Gemeente Goeree-Overflakkee - Verordening Jeugdparticipatiefonds Sport en Cultuur

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Verordening sportieve en culturele participatie kinderen Goeree-Overflakkee.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

• 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. kind: het kind, jonger dan 18 jaar voor wie aan de alleenstaande ouder of de gehuwde op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag wordt betaald, zal worden betaald of zou worden betaald indien artikel 7 van die wet niet van toepassing zou zijn. dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, voor wie de aanvrager aanspraak kan maken op kinderbijslag;

  • b. activiteiten: activiteiten die de mogelijkheden van kinderen om mee te doen in de maatschappij bevorderen, en die kinderen, waar nodig, uit hun sociaal isolement halen;

  • c. tegemoetkoming: het bedrag dat ouders kunnen aanvragen om de kosten voor maatschappelijke participatie voor hun kinderen te bekostigen;

  • d. inkomen: het inkomen, bedoeld in de artikelen 32 en 33 van de wet;

  • e. bijstandsnorm: de norm, bedoeld in artikel 5, onder c, van de wet;

  • f. minnelijke schuldregeling: een overeengekomen schuldenaflossingstraject tussen schuldenaar en schuldeiser(s);

  • g. WSNP-traject: een schuldsaneringstraject conform de Wet schuldsanering natuurlijke personen;

  • h. wet: Participatiewet.

• 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doel

Deze verordening heeft ten doel het bevorderen van de sportieve en culturele participatie van het kind dat opgroeit in een gezin met een laag inkomen.

Artikel 3 Activiteiten

• 1. De bevordering van maatschappelijke participatie van kinderen wordt vormgegeven door de deelname aan activiteiten op het gebied van sport en cultuur te stimuleren.

• 2. Burgemeester en wethouders kunnen in nadere regels bepalen voor welke activiteiten op het gebied van sport en cultuur een tegemoetkoming kan worden verstrekt.

Artikel 4 Voorwaarden

• 1. Burgemeester en wethouders verstrekken een tegemoetkoming in de kosten als de aanvrager voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a. zijn inkomen bedraag ten hoogste 125% van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • b. het kind lid is van een sport- of culturele vereniging.

• 2. In aanvulling op het eerste lid verstrekken burgemeester en wethouders de tegemoetkoming voor sportieve en culturele participatie ook aan ouders die deelnemen aan een minnelijke schuldregeling of WSNP-traject en die daardoor een feitelijk beschikbaar inkomen hebben dat niet hoger is dan 125% van de toepasselijke bijstandsnorm.

• 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de aanvraag geweigerd indien:

  • a. de aanvrager voor de activiteiten reeds een vergoeding op grond van een andere regeling of voorziening ontvangt;

  • b. de aanvrager in twee aan die aanvraag voorafgaande jaren onrechtmatig een tegemoetkoming in de zin van deze verordening heeft verkregen.

• 4. In het besluit tot het verstrekken van de tegemoetkoming wordt in elk geval het voorschrift opgenomen dat de belanghebbende verplicht is alle documenten te bewaren, op basis waarvan de werkelijk gemaakte kosten kunnen worden vastgesteld.

Artikel 5 Hoogte tegemoetkoming

• 1. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de tegemoetkoming voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3 vast in nadere regels.

• 2. Burgemeester en wethouders kunnen de hoogte van de tegemoetkoming jaarlijks aanpassen.

Artikel 6 Aanvraag

• 1. De tegemoetkoming wordt verleend op aanvraag.

• 2. Een aanvraag wordt bij burgemeester en wethouders ingediend door middel van een door of namens hen vast te stellen formulier.

• 3. Burgemeester en wethouders bepalen op welke locatie een aanvraag kan worden ingediend.

• 4. Een aanvraag voor de tegemoetkoming kan worden ingediend gedurende het kalenderjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, maar uiterlijk tot 1 maart na afloop van dat kalenderjaar.

Artikel 7 Betaling en verantwoording

• 1. De betaling van de tegemoetkoming vindt plaats nadat burgemeester en wethouders de aanvraag hebben ingewilligd.

• 2. De verantwoording van een tegemoetkoming door de budgethouder aan burgemeester en wethouders vindt steekproefsgewijs plaats, waarbij de steekproef minimaal een omvang heeft van 10% van de verstrekte tegemoetkomingen.

• 3. De verantwoording zal worden gevraagd binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de verstrekking heeft plaatsgevonden.

• 4. Indien burgemeester en wethouders hierbij vaststellen dat voor de activiteiten geen kosten zijn gemaakt, dan stellen zij de tegemoetkoming vast op nul.

• 5. Burgemeester en wethouders vorderen de tegemoetkoming terug voor zover de tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen.

• 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de wijze van betaling van de tegemoetkoming.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, voor zover de toepassing hiervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 september 2016.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening sportieve en culturele participatie kinderen Goeree-Overflakkee.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee op 7 juli 2016.

griffier, plv. voorzitter,

drs. J. Mimpen C.J. van Dam