Gemeenteblad van Haarlem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlem | Gemeenteblad 2016, 123721 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlem | Gemeenteblad 2016, 123721 | Overige besluiten van algemene strekking |
Regeling Sanctiebeleid Bovenwettelijke Uitkeringen Gemeente Haarlem
Deze regeling is van toepassing op de medewerker die op grond van artikel 8:3, 8:6 of 8:8 van het Ambtenarenreglement 1995 is of wordt ontslagen en die zich in de re-integratiefase van artikel 10d:6 van het Ambtenarenreglement 1995 of de periode van aanvullende of na-wettelijke uitkering bevindt. Deze regeling is eveneens van toepassing op de medewerker die zich in verband met boventalligheid in een Van werk naar werk-traject (VWNW) van paragraaf 5 van hoofdstuk 10d van het Ambtenarenreglement 1995 bevindt.
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder
medewerker: de ambtenaar die op grond van artikel 8:3, 8:6, 8.8 van het Ambtenarenreglement 1995 wordt of is ontslagen en die zich in de re-integratiefase, de periode van de aanvullende uitkering of de periode van de nawettelijke uitkering bevindt. Eveneens de ambtenaar die in zich in verband met boventalligheid in een VWNW-traject van paragraaf 5 hoofdstuk 10d van het Ambtenarenreglement 1995 bevindt.
re-integratiefase of VWNW-fase: de fase voorafgaand aan ontslag, waarin door middel van een re-integratieplan of VWNW-contract afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de re-integratie en bemiddeling van de ambtenaar het best tot stand kan komen en hieraan uitvoering wordt gegeven met als doel werkloosheid zoveel als mogelijk te voorkomen;
Artikel 5 Verplichtingen voor de medewerker
Gedurende de re-integratiefase, het VWNW-traject, de periode van de aanvullende uitkering en de periode van de nawettelijke uitkering, gelden voor de medewerker de verplichtingen die zijn opgenomen in de nadere regeling, bedoeld in artikel 4, vijfde lid. In het individuele re-integratieplan of het VWNW-contract kunnen aanvullende verplichtingen worden opgenomen.
Indien binnen één maand na de oplegging van een sanctie een verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, wordt de sanctie voor het nieuwe feit in percentage en tijd verdubbeld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, vijfde lid, artikel 7, vijfde lid en artikel 8, vijfde lid.
Indien sprake is van het niet nakomen van meer dan één verplichting en het niet nakomen van deze verplichtingen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts één sanctie opgelegd. Wanneer de niet nagekomen verplichtingen behoren tot verschillende categorieën wordt de sanctie voor de hoogste categorie toegepast.
Toelichting op de Regeling Sanctiebeleid Bovenwettelijke Uitkeringen Gemeente Haarlem
In hoofdstuk 10d van het Haarlems Ambtenarenreglement 1995 (AR) zijn de voorzieningen bij werkloosheid en dreigende werkloosheid geregeld. Naast de toekenning van uitkeringen voorziet het hoofdstuk in afspraken over de re-integratie om werkloosheid te voorkomen en te beperken.
De voorzieningen en afspraken zijn van toepassing op medewerkers die reeds werkloos zijn of werkloos dreigen te raken door ontslag wegens reorganisatie (artikel 8:3 AR), wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid (artikel 8:6 AR) of wegens “overige gronden” (artikel 8:8 AR)gen zijn.
Hoofdstuk 10d onderscheidt de volgende drie fases:
Re-integratiefase en VWNW-traject
De re-integratie inspanningen voorafgaand aan een mogelijk ontslag vinden plaats in de re-integratiefase en in het VWNW-traject. In deze fase worden afspraken over de re-integratie inspanningen vastgelegd in het re-integratieplan of het VWNW-contract. Gedurende deze periode zijn medewerkers op zoek naar ander werk maar houden zij recht op hun bezoldiging en hun gemeentelijke rechtspositie.
Aanvullende en Na-wettelijke uitkeringen Na gedwongen beëindiging van het dienstverband heeft de gewezen medewerker in principe aanspraak op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Bij een ontslag wegens reorganisatie (artikel 8:3 AR) of bij een ontslag vanwege onbekwaamheid/ongeschiktheid voor de functie anders dan wegens ziekte of gebreken (artikel 8:6 AR) is er naast de WW-uitkering ook aanspraak op een bovenwettelijke uitkering (Aanvullende en/of Na-wettelijke uitkering). Ook bij een ontslag op andere gronden (artikel 8:8 AR) kan een bovenwettelijke uitkering worden toegekend.
Bovenwettelijke uitkeringen worden van gemeentewege verstrekt. De gemeente wordt daarvoor als uitvoerder aangemerkt ook als heeft de gemeente de feitelijk uitvoering uitbesteed aan Loyalis. Zowel de WW-uitkering als de bovenwettelijke uitkering komen geheel ten laste van de gemeente. De gemeente is voor alle werkloosheidsuitkeringen eigen risico-drager.
Bij duidelijke afspraken over re-integratie horen ook duidelijke afspraken over sanctiebeleid, dat als sluitstuk van re-integratiebeleid moet worden beschouwd. In hoofdstuk 10d van het AR is bepaald dat gemeenten sanctiebeleid moeten opstellen wanneer zij sancties willen toepassen op de uitbetaling van de bovenwettelijke uitkeringen. Sanctiebeleid omvat de sancties die opgelegd kunnen worden wanneer een medewerker zich niet houdt aan gemaakte re-integratieafspraken. Het gaat hierbij om medewerkers die in de re-integratiefase zitten, een WW-uitkering in combinatie met een aanvullende uitkering krijgen of een nawettelijke uitkering ontvangen.
Doel bovenwettelijk sanctiebeleid
Belangrijkste doel van het sanctiebeleid is preventie: voorkomen dat (voormalige) medewerkers hun verplichtingen en afspraken niet nakomen. Met een sanctiebeleid kan worden gestuurd op gewenst gedrag: het nakomen van re-integratieverplichtingen en het voorkomen van financieel nadeel voor de werkgever.
Medewerker en werkgever moeten er alles aan doen dat redelijkerwijs mogelijk is om zo spoedig mogelijk een nieuwe baan te vinden voor de medewerker. Dit is zowel in het voordeel van de medewerker als in het voordeel van de werkgever. Een medewerker die snel een passende baan vindt en dus geen of een korte werkloosheidsperiode kent, loopt vrijwel geen achterstand op in zijn loopbaan. Voor de werkgever betekent een snelle re-integratie een beperking van de financiële lasten.
Juridische grondslag bovenwettelijk sanctiebeleid
In de Werkloosheidswet zijn de mogelijkheden tot het opleggen van een sanctie tijdens de WW-periode voldoende geregeld. Deze sancties worden uitgevoerd door het UWV. Voor gemeentelijke sancties biedt hoofdstuk 10d AR de mogelijkheid voor het college om voor toepassing van sancties een sanctiebeleid vast te stellen/
De grondslag kan specifiek worden gevonden in de artikelen: 10d:6, 10:7, 10d:13, 10d:19, 10d:28 en 10d:34 van het AR.
Om tot een goede uitwerking te komen van het sanctiebeleid is vanuit uniformiteitsredenen het WW-systeem en het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten als uitgangspunt genomen. Tevens is hierbij de Handreiking van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) betrokken: Re-integratie en sancties in de nieuwe bovenwettelijke werkloosheidsregeling (VNG-brief dd. 19 november 2009).
Regeling Bovenwettelijk Sanctiebeleid
Deze regeling geeft de mogelijkheid tot het opleggen van een sanctie in de eerder genoemde drie fases:
In de bijlage bij deze regeling is een overzicht van de verplichtingen die gedurende de bovenstaande drie fases voor de medewerker gelden en de sancties die bij het niet nakomen daarvan kunnen worden opgelegd. De verplichtingen zijn gericht op: het administratieve proces (categorie 1), het nakomen van controlevoorschriften (categorie 2), gedrag dat re-integratie en werkhervatting bevordert (categorie 3). Bijbehorende sancties zijn kortingen op de bezoldiging of op de bovenwettelijke uitkeringen variërend van 5% tot 25 % gedurende 1 tot vier maanden. De hoogste op te leggen sanctie,) categorie 4) is het geheel of gedeeltelijk weigeren of vervallen verklaren van het recht op een Aanvullende of Na-wettelijke uitkering. Deze sanctie wordt opgelegd bij handelingen die de gemeente kunnen benadelen.
Uitvoering van het Bovenwettelijk Sanctiebeleid en mandatering
De sancties tijdens fase 1: de re-integratiefase/VWNW-traject worden door de gemeente zelf uitgevoerd. Zonder mandatering van besluiten over oplegging van maatregelen, dient het College te beslissen over het opleggen van dergelijke sanctiemaatregelen. Bij vaststelling van onderhavige regeling heeft het college de bevoegdheid tot het opleggen van sancties intern gemandateerd.
De sancties tijdens fase 2 en 3: Aanvullende uitkering en Na-wettelijke uitkering worden namens het college opgelegd door Loyalis ten aanzien van oud-medewerkers die een Aanvullende uitkering of Nawettelijke uitkering ontvangen.Dit levert de volgende mandatering op:
Bijlage 1 Matrix van verplichtingen en bijhorende sancties Regeling Sanctiebeleid Bovenwettelijke Uitkeringen Gemeente Haarlem
Fase 1: Re-integratiefase en VWNW-traject
Onder deze categorie vallen verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces. |
|
|
Bij deze categorie gaat het om het nakomen van plichten ter opvolging van controlevoorschriften. |
|
|
Onder deze categorie verplichtingen valt gedrag dat de re-integratie en werkhervatting bevordert. |
|
|
Onder deze categorie vallen handelingen die gemeente kunnen benadelen. |
De medewerker benadeelt de werkgever niet. Dit houdt concreet in dat:
|
Direct ingaan van ontslag waarbij de rechten op een Aanvullende uitkering en een Na-wettelijke uitkering op grond van hoofdstuk 10d CAR-UWO komen te vervallen. |
Fase 2 en 3: De Aanvullende en Na-wettelijke uitkering
Onder deze categorie vallen verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces. |
|
|
Bij deze categorie gaat het om het nakomen van plichten ter opvolging van controlevoorschriften. |
|
|
Onder deze categorie verplichtingen valt gedrag dat de re-integratie en werkhervatting bevordert. |
|
|
Onder deze categorie vallen handelingen die gemeente kunnen benadelen. |
Blijvende gehele weigering van de Aanvullende of Na-wettelijke uitkering . |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-123721.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.