De raad van de gemeente Waalre,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 juni 2016 nr. 2016-33;
inzake de Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2017
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
aanvraag: verzoek tot subsidieverlening, subsidievaststelling;
- b.
aanvrager: een rechtspersoon of een individuele inwoner van de gemeente Waalre aan wie een subsidie wordt toegekend of verleend;
- c.
raad: de raad van de gemeente Waalre;
- d.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;
- e.
Initiatieven: het ingang zetten van activiteiten
- f.
Activiteiten: handelingen met een maatschappelijke doelstellingen
- g.
Evenementen: een evenement zoals bedoeld in artikel 2:24 van de APV
- h.
prestatiesubsidie: een subsidie die is gebaseerd op een uitvoeringsovereenkomst met een rechtspersoon en die voor een periode van maximaal 4 jaar wordt verstrekt;
- i.
maatschappelijke subsidie: een jaarlijkse subsidies aan rechtspersonen die activiteiten organiseren voor cultureel of algemeen belang en die voor een periode van maximaal 4 jaar wordt verstrekt;
- j.
pilot subsidie: subsidie voor nieuwe en innovatieve activiteiten die maximaal voor 3 jaar wordt verstrekt;
- k.
individuele subsidie: subsidie voor maatschappelijke participatie (meedoen- bijdrage) aan inwoners van Waalre;
- l.
ondersteuning: ondersteuning in natura;
- m.
boekjaar: een kalenderjaar;
- n.
rechtspersoon: een besloten vennootschap, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, een stichting, een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij. Onder rechtspersoon wordt in deze verordening tevens verstaan een maatschap of een vennootschap onder firma. De subsidie ten behoeve van een maatschap, vennootschap onder firma of besloten vennootschap kan alleen door alle vennoten gezamenlijk ten behoeve van de desbetreffende maatschap of vennootschap worden aangevraagd.
Artikel 2 Reikwijdte verordening
- 1.
De raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:
- a.
Maatschappelijke participatie;
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- 2.
Activiteiten die enkel zijn gericht op religieuze, levensbeschouwelijke, politieke of commerciële doeleinden worden niet gesubsidieerd.
- 3.
Activiteiten die door het college langs een andere weg worden bekostigd komen niet in aanmerking voor een subsidie in het kader van deze verordening.
- 4.
Subsidie wordt alleen verstrekt als de aanvrager de kosten van activiteiten niet uit eigen middelen of middelen van derden kan betalen.
Artikel 3 Bevoegdheid college
- 1.
Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond.
- 2.
Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.
- 3.
Het college stelt nadere regels vast, waarin de te subsidiëren of ondersteunende activiteiten, initiatieven, evenementen en doelgroepen en de verdeling van de subsidie worden omschreven.
- 4.
Het college stelt, voor de verstrekking van de individuele subsidie, nadere regels “subsidie maatschappelijke participatie” vast.
Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
- 1.
De raad kan voor de terreinen waarop deze verordening van toepassing is kaders vaststellen waaruit het college voorwaarden kan afleiden voor de subsidieverlening.
- 2.
De raad stelt jaarlijks bij het vaststellen van de begroting de subsidieplafonds vast.
- 3.
Het college is door de raad belast met het uitvoeren van deze verordening.
- 4.
Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.
Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie of ondersteuning
Artikel 5 Aanvraag van de subsidie
- 1.
De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.
- 2.
Bij een aanvraag om een prestatie-, maatschappelijke- of pilotsubsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
- a.
een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt gevraagd;
- b.
de doelstelling en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente en op de door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;
- 3.
Bij een aanvraag om een prestatiesubsidie overlegt de aanvrager naast de gegevens van lid 2 de volgende gegevens:
- a.
een begroting en dekkingsplan van de activiteiten, waar subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen te behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
- b.
indien van toepassing, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.
- 4.
Het college is bevoegd andere gegevens te vragen dan in tweede en derde lid opgenomen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.
Artikel 6 Aanvraag van de ondersteuning
- 1.
De aanvraag voor ondersteuning wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.
- 2.
Bij de aanvraag voor ondersteuning wordt een omschrijving van de activiteiten en doelstelling overlegd.
Artikel 7 Aanvraagtermijn
- 1.
Een aanvraag voor een prestatiesubsidie wordt voor 1 juli voorafgaand aan het eerste kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, schriftelijk ingediend bij het college
- 2.
Een aanvraag voor een maatschappelijk- of pilotsubsidie wordt tenminste 13 weken voordat de activiteit gestart.
Artikel 8 Beslistermijn
- 1.
Het college beslist op een aanvraag voor een maatschappelijk- of pilotsubsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.
- 2.
Het college beslist op een aanvraag voor een prestatiesubsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.
- 3.
Een aanvraag voor ondersteuning wordt tenminste 13 weken voordat de activiteit gestart.
Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie
Artikel 9 weigeringsgronden
Het college kan een aanvraag voor subsidie en of ondersteuning weigeren indien de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente, haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen.
Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie
Artikel 10 Verlening subsidie
- 1.
Bij het besluit tot verlenen geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.
- 2.
Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en het gebruik van de subsidie.
Artikel 11 Bevoorschotting
- 1.
Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.
- 2.
Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.
- 3.
Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.
Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 12 Jaarverslag
Bij de meerjarige prestatiesubsidie kan het college de verplichting opleggen tot het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten door middel van een jaarverslag.
Artikel 13 Meldingsplicht
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
Artikel 14 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
- 1.
De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.
- 2.
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:
- a.
besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;
- b.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
- c.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.
- 3.
De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.
- 4.
De subsidieontvanger mag maximaal 10% van het subsidiebedrag reserveren.
Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Artikel 15 Verantwoording subsidies tot 5.000 euro
- 1.
Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:
- a.
- b.
ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.
- 2.
Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.
- 3.
Het college kan bepalen dat andere gegevens en bescheiden opgenomen in lid 2 worden overlegd, indien deze in belang zijn van de vaststelling.
Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:
- a.
bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verrichten van de activiteiten;
- b.
bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;
- b.
een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);
- c.
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;
- d.
een accountantsverklaring.
- 3.
Het college kan bepalen dat andere gegevens en bescheiden opgenomen in lid 2 worden overlegd, indien deze in belang zijn van de vaststelling.
Artikel 18 Verantwoording pilot subsidie
Het college kan bepalen, afhankelijk van de inhoud van de pilot subsidie, hoe de verantwoording wordt afgestemd.
Artikel 19 Vaststelling subsidie
- 1.
Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.
- 2.
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.
- 3.
Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.
- 4.
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
Hoofdstuk 8 Overige bepalingen
Artikel 20 Hardheidsclausule
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
Artikel 21 Intrekking
De Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2014-2017 wordt ingetrokken.
Artikel 22 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
Artikel 23 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Algemene ondersteunings- en subsidieverordening gemeente Waalre 2017.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 juli 2016.
De raad van de gemeente Waalre,
de griffier, de voorzitter,
W.A. Ernes drs. J.W. Brenninkmeijer