Subsidieregeling maatschappelijke evenementen 2017

 

Het college van burgemeester en wethouders

gelet op het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening 2013,

titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de volgende:

Subsidieregeling maatschappelijke evenementen 2017

Artikel 1. Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

-Maatschappelijk evenement: niet-commerciële, culturele evenementen in Best en hoofdzakelijk voor de inwoners van Best, welke de gemeente niet zelf wenst te organiseren, maar die zij wel van belang acht voor haar inwoners.

Artikel 2. Doel(groepen)

Organisatoren van maatschappelijke evenementen

Artikel 3. Subsidieaanvrager

De aanvrager is een rechtspersoon of rechtspersoon in oprichting zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

Artikel 4. De te subsidiëren activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor:

  • a.

    De sinterklaasintocht

  • b.

    Koningsdag

  • c.

    De carnavalsoptocht

  • d.

    Dodenherdenking op 4 mei

  • e.

    De viering van Bevrijdingsdag op 5 mei

  • f.

    De bevrijding van Best op 24 oktober

Artikel 5. Subsidievereisten

Om in aanmerking te komen voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 4 onderdeel a. tot en met f. wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • -

    Alleen groepsactiviteiten komen in aanmerking voor subsidie

  • -

    Alle vrijwilligers (die de mogelijkheid hebben om één op één te zijn met jeugdigen) moeten over een verklaring omtrent gedrag (VOG) beschikken.

  • -

    De aanvrager heeft voor de activiteit(-en) geen subsidie ontvangen middels een andere subsidieregeling van de gemeente Best.

Artikel 6. Subsidieplafond/verdeling van de subsidie

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten zoals genoemd in artikel 4 wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 2.

    Indien het bedrag waarvoor op basis van deze subsidieregeling een subsidie zou moeten worden verleend, aan diegene die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend en die aan de vereisten voldoen, groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde plafond voor subsidies, worden de betrokken subsidies naar evenredigheid verminderd.

Artikel 7. Subsidiehoogte

  • 1.

    Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten, met in achtneming van de onder lid 2 van dit artikel genoemde wegingscriteria.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen worden de volgende wegingscriteria in acht genomen:

    • -

      Doeltreffendheid

Ons uitgangspunt is dat subsidie wordt verleend voor activiteiten. Daarbij gaat het om de vraag of de activiteiten voldoende bijdragen aan de beleidsdoelen die zijn vastgesteld en de gewenste maatschappelijke effecten. Dit noemen we doeltreffendheid. Welke doelen we nastreven en wat we daarbij van organisaties verwachten hebben we beschreven in artikel 2, 4 en 5.

-Doelmatigheid

Een belangrijke voorwaarde voor subsidie is dat de activiteit doelmatig is. Daarbij gaat het om de vraag of een subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We verwachten dat organisaties een inzichtelijke en logische kostprijsopbouw van de activiteiten leveren.

-Financiële draagkracht

Bij de subsidieverlening doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties. Subsidie wordt alleen verleend als financiering door de gemeente noodzakelijk is en de overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut. Subsidieverlening vormt zo het sluitstuk. We verwachten van organisaties dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect.

-Vernieuwing

Van organisaties wordt verwacht dat zij hun aanbod regelmatig evalueren zodat het blijft voldoen aan de behoefte van de doelgroep en aansluit bij de doelen van de gemeente. Ook is het belangrijk dat organisaties oog houden voor veranderingen in de vraag van de samenleving.

-Samenwerking

We verwachten dat de activiteiten bijdragen aan de betrokkenheid van inwoners bij de samenleving. Van organisatoren wordt gevraagd om open te staan voor andere organisatie met dezelfde doelen en zo mogelijk verbindingen te leggen.

-Toegankelijkheid

De gemeente hecht sterk aan een toegankelijk aanbod van activiteiten en voorzieningen. Hierbij gaat het om de vraag of een organisatie open is naar de samenleving en de buurt. We verwachten dat organisaties de interactie zoeken met de buurt en voldoende bekendheid geven aan de activiteiten. Daarbij is het van belang dat organisaties open staan voor inwoners met een beperking en kwetsbare groepen. Het uitgangspunt is dat deze groepen inwoners zo veel mogelijk in staat worden gesteld om deel te nemen aan het reguliere aanbod van activiteiten en voorzieningen.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2.

    In afwijking van de Algemene Subsidieverordening moet een subsidie uiterlijk 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd worden ingediend.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 15 september 2016 en is van toepassing op aanvragen voor subsidie voor maatschappelijke evenementen vanaf 1 januari 2017.

Deze regeling vervangt de ‘Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties”.

Artikel 10. Citeerregel

Deze regeling wordt aangehaald als: subsidieregeling maatschappelijke evenementen 2017.

Alsdus vastgesteld in de collegevergadering van 23 augustus 2016

Het college van burgemeester en wethouders van Best

de gemeentesecretaris de burgemeester

drs. C.M.M. Noordman drs. A.G.T. van Aert

/ / /

Naar boven