Gemeente Borger-Odoorn, Nadere regels (winkel) uitstalingen

Nadere regels op grond van artikel 2:10, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening 2014-1 ( Apv ) van de gemeente Borger-Odoorn, onder verwijzing naar de Beleidsnotitie “reclame-uitingen en uitstallingen langs en op de gemeentelijke ( invals )wegen”

Onderwerp: Nadere regels (Winkel)uitstallingen.

 

Het college van burgemeester en wethouders stelt op grond van artikel 2:10, lid 2 Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Borger-Odoorn (Apv) de volgende nadere regels vast:

Paragraaf I. Begripsbepaling.

Artikel 1

Uitstalling: een los voorwerp geplaatst vóór een pand op een openbare plaats, dat een onmiskenbare relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming, waaronder tevens wordt verstaan:

  • a.

    voorwerpen en stoffen die behoren tot het reguliere assortiment van een winkel;

  • b.

    uitstallingsmaterialen;

  • c.

    speelattracties;

  • d.

    reclameborden.

Paragraaf II. Nadere regels.

Artikel 2

Het is toegestaan een uitstalling te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

  • a.

    uitstallingen mogen slechts bestaan uit verplaatsbare objecten;

  • b.

    uitstallingen brengen door de omvang, vormgeving, constructie, plaats of het beoogde gebruik geen schade toe aan de weg en moeten aldus van goede kwaliteit, schoon en heel zijn;

  • c.

    uitstallingen of het beoogde gebruik daarvan leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormen geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • d.

    een bedrijf mag slechts 1 uitstalling en 2 uitstalling-reclameborden hebben en deze objecten moeten betrekking hebben op het branchepatroon van de winkel/het bedrijf, met uitzondering van een speeltoestel voor kinderen;

  • e.

    uitstallingen mogen niet aanwezig zijn buiten de openingstijden van de winkel/het bedrijf;

  • f.

    uitstallingen worden minimaal op 0,6 meter vanaf de stoeprand geplaatst of, als die ontbreekt, op minimaal 0,6 meter vanaf de rand van de weg;

  • g.

    uitstallingen mogen maximaal 1,5 meter hoog zijn, tenzij het object tegen de eigen gevel is geplaatst;

  • h.

    uitstallingen mogen maximaal 0,8 meter breed zijn;

  • i.

    uitstallingen of het beoogde gebruik daarvan leveren geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende goederen;

  • j.

    een vrije doorgang in een rechtdoorgaande lijn van ten minste 1,5 meter breed is gewaarborgd voor voetgangers, voetgangers met kinderwagens en rolstoelgebruikers en andere vervoersvoorzieningen voor gehandicapten zoals scootmobielen;

  • k.

    er moet te allen tijde onmiddellijk een vrije en onbelemmerde doorgang verleend kunnen worden in een rechtdoorgaande lijn ten behoeve van voertuigen van hulpdiensten;

  • l.

    uitstallingen moeten op eerste aanzegging van het bevoegd gezag worden verwijderd als dat noodzakelijk is voor de aanleg of wijziging van openbare nutsvoorzieningen, in het belang van de openbare orde of veiligheid danwel ter realisering van gemeentelijke plannen of in verband met gemeentelijke werkzaamheden aan de openbare weg.

Paragraaf III. Inwerkingtreding.

Artikel 3

Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger-Odoorn op 4 maart 2014.

 

de secretaris,

de burgemeester,

Mr. P. Post

M.L.J. Out

Naar boven