Gemeenteblad van Delft
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2016, 11683 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2016, 11683 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,
gelet op de artikelen11 lid 4, 12 lid 2 en 17 van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2015,
gelet op het uitvoeringsbesluit wet maatschappelijke ondersteuning 2015 d.d. 27/10/2014,
besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2015.
de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2015.
Artikel 2. Hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb)
voor bewoners van een wooninitiatief beschermd wonen, is een budgetophoging van maximaal € 4.000,= per jaar mogelijk; de definitie van een wooninitiatief is dat er minimaal 3 en maximaal 26 bewoners op 1 adres, of binnen een straal van 100 meter wonen, waarin ten minste één gemeenschappelijke verblijfsruimte aanwezig is die geschikt is voor het ontplooien van gezamenlijke activiteiten.
Artikel 3. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage, die zorgvrager verschuldigd is ingevolge artikel 12 lid 2 van de verordening, zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015, en vermeld in bijlage 2 bij dit besluit.
Tegemoetkoming en voor meerkosten personen met een beperking
Indien zorgvrager een tegemoetkoming is verstrekt ingevolge het vorige lid, en in aanmerking komt voor een gehandicaptenparkeerplaats, dan kan een tegemoetkoming worden verstrekt in de inrichtingskosten van de gehandicaptenparkeerplaats. De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van € 333,=.
Indien de te verlenen voorziening bestaat uit een vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten, overeenkomstig de beleidsregels § 3.2.1, dan kan daarvoor een financiële tegemoetkoming worden verstrekt. De tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van € 2.717,=
Indien de zorgvrager de huidige dan wel een te betrekken woning als gevolg van een aanpassing aan die woning tijdelijk niet kan bewonen, en als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan, dan kan gedurende maximaal 6 maanden een tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting worden verleend, ingevolge artikel 17 van de verordening. De hoogte van deze tegemoetkoming is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van:
Het college verleent een tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie van een liftinstallatie indien die verstrekking heeft plaatsgevonden in het kader van de wet, de WVG dan wel de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten of de Beschikking Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten. De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten.
Artikel 5. Primaat van verhuizen
Indien een verhuizing de goedkoopst adequate voorziening is, maar zorgvrager kiest ervoor niet te verhuizen, dan kan een tegemoetkoming worden verstrekt voor een woonvoorziening, van bouwkundige of woontechnische aard. De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan de werkelijke gemaakte kosten tot een maximum van € 2717,=.
Artikel 6.Terugbetaling bij verkoop van de woning
De woningeigenaar die een woonvoorziening van bouwkundige of woontechnische aard heeft ontvangen waarvan de kostprijs hoger is dan € 5.000,=, en die binnen een periode van 10 jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden de gemeente een deel van de voorziening terug te betalen.
Het college kan in geval van huurbeëindiging van een aangepaste woning een tegemoetkoming verlenen aan de woningeigenaar in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal vijf maanden, gerekend vanaf de tweede maand van huurderving. De periode van vijf maanden, zoals genoemd kan met ten hoogste drie maanden worden verlengd indien vaststaat dat binnen deze periode een belanghebbende voor de woning in aanmerking komt.
Indien een woning ten gevolge van het realiseren van een woningaanpassing voor een nieuwe bewoner leeg staat, kan het college een tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woonruimte voor de duur van maximaal vijf maanden, gerekend vanaf de tweede maand van huurderving. De tegemoetkoming is gelijk aan de kale huur van de woonruimte, zoals bedoeld in de Wet op de huurtoeslag, en is ten hoogste de maximum huurgrens van de Wet op de huurtoeslag.
Bijlage 1: Hoogte van het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen
(op basis van de klasse en voor zover de zorg binnen beschermd wonen wordt uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon die niet behoort tot het sociale netwerk van de zorgvrager).
Bijlage 2:Normbedragen voor de vaststelling van de eigen bijdrage aan maatwerkvoorzieningen
Jaarlijks bepaalt de Minister de maximale eigen bijdrage die gemeenten kunnen vragen bij verstrekking van een maatwerkvoorziening, alsmede de inkomensgrenzen binnen welke deze gelden. De gemeente Delft volgt deze maxima.
Bijlage 3: Maximale hoogte tegemoetkoming voor woningsanering ingevolge artikel 4 lid5 van dit besluit
Het besluit maatschappelijke ondersteuning maakt deel uit van de lokale regelgeving inzake de Wet maatschappelijke ondersteuning. Daartoe behoren naast het besluit ook de verordening en de beleidsregels. Het doel en de onderlinge relatie van deze 3 ‘regelingen’ is als volgt:
De verordening is het ‘hoogste’ document. Zij regelt de procedure waarbinnen de voorziening voor de zorgvrager gestalte krijgt, met de nadruk op een zorgvuldige doorloop hiervan. Daarnaast legt de verordening ook een aantal inhoudelijke regels in grote lijnen vast o.a. inzake het persoonsgebonden budget en de eigen bijdrage van de zorgvrager aan een maatwerkvoorziening.
De beleidsregels zijn geen regels in de letterlijke betekenis van het woord. Zij dienen vooral als eenduidig afwegingskader waarbinnen de Wmo-professional de situatie van de zorgvrager integraal beoordeelt om te komen tot een adequate oplossing.
Het besluit stelt nadere regels voor onderwerpen die de verordening slechts globaal regelt en/of delegeert aan het college. Daarnaast vult het besluit een aantal beleidsregels concreet in. Tenslotte stelt het college in het besluit de hoogte van de financiële regelingen vast, voor zover van toepassing binnen de grenzen van het landelijk uitvoeringsbesluit Wmo.
Artikel 2. Hoogte van het persoonsgebonden budget
Dit artikel vult artikel 11 van de verordening aan, meer bepaald lid 4, dat de hoogte van het pgb voor de meeste maatwerkvoorzieningen specifieert, per domein van zorg en het type hulpverlener. Gezien het belang van het pgb is ervoor gekozen om de bepalingen grotendeels in de verordening op te nemen, en de gemaakte keuzes aldaar van een uitgebreide toelichting te voorzien.
De bepalingen in dit besluit vervolledigen het overzicht en leggen de bedragen vast. Mochten in de loop van het jaar de prijzen van de vergelijkbare diensten ‘zorg in natura’ wijzigen, dan kan dit gevolgen hebben voor de maximum pgb-bedragen vastgesteld in dit besluit.
Wordt een pgb verstrekt aan een persoon die behoort tot het sociaal netwerk van de zorgvrager, dan wordt bij de indicatiestelling rekening gehouden met de zorg en hulp die als gebruikelijk kan worden gezien. Dit kan invloed hebben op de hoogte van het pgb. In de Wlz is het gebruikelijk geen pgb toe te kennen voor meer dan 40u/w ten behoeve van een zorgverlener die behoort tot het sociale netwerk van de cliënt.
Artikel 4. Tegemoetkoming voor taxikosten en woonvoorzieningen
Dit artikel is een uitwerking van artikel 17 van de verordening waarbij het college een tegemoetkoming kan verstrekken aan personen die te maken hebben met meerkosten ingevolge een beperking of chronische ziekte. Op grond van dit artikel kunnen bestaande financiële tegemoetkomingen gehandhaafd worden, met name voor die verstrekkingen waar zorg in natura of een pgb niet voor de hand ligt. Denk bijvoorbeeld aan de verhuiskostenvergoeding. Een tegemoetkoming vereist een subsidiebeschikking. Een tegemoetkoming is geen maatwerkvoorziening, zodoende is het trekkingsrecht en de eigen bijdrageregeling hierop niet van toepassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-11683.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.