Gemeente Wassenaar – Verordening tot eerste wijziging van de Algemene plaatselijke Verordening Wassenaar 2014

Z-21745/WS/3198

 

De gemeenteraad van Wassenaar;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2015;

 

overwegende dat het wenselijk is om de wijzigingen zoals opgesteld door de VNG in de Algemene Plaatselijke Verordening Wassenaar 2014 door te voeren;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit

 

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening tot eerste wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Wassenaar 2014.

Inhoudelijke wijzigingen

 

Artikel I

Het derde lid van artikel 2:10 (Voorwerpen op of aan de weg) komt te luiden:

 

  • 3.

    Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel II

Het eerste lid van artikel 2:12 (Maken, veranderen van een uitweg) komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.

Artikel III

Het tweede lid, onderdeel e, van artikel 2:25 (Evenementen) komt te luiden:

 

  • 2e.

    Slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 15m2 per object.

Artikel IV

Artikel 2:38 (Verschaffing gegevens nachtregister) komt te luiden:

 

Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

Artikel V

Artikel 2:57 (Loslopende honden) komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

    • a.

      op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats;

    • b.

      binnen de bebouwde kom op de weg indien de hond niet is aangelijnd;

    • c.

      buiten de bebouwde kom op een door het college aangewezen plaats indien de hond niet is aangelijnd; of

    • d.

      op de weg indien die hond niet is voorzien van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

  • 2.

    Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • 3.

    Het eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond:

    • a.

      die zich vanwege zijn handicap dooreen geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden; of

    • b.

      die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

Artikel VI

Artikel 2:59 (Gevaarlijke honden) komt te luiden:

 

  • 1.

    Indien de burgemeester een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan hij de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander.

  • 2.

    Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond aangelijnd te houden met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter.

  • 3.

    Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

    • a.

      vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen;

    • b.

      door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en

    • c.

      zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

  • 4.

    Onverminderd artikel 2:57, eerste lid, aanhef en onder d, dient een hond als bedoeld in het eerste lid voorzien te zijn van een door de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek identificatienummer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is.

Artikel VII

Artikel 2:62 (Loslopend vee) komt te luiden:

 

De rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens(vee)die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.

Artikel VIII

Artikel 4:1, onderdeel a, (Begripsbepalingen) komt te luiden:

 

a. Besluit:

Activiteitenbesluit milieubeheer;

Artikel IX

Artikel 4:3, tweede lid, (Kennisgeving incidentele festiviteiten) komt te luiden:

 

  • 2.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 8 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste drie weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

Artikel X

Aan artikel 4:11 (Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden) wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt:

 

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing als de burgemeester toestemming verleent voor het vellen van een houtopstand in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen.

Artikel XI

Artikel 4:15, derde lid, (Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame) komt te luiden:

 

  • 3.

    Het in het eerste lid gesteld verbod geldt voorts niet voor zover artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en f en artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Verordening Bescherming Landschap en Natuur Zuid-Holland van toepassing is.

Artikel XII

Artikel 5:24, vijfde lid, (Voorwerpen op, in of boven openbaar water) komt te luiden:

 

  • 5.

    Het eerste lid en derde lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaart-verkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Provinciale vaarwegenverordening, het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet of de daarop mede gebaseerde Verordening werkzaamheden kabels en leidingen Wassenaar.

Artikel XIII

Aan artikel 7:1 (Strafbepalingen) wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

 

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is artikel la van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, derde lid, 2:11, tweede lid, 2:12, eerste lid en 4:11, eerste lid.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wassenaar gehouden op 25 januari 2016.

de griffier,

drs. G. de Schipper-Tinga

de voorzitter,

drs. J.Th. Hoekema

Naar boven