire loonkostensubsidie van 50% van het WML kan worden ingezet in plaats van de loonkostensubsidie op basis van loonwaarde. Dit bedrag wordt vermeerderd met de aanspraak op vakantietoeslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en met een bij ministeriele regeling vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten.
De loonkostensubsidie wordt naar evenredigheid verminderd, indien de arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
Na 6 maanden wordt de loonkostensubsidie voortgezet, maar op basis van een tijdens de forfaitaire periode op de werkplek objectief vastgestelde loonwaarde.
Loonkostensubsidie voor schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs/het praktijkonderwijs/de entreeopleiding,die bij een werkgever in dienst zijn
De wetswijziging zorgt ervoor dat gemeenten voortaan ook loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet, kunnen inzetten voor schoolverlaters uit het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of de entreeopleiding MBO. Het gaat om jongeren die al bij een werkgever werkzaam zijn en die tot de doelgroep loonkostensubsidie/banenafspraak behoren en waarbij pas gedurende de arbeidsrelatie blijkt dat er sprake is van verminderde productiviteit. Nu is toekenning van loonkosten-subsidie wettelijk alleen mogelijk als de arbeidsovereenkomst nog niet in werking is getreden.
Naar aanleiding van signalen van werkgevers en gemeenten is er een wetswijziging voorgesteld waarmee het gemakkelijker wordt om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Gemeenten mogen vast vooruit lopen op deze verbeteringen in de Participatiewet, nog voordat de wijzigingen in werking zijn getreden. Deze beleidsregels verliezen hun geldigheid per datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel luidt voluit: Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkoming loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening in verband met stroomlijning van de loonkostensubsidie op grond de Participatiewet en enkele andere wijzigingen.
Met deze beleidsregels biedt het college de juridische basis om vooruit te kunnen lopen op de wetswijziging.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-128899.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.