Gemeenteblad van Barneveld
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Barneveld | Gemeenteblad 2016, 105113 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Barneveld | Gemeenteblad 2016, 105113 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Barneveld
Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget
Artikel 4 Terugvordering pgb na intrekking
Bij intrekking van een pgb ten behoeve van de aanschaf van een voorziening, niet zijnde een woningaanpassing, voordat de periode, waarover eigen bijdrage verschuldigd is, is verstreken, vordert het college het pgb gedeeltelijk terug, tenzij de cliënt het eigendom van de voorziening waarvoor het pgb is aangewend overdraagt aan het college.
Indien de cliënt bij aanschaf van de voorziening, bedoeld in het eerste lid, eigen middelen naast het pgb heeft aangewend, bedraagt het terugvorderingsbedrag, in afwijking van het tweede lid, een gedeelte van de verkoopwaarde, in gelijke verhouding tussen de eigen middelen en het pgb bij aanschaf van de voorziening.
Artikel 9 Persoonsgebonden budget woonvoorziening
In geval van een pgb verstrekt voor een woningaanpassing, dient deze terugbetaald te worden indien de woning verkocht wordt binnen zeven jaar na verstrekking. Dit bedrag wordt dan verminderd met het percentage van de afschrijving van de woningaanpassing.
De afschrijving van een woningaanpassing is zeven jaar op basis van het volgende afschrijvingsschema:
Artikel 10 Voorziening voor huurderving
In geval van huurbeëindiging van een woonruimte die voor meer dan € 15.000,– is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden, gedurende de periode dat de eigenaar de woning beschikbaar houdt voor een cliënt die een dergelijk aangepaste woning behoeft. De eerste maand huurderving komt niet voor vergoeding in aanmerking.
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en/of in en om de woning
Artikel 11 Persoonsgebonden budget vervoer
Het pgb voor vervoersvoorzieningen, waarbij inbegrepen rolstoelen, wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud, herverstrekkingskosten en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie en indien van toepassing verzekeringen dat voor vergelijkbare voorzieningen gerekend wordt door de gegunde leverancier van naturavoorzieningen. Het bedrag voor onderhoud en reparatie en verzekeringen wordt na afloop van het kalenderjaar uitgekeerd.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
drs. D. Bakhuizen
Secretaris
dr. J.W.A. van Dijk,
Burgemeester
Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015gemeente Barneveld – Toelichting
De Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Barneveld vraagt om nadere uitwerking. In dit besluit worden de regels uit de verordening geconcretiseerd.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit hoofdstuk zijn de definities opgenomen.
Hoofdstuk 2. Bijzondere regels over het PGB
Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording
Verstrekking van een persoonsgebonden budget (pgb) vindt plaats op gemotiveerd verzoek van de aanvrager. Dit gebeurt bij voorkeur tegelijk met de aanvraag. De cliënt wordt tijdens het gesprek geïnformeerd over de mogelijkheden en voorwaarden voor een pgb.
Het tweede lid a tot en met e geven aan wanneer er geen pgb wordt verstrekt.
Deze bepalingen zijn opgenomen om misbruik van het pgb te voorkomen.
In gevallen waarbij het ziektebeeld progressief is en de verwachting is dat er maar korte tijd gebruik gemaakt zal worden van de voorziening, kan de klantmanager beslissen geen pgb te verstrekken; dit om kapitaalvernietiging te voorkomen.
Het derde lid bepaalt dat de mobiele tilliften en douchebrancards uitsluitend in natura worden verstrekt. Deze bepaling is opgenomen om kapitaalvernietiging te voorkomen.
Het vierde lid sluit aan bij de wet. In de Wmo 2015 is voor pgb’s het trekkingsrecht via de Sociale Verzekeringsbank Bank (SVB) als verplichting vastgelegd. Gemeenten maken het pgb niet meer rechtstreeks over op de rekening van de cliënt, maar op de rekening van de SVB. De SVB betaalt uit dit budget de rekeningen die de cliënt indient voor de geleverde ondersteuning. De wetgever beoogt mede door middel van het trekkingsrecht fraude met pgb’s tegen te gaan en daarmee de houdbaarheid van het pgb te vergroten. Het trekkingsrecht geldt in beginsel voor alle pgb’s in de Wmo, maar voor eenmalige PGB’s voor maatwerkvoorzieningen inde vorm van woningaanpassingen, vervoersvoorzieningen en andere hulpmiddelen is een (tijdelijke) uitzondering gemaakt. De gemeenten blijven de daaraan verbonden betalingen ook na 2015 uitvoeren. De SVB heeft daartoe een mandaatbesluit getekend voor alle gemeenten. Daarmee kunnen gemeenten niet alleen (betaal)besluiten nemen met betrekking tot eenmalige PGB’s, maar ook andere, daarmee in verband staande handelingen verrichten.
Artikel 3 Pgb bij besteding sociaal netwerk
De in het eerste lid genoemde tarieven komen voort uit de Jeugdwet en hangt samen met het gegeven dat leden van het sociaal netwerk en/of andere particulieren, voor de uitvoering van het pgb, niet of nauwelijks ‘overheadkosten’ kennen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een organisatie.
In het kader van het ‘maatwerkprincipe’, kan het college van het bepaalde in het eerste lid afwijken wanneer de dienstverlener aantoont dat het pgb, na verrekening van het kortingspercentage, niet toereikend is (tweede lid).
Artikel 4 Terugvordering pgb na intrekking
Bij het verstrekken van een pgb ten behoeve van de aanschaf van een hulpmiddel wordt het hulpmiddel geacht een levensduur van zeven jaar te hebben voordat deze geheel is afgeschreven. Als voor het verstrijken van deze zeven jaar het pgb wordt ingetrokken omdat het hulpmiddel dat van het pgb is aangeschaft niet meer gebruikt wordt of niet meer toereikend is, heeft het hulpmiddel nog restwaarde. Het pgb is niet bedoeld om de cliënt in een financieel betere positie te brengen dan als de cliënt gekozen had voor een hulpmiddel in natura. Daarom hefet de cliënt in deze gevallen de keuze om of het hulpmiddel dat van het pgb is aangeschaft in eigendom over te dragen aan de gemeente, of het pgb gedeeltelijk terug te betalen.
Evenmin is het de bedoeling van de gemeente om de cliënt in een finacieel slechtere positie te brengen bij de keuze voor een pgb. Het terugvorderingsbedrag wordt daarom gelijk gesteld met de reële verkoopwaarde van het hulpmiddel, zodat de cliënt bij verkoop van het hulpmiddel geen ‘schuld’ aan de gemeente hoeft te verkrijgen.
Vaak wordt een pgb gehanteerd voor de aanschaf van een hulpmiddel die ‘luxer’ is dan de goedkoopst adequate voorziening. In dat geval legt de cliënt eigen middelen in om het hulpmiddel aan te schaffen. De restwaarde van het hulpmiddel is in dat geval hoger dan wanneer de cliënt enkel het pgb heeft aangewend voor de aanschaf. Om de afschrijving gelijkelijk te dragen is de verhouding tussen eigen middelen en terugvorderingsbedrag van de verkoopwaarde gelijk aan de verhouding tussen eigen middelen en pgb van de aanschafwaarde.
Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen en ouderbijdragen
Artikel 5 Omvang van de eigen bijdrage en ouderbijdrage
Hoofdstuk 3 van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 handelt over eigen bijdragen. Dit hoofdstuk schrijft de wijze van berekenen van de hoogte van de eigen bijdrage voor. In de regeling is opgenomen dat van deze wijze van berkening slechts in twee gevallen mag worden afgeweken, door aanpassing van het percentage van het inkomen dat meegerekend wordt, of door aanpassing van het ‘drempel’inkomensbedrag. De gemeente Barneveld heeft ervoor gekozen de in artikel 3.8 genoemde percentages te verlagen, waardoor de eigen bijdrage verlaagd wordt.
Artikel 6 De duur van de eigen bijdrage
De eigen bijdrage kan maximaal de kostprijs, eventueel vermeerderd met de onderhoudskosten, herverstrekkingskosten en verzekering, bedragen. In de gemeente Barneveld wordt een eigenbijdrage gevraagd voor alle soorten voorzieningen, behoudens de rolstoelvoorzieningen.
Artikel 7 Vaststelling van de eigen bijdrage
Dit artikel is opgenomen om aan te geven door wie de eigen bijdrage wordt vastgesteld en geïnd, namelijk het CAK.
Artikel 8 Bijdrage voor algemene voorzieningen
Dit artikel geeft regels voor de bijdrage die verschuldigd is bij gebruikmaking van een algemene voorziening. Omdat deze cliënten zich, zonder tussenkomst van de gemeente, bij de aanbieder melden, wordt de bijdrage betaald aan deze aanbieder. De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld door de aanbieder, na instemming van de gemeente.
Artikel 9 Persoonsgebondenbudget woonvoorziening
In het eerste lid is geregeld hoe het pgb voor een woonvoorziening wordt vastgesteld.
Het tweede lid geeft het afschrijvingsschema aan volgens welk schema bij verkoop binnen zeven jaar een eventueel bedrag, dat het gevolg is van de meerwaarde van de woning door de aanpassing, aan het college moet worden terugbetaald.
Artikel 10 Voorziening voor huurderving
In geval van huurbeëindiging van een woonruimte die voor meer dan € 15.000,– is aangepast kan het college een tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden. De eerste maand huurderving komt niet voor vergoeding in aanmerking. Dit behoort tot het normale risico van leegstand.
Door de eigenaar van de woning een tegemoetkoming in de gederfde huurinkomsten te verlenen kan bevorderd worden dat de aangepaste woonruimte beschikbaar blijft voor gehandicapten. De duur van de tegemoetkoming kan afhankelijk gesteld worden van de situatie ter plekke. Een algemene termijn die redelijk geacht kan worden is zes maanden. In bepaalde gevallen kan echter geconcludeerd worden dat een kortere periode ook redelijk is. Dit is afhankelijk van de woningmarktsituatie.
Op grond van dit artikel is de hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van huurderving gelijk aan de kale huur van de woonruimte, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 eerste lid onder a van de Wet op de huurtoeslag (de zogenaamde huurgrens).
Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en/of in de woning
Artikel 11 Persoonsgebonden budget vervoer
Dit artikel regelt de wijze waarop een pgb voor een vervoersvoorziening, waarbij inbegrepen rolstoelen, wordt vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan, conform de verordening Wmo 2015, van de goedkoopst-adequate voorziening. Als daar sprake van is kan verhoging plaatsvinden met een bedrag noodzakelijk voor verzekering onderhoud en reparatie. Het bedrag dat hiervoor beschikbaar wordt gesteld wordt vastgesteld aan de hand van de bedragen die voor onderhoud en reparatie door de leverancier van naturavoorzieningen wordt gehanteerd voor een soortgelijke voorziening.
In dit artikel is vastgelegd hoe het Zonebudget wordt bepaald. Daarnaast is het bedrag aan eenmalige paskosten opgenomen.
In het Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld was een regeling getroffen voor personen die geen gebruik konden maken van de reguliere vervoersmogelijkheden (natura voorzieningen). Zij konden in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming voor gebruik van eigen auto, taxi of rolstoel taxi. Met de wetswijziging Wmo is de mogelijkheid tot het verstrekken van een financiële tegemoetkoming komen te vervallen.
De regeling is per februari 2013 al teruggebracht naar een maximaal aantal kilometers. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kon een beroep op deze regeling gedaan worden. Reden waarom hiervoor geen vervangende (standaard) oplossing is gezocht. Het systeem van de nieuwe Wmo 2015, waarin maatwerk voorop staat, zou dergelijke gevallen voldoende moeten kunnen ondervangen.
Voor cliënten met geldige indicatie van voor 1 januari 2015 blijft dit recht bestaan. Zij kunnen hiervoor terugvallen op hun geldige beschikking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-105113.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.