Gemeenteblad van Midden-Delfland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Delfland | Gemeenteblad 2016, 117622 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Midden-Delfland | Gemeenteblad 2016, 117622 | Beleidsregels |
Gemeente Midden-Delfland - Nota Kruimelgevallenregeling
Toelichting op de Kruimelgevallenregeling
Aan het college van burgemeester en wethouders is door de wetgever beleidsvrijheid toegekend om van bestemmingsplannen af te wijken. Deze nota geeft handvatten voor die gevallen waarbij zonder besluit van het College met behulp van de kruimelgevallen regeling afgeweken kan worden van het bestemmingsplan. Artikel 4 Bijlage II Bor geeft aan welke gevallen in aanmerking komen voor het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan.
De reikwijdte van de kruimelgevallen regeling is groot. We maken daarom onderscheid tussen gevallen die weinig impact hebben op de omgeving en de ingrijpende gevallen waarbij meer belangen spelen. Deze nota geeft aan in welke gevallen het college positief tegenover het afwijken van de geldende bestemmingsplannen staat. Deze gevallen kunnen met deze nota eenvoudiger afgehandeld worden. Het verlenen van een ontheffing met toepassing van dit kruimelbeleid is door het college van burgemeester en wethouders aan het afdelingshoofd gemandateerd. Op deze manier kunnen wij de gevallen uit deze nota op een snelle en consequente wijze afhandelen binnen de reguliere procedure van 8 weken.
Niet alle gevallen waarvoor een kruimelafwijking mogelijk is, zijn opgenomen in onderhavige nota. Gevallen die niet in deze nota zijn opgenomen en afwijkende gevallen van deze nota worden per geval beoordeeld. Dergelijke gevallen krijgen een maatwerkbeoordeling en leggen wij ter advisering voor aan het college.
Voor deze gevallen kan het nodig zijn om de standaard procedure te verlengen met 6 weken. Wij moeten immers beter onderzoeken of de afwijking wenselijk is en past binnen een goede ruimtelijke ordening. Ook kan het zijn dat er zodanige belangen spelen dat het wenselijk is vanuit de gemeente een planschade overeenkomst op te stellen en om belanghebbende te horen. Dit kost meer tijd. Een dergelijke maatwerkbeoordeling is sowieso van toepassing op:
Om op een zorgvuldige wijze (bouw)plannen (zowel 'bouwen' als 'gebruiken') die afwijken van het bestemmingsplan te beoordelen is het nodig vast te leggen hoe om te gaan met de bevoegdheid om in zogenaamde ‘kruimelgevallen’ af te wijken van een bestemmingsplan. Doelstelling van deze nota is om op een snelle en onderbouwde wijze medewerking te verlenen aan de veelvoorkomende verzoeken om af te wijken.
De omgevingsvergunning voor het bouwen mag alleen worden verleend indien het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan. In bepaalde gevallen kan het voorkomen dat een strijdig bouwplan toch wenselijk is. Als de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, kan het college afwijken op de volgende wijzen:
Deze nota is dus een uitwerking van de onder 2 genoemde afwijkingsmogelijkheid.
Voor de afwijkingen die vallen onder de kruimelgevallenregeling geldt onder de Wabo de reguliere procedure en is de beslistermijn 8 weken. Deze periode kan verlengd worden met 6 weken. Bezwaar, beroep en hoger beroep zijn mogelijk.
De mogelijkheid om medewerking te verlenen aan aanvragen op basis van de kruimelgevallenregeling is geen ‘verplichting’, maar een ‘bevoegdheid’ met een afweging per individueel belang. De voorgestelde regeling is hierbij een hulpmiddel. Een omgevingsvergunning als hier bedoeld, dient dan ook niet als een recht te worden beschouwd.
De aanvrager sluit met de gemeente een planschadeverhaalsovereenkomst af. Het doel hiervan is het financiële risico dat de gemeente loopt bij het toepassen van een planologische maatregel via de planschadeovereenkomst af te wentelen op de vergunningvrager.
Voor bepaalde onderdelen van de kruimelgevallenlijst van Bijlage II van het Bor hebben wij nadere regels opgenomen. Aanvragen worden overeenkomstig deze regels getoetst. Voor alles wat binnen het kader van de opgestelde beleidsregels valt, is geen besluit van het college nodig.
Voor de volgende onderdelen van de kruimelgevallen zijn regels opgenomen in deze nota:
Alles wat buiten deze opgestelde beleidsregels valt of afwijkt van de in deze nota opgestelde regels, gaat voor besluitvorming naar het college. Daarbij vindt een toetsing plaats van alle ruimtelijk relevante aspecten. Per geval maken wij dan een beleidsafweging.
De volgende onderdelen van de kruimelgevallen van Bijlage II van het Bor zijn in het geheel niet opgenomen in deze nota en is altijd een college besluit nodig:
In de regels worden diverse begrippen gehanteerd en zijn diverse maataanduidingen opgenomen. Voor de begrippen en voor de wijze van meten verwijzen wij naar Bijlage II van het Bor en het op het betreffende perceel geldende bestemmingsplan. De begrippen en de wijze van meten van Bijlage II van het Bor gaan voor op die van het bestemmingsplan.
Wettekst Bor bijlage II artikel 4 lid 1 Een bijbehorend bouwwerk
Situatie 1: een bijbehorend bouwwerk voor de voorgevel
bij een woning zonder achterom:
een bijbehorend bouwwerk ten behoeve van fietsen of containers is toegestaan. Oppervlakte is maximaal 4m² met een hoogte van maximaal 1,25m. De plaats van het bijbehorend bouwwerk wordt altijd stedenbouwkundig afgewogen. Bij voorkeur de bebouwing uit het zicht van de straat houden met beplanting.
Definitie erker Een uitbreiding van een ruimte of ander vertrek in een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met het bedoelde vertrek. De buitenzijde wordt veelal begrensd door kozijnen. Bij een erker ligt de vloer meestal op gelijke hoogte met die van het vertrek waar de erker bij hoort.
Situatie 2: een bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel buiten achtererfgebied
De totaal te bebouwen oppervlakte van een hoekperceel bedraagt niet meer dan 50% van het zijerf +achtererf (exclusief het hoofdgebouw);
De goothoogte bedraagt niet meer dan 3m of 0,3m boven de eerste verdiepingsvloer. De bouwhoogte is maximaal 5m.
Een bijbehorend bouwwerk in 1 laag met een kap is mogelijk als het bouwwerk in samenhang is met het hoofdgebouw;
Onderdeel 3 een bouwwerk geen gebouw zijnde
Wettekst Bor bijlage II artikel 4 lid 3 een bouwwerk geen gebouw zijnde
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
Op basis van dit artikel zijn nadere regels opgesteld voor een veel voorkomende situatie van een erfafscheiding langs openbare weg in de zijtuin. Deze werken wij hieronder verder uit.
Onderdeel 4 een dakterras, balkon (..), dakopbouw (..)
Wettekst Bor bijlage II artikel 4 lid 4 een dakterras, balkon (..) dakopbouw(.. )
Een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
Op basis van dit artikel zijn nadere regels opgesteld voor een veel voorkomende situatie zoals een dakopbouw, dakkapel of een nokverhoging. Deze werken wij hieronder verder uit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-117622.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.