Beleidsregels Parttime ondernemen (PTO)Helmond 2016

 

Het college van burgemeester en wethouders,

Gelet op artikel 9 en 40, eerste lid Participatiewet,

 

Besluit:

Vast te stellen de beleidsregels inzake Parttime ondernemen (PTO) zoals opgenomen in richtlijn Participatiewet V004.

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond;

    • b.

      Belanghebbende: de potentiële parttime ondernemer;

    • c.

      Uitkering: uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ.

       

Artikel 2 Algemeen

    • 1.

      Belanghebbenden die vanuit de uitkering en voor eigen rekening en risico in beperkte omvang zelfstandige werkzaamheden gaan uitvoeren, moeten hiervoor bij de afdeling Werk en Inkomen toestemming vragen en een aanvraag indienen. Het college neemt hierin een besluit. Dit is nodig omdat:

    • a)

      aan de hand van de criteria beoordeeld moet worden of er inderdaad sprake is van een bescheiden omvang;

    • b)

      aan de zelfstandige activiteiten voorwaarden gesteld moeten worden;

    • c)

      nauwkeurige afspraken gemaakt moeten worden over de verantwoording en verrekening van verdiensten.

       

    • 2.

      Er is sprake van een parttime onderneming als:

    • a)

      dit bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten betreffen van geringe omvang die geen recht geven op de zelfstandigenaftrek (maximaal 1040 uur per jaar);

    • b)

      deze activiteiten voor eigen rekening en risico worden uitgevoerd;

    • c)

      de parttime ondernemer geen langlopende verplichtingen aangaat of is aangegaan die snelle beëindiging van de zelfstandige activiteiten belemmeren.

    • d)

      deze activiteiten geen belemmering vormen voor het nakomen van de (overige) verplichtingen tot arbeidsinschakeling.

       

    • 3.

      Per kwartaal wordt geëvalueerd of belanghebbende zich aan de voorwaarden, verplichtingen en afspraken kan houden en heeft gehouden. Op basis hiervan wordt de toestemming voor Parttime ondernemerschap ingetrokken dan wel voortgezet.

    • 4.

      Rechten en plichten van de belanghebbende, verband houdend met zijn uitkering en het parttime ondernemen worden vastgelegd in een beschikking.

       

Artikel 3 Uren

    • 1.

      De parttime ondernemer mag niet meer dan 86 uur per maand (ongeveer 20 uur per week) als parttime ondernemer werken.

    • 2.

      De parttime ondernemer houdt van de gewerkte uren een administratie bij in een daarvoor bestemd administratieprogramma (excel).

    • 3.

      De in lid 1 genoemde urengrens geldt voor alle werkzaamheden inclusief de uren die besteed moeten worden aan administratie en boekhouding.

       

Artikel 4 Wettelijke vereisten

  •  

  •  

  • 1.

    De parttime ondernemer moet voldoen aan de wettelijke eisen die verband houden met zijn activiteiten, waaronder het beschikken over:

  • a)

    benodigde vergunningen;

  • b)

    een geldige inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • c)

    een BTW-nummer;

  • d)

    een deugdelijke boekhouding die voldoet aan de eisen die de Belastingdienst hiervoor hanteert (het Werkplein stelt hiervoor een administratietool beschikbaar);

  • e)

    een verklaring omtrent het gedrag (VOG) indien dit naar het college noodzakelijk wordt geacht.

  • 2.

    Illegale en strafrechtelijk verboden activiteiten en activiteiten in strijd met het bestemmingsplan of de algemeen verbindende voorschriften zijn niet toegestaan.

  •  

Artikel 5 Concurrentievervalsing

    • 1.

      De parttime ondernemer is verplicht om marktconforme tarieven te hanteren voor zijn product of dienst en geen extreem hoge bedrijfskosten opvoeren;

    • 2.

      Om te bepalen of belanghebbende al dan niet aan concurrentievervalsing doet dient belanghebbende aan het begin van de aanvraag tot toestemming een onderbouwde verklaring te overleggen;

    • 3.

      Uit de in lid 2 genoemde verklaring dient te blijken welke prijzen belanghebbende en zijn concurrenten vragen voor de aangeboden diensten.

       

Artikel 6 Inkomen en inkomstenvrijlating

  • 1.

    Als netto inkomsten worden aangemerkt de opbrengst minus de door het college geaccepteerde bedrijfskosten.

     

HOOFDSTUK 2. VERPLICHTINGEN

Artikel 7 Arbeidsverplichting

    • 1.

      Op de parttime ondernemer blijven - in beginsel voor de volle omvang van de werkzame uren – de verplichtingen als bedoeld in artikel 9 PW onverkort van toepassing.

    • 2.

      De omvang van de arbeidsverplichtingen wordt voor iedere individuele parttime ondernemer vastgelegd in een plan van aanpak of trajectplan.

       

Artikel 8 Administratieve verplichtingen

  • 1.

    De parttime ondernemer overlegt maandelijks een overzicht van zijn administratie, die in ieder geval bestaat uit:

  • a)

    een inkomstenopgave;

  • b)

    een urenadministratie.

  • 2.

    Indien de parttime ondernemer in een maand geen zelfstandige activiteiten heeft verricht, dienen de in lid 1 genoemde overzichten wel ingeleverd te worden.

     

HOOFDSTUK 3. BOEKHOUDING EN INKOMSTEN

Artikel 9 Boekhouding

    • 1.

      De parttime ondernemer houdt een deugdelijke boekhouding bij die voldoet aan de criteria van de Belastingdienst en die in ieder geval bestaat uit:

    • a)

      een kopie van de aangifte en aanslag inkomstenbelasting; EN

    • b)

      een jaarrekening inclusief balans, winst- en verliesrekening en toelichting; OF

    • c)

      een kasboek inclusief een BTW-aangifte.

    • 2.

      De in lid 1 genoemde boekhouding moet jaarlijks na afloop van het boekjaar vóór 1 april aan het college verstrekt worden;

    • 3.

      De deadline voor het inleveren van de boekhouding, zoals genoemd in het vorige lid, kan met toestemming van de klantbegeleider worden verlengd.

       

Artikel 10 Kosten

    • 1.

      Noodzakelijke kosten voor de uitvoering van de werkzaamheden mogen als kosten in mindering worden gebracht op de omzet wanneer het college deze heeft goedgekeurd. De parttime ondernemer dient hiertoe bewijsstukken te overleggen.

    • 2.

      Op de omzet kunnen de volgende kosten niet in mindering worden gebracht:

    • a)

      huur of kosten bedrijfsruimte;

    • b)

      investeringen;

    • c)

      rentelasten;

    • d)

      kosten die worden opgevoerd in strijd met de belastingwetgeving;

    • e)

      kosten van activiteiten die in strijd zijn met de bepalingen van deze beleidsregel.

    • 1.

      Kosten die niet als aftrekbaar in aanmerking worden genomen, blijven voor eigen rekening van de parttime ondernemer.

Artikel 11 Inkomstenverrekening

    • 1.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 31, lid 2, onder n van de Participatiewet wordt op de uitkering maandelijks een vooraf bepaald inkomen in mindering gebracht.

    • 2.

      Het inkomen als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald achteraf op basis van jaarstukken en het gemiddelde maandelijkse inkomen, of vooraf op basis van een prognose en begroting;

    • 3.

      Indien de winstrealisatie tussentijds afwijkt van het bedrag dat in mindering wordt gebracht op de uitkering wordt dit bedrag, zoals bedoeld in het eerste lid, bijgesteld;

    • 4.

      Uitgangspunt is dat de parttime ondernemer na 12 maanden minimaal 50% van het wettelijk minimumloon (WML) (netto) structureel verdient op basis van 20 werkuren per week.

       

Artikel 12 Definitieve vaststelling

    • 1.

      Na ontvangst van de in artikel 9 lid 1 genoemde stukken zal overgegaan worden tot een definitieve vaststelling van het inkomen uit onderneming, rekening houdend met de bepalingen van artikel 10 en 11 van deze beleidsregels.

    • 2.

      Indien de inkomsten na definitieve vaststelling lager zijn dan wat op grond van artikel 11 met de uitkering is verrekend, vindt nabetaling plaats van wat teveel verrekend is. Dit wordt vastgelegd in een beschikking.

    • 3.

      Indien de inkomsten na definitieve vaststelling hoger zijn dan wat op grond van artikel 11 met de uitkering is verrekend, vindt herziening plaats van de verstrekte uitkering over het afgelopen boekjaar. Dit wordt ook vastgelegd in een beschikking.

    • 4.

      De teveel verstrekte uitkering als gevolg van het bepaalde in lid 3 zal worden teruggevorderd overeenkomstig de bepalingen in artikel 58 PW en de beleidsregels terugvordering PW, IOAW en IOAZ.

    • 5.

      Indien aan alle voorwaarden en verplichtingen is voldaan en belanghebbende minimaal 50% van het wettelijk minimumloon (WML) verdient gedurende zes aaneengesloten maanden zal – als incentive - na verrekening van de toegestane kosten en voorzover hij algemene bijstand ontvangt van het te korten bedrag 10% worden vrijgelaten over deze 6 maanden. Dit bedrag wordt na binnen 4 weken na ontvangst van de noodzakelijke stukken en na administratieve verwerking uitbetaald of verrekend.

       

HOOFDSTUK 4. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 13 Hardheidsclausule

    • 1.

      Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing ervan tot kennelijke onredelijke en onbillijkheid leidt.

    • 2.

      In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorziet, beslist het college.

       

Artikel 14 Overgangsrecht

    • 1.

      De beleidsregel Marginaal Zelfstandigen wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij tot zes maanden na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige beleidsregel van toepassing blijft op bijstandsgerechtigden aan wie het college een gedeeltelijke ontheffing van de arbeidsverplichting heeft verleend op grond van de eerst genoemde beleidsregel.

    • 2.

      Na het verstrijken van de termijn van zes maanden beoordeelt het college voor deze categorie bijstandsgerechtigden de situatie opnieuw en beziet zij of de bepalingen van de onderhavige beleidsregel onverkort op hen van toepassing worden dan wel zij daarvan al dan niet gedeeltelijk vrijstelling krijgen met gebruikmaking van de hardheidsclausule.

       

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden op 1 januari 2016 in werking.

 

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels parttime ondernemen (PTO).

 

Besloten in de vergadering van 12 januari 2016.

 

Burgemeester en wethouders van Helmond,

 

De burgemeester,

Mevr. P.J.G.M. Blanksma – van den Heuvel

 

De secretaris,

Mr. drs. A.P.M. ter Voert

 

Bekend gemaakt op:

29 januari 2016

De gemeentesecretaris,

Mr. drs. A.P.M. ter Voert

Naar boven