Tweede wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag Haarlem

De raad van de gemeente Haarlem;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Haarlem d.d. 21 januari 2016; inzake wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag Haarlem

 

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8 van de Participatiewet;

BESLUIT:

 

vast te stellen de wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag Haarlem

 

Artikel I Wijziging verordening individuele inkomenstoeslag Haarlem

De Verordening individuele inkomenstoeslag Haarlem wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 3 luidt als volgt:

    Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. Hierbij wordt aangesloten bij de grens zoals is vastgesteld in artikel 6 van de beleidsregels HaarlemPas. Voor het vaststellen van de bijstandsnorm wordt gebruik gemaakt van een normentabel, hierbij wordt aangesloten bij artikel 4 van de Participatiewet.

  • B.

    De toelichting op artikel 3 luidt als volgt:

    Van belang bij het bepalen wat een langdurig laag inkomen is, is wat onder ‘langdurig’ en onder ‘laag’ wordt verstaan.

     

    Langdurig

    De door de gemeenteraad vastgestelde langdurige periode voorafgaand aan de peildatum, wordt aangeduid als referteperiode. De referteperiode is vastgesteld in artikel 1 van deze verordening.

     

    Laag inkomen

    Een inkomen is laag als het niet hoger is dan 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. In de normentabel wordt aangesloten op de volledige norm voor gezinnen, alleenstaande ouders en alleenstaanden. Dit maakt de inkomensgrenzen veel overzichtelijker voor de burger en eenvoudiger uit te voeren voor de gemeente. Hierbij wordt aangesloten bij de berekeningswijze zoals sinds 1 januari 2015 is opgenomen in artikel 6 van de beleidsregels HaarlemPas.

    De vraag of het inkomen van een persoon gedurende de referteperiode niet hoger is dan het langdurig lage inkomen van 115% van de toepasselijke bijstandsnorm, zal niet al te rigide mogen worden beoordeeld. Een marginale overschrijding van dit lage inkomen moet worden genegeerd. Gaat het inkomen van een persoon gedurende (een deel van) de referteperiode de toepasselijke bijstandsnorm maandelijks met ongeveer € 5 of meer te boven, dan is geen sprake meer van een marginale overschrijding van de bijstandsnorm die niet aan toekenning van een individuele inkomenstoeslag in de weg staat. Er is immers geen sprake van een incidentele geringe overschrijding van de bijstandsnorm of van te verwaarlozen bedragen van enkele eurocenten.

     

Artikel II. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als; ‘tweede wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag Haarlem’.

Artikel III. Inwerkingtreding en geldingsduur

Deze verordening treedt op 1 januari 2016 in werking onder intrekking van de wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag Haarlem (2015/147616).

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 januari 2016.

De griffier,

De voorzitter,

ALGEMENE TOELICHTING

Op 30 oktober 2014 heeft de gemeenteraad de Verordening individuele inkomenstoeslag Haarlem vastgesteld. Bij deze vaststelling heeft de gemeenteraad het amendement: ‘Minimagelden volledig benutten: doelgroep inkomenstoeslag verbreden’ aangenomen. Op 6 november 2014 heeft de gemeenteraad het amendement ‘Minimagelden volledig benutten: vastleggen in de begroting’ aangenomen.

In deze amendementen besluit de gemeenteraad: De inkomenstoeslag is ook mogelijk voor Haarlemmers met een inkomen tussen de 100 en 110% van de bijstand.....

Met deze wijzigingsverordening worden de amendementen formeel opgenomen in de verordening.

 

Op 9 december 2014 heeft het college van de gemeente Haarlem de ‘Regeling meerkosten voor chronisch zieken en gehandicapten en actualisatie minimabeleid’ vastgesteld. Onderdeel van dit besluit was de aangepaste beleidsregels HaarlemPas. In de beleidsregels HaarlemPas is gebruik gemaakt van de wettelijke bevoegdheid om de inkomensgrenzen voor de HaarlemPas en minimaregelingen vast te stellen. Hierbij is gekozen om de wijze van berekening van de inkomensgrenzen sterkt te vereenvoudigen, en vanaf 1 januari 2015 gebruikt te maken van een normentabel voor de inkomsten, waarbij de categorieën zich beperken tot gezin, alleenstaande ouder en alleenstaanden, en waarbij wordt aangesloten bij de leeftijdsnormen die van toepassing zijn.

Voor de individuele inkomenstoeslag wordt het gebruik van een normentabel nu toegevoegd aan de verordening, aangezien artikel 8 lid 2 van de Participatiewet opdraagt om bij verordening de begrippen langdurig en laag inkomen te regelen. Door gebruik te maken van een normentabel wordt aangesloten bij de wijze van berekening zoals vastgelegd in de beleidsregels HaarlemPas. De inkomensgrens in de beleidsregels HaarlemPas is per 1 januari 2015 vastgesteld op 115% van de betreffende bijstandsnorm uit de normentabel. Deze tweede wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag regelt de gelijktrekking van de inkomensgrenzen per 1 januari 2016 zodat er sprake is van een eenduidige inkomensgrens voor de minima.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I. Wijziging verordening individuele inkomenstoeslag Haarlem

Spreekt voor zich.

Artikel 2. Citeertitel

Spreekt voor zich.

Artikel 3. Inwerkingtreding en geldingsduur

Spreekt voor zich.

Naar boven