Gemeenteblad van Edam-Volendam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2016, 104206 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2016, 104206 | Verordeningen |
Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Edam-Volendam
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam,
gelet op artikel 3, eerste lid van de Algemene subsidiesubsidieregeling Edam-Volendam alsmede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
overwegende dat artikel 4:23, eerste lid van de Awb vereist dat voor het verstrekken van subsidie een wettelijk voorschrift is vastgesteld dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;
overwegende dat het gewenst is het behoud van monumentale panden binnen de gemeente Edam-Volendam te bevorderen;
vast te stellen de SUBSIDIEREGELING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN EDAM-VOLENDAM.
Ter tegemoetkoming in de kosten van instandhoudingwerkzaamheden kan alleen aan de eigenaar van een gemeentelijk monument een subsidie worden verleend.
Artikel 9 Instandhoudingwerkzaamheden
De in artikel 2 bedoelde instandhoudingwerkzaamheden die voor subsidie in aanmerking komen zijn:
Deze subsidieregeling is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze subsidieregeling zijn aangevraagd, verleend of vastgesteld.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 26 juli 2016, het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam,
drs. M.A.J.R. Hermans,
secretaris.
W.J.F.M. van Beek,
burgemeester.
Toelichting Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Edam-Volendam
Deze subsidieregeling is een algemeen verbindend voorschrift, vastgesteld door het college krachtens artikel 3 van Algemene subsidieverordening Edam-Volendam. De regeling is vrijwel volledig gebaseerd op Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Edam-Volendam 2013. Gezien het specifieke karakter van subsidies voor gemeentelijke monumenten worden in deze regeling termijnen voor aanvraag, verlening en vaststelling van de subsidie gehanteerd die afwijken van de termijnen in de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam.
In onderliggende subsidieregeling wordt uitgegaan van de volgende ontwikkelingen:
In deze regeling wordt, net als in de voorgaande verordening, geen onderscheid gemaakt tussen onderhoud en restauratie. De grens tussen onderhoud en restauratie is veelal moeilijk aan te geven. De vaak gehanteerde subsidieregimes voor onderhoud en restauratie van gemeentelijke monumenten zijn geïntegreerd in een instandhoudingsubsidie.
De definitie van subsidie is genoemd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb, artikel 4:21 lid 1) en wordt in de regeling niet herhaald. De Awb verstaat onder subsidie: de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten. De activiteiten behelzen in dit geval het uitvoeren van instandhoudingwerkzaamheden, zoals in de begripsbepalingen omschreven.
Sub e: Subsidiabele kosten zoals beschreven in de Leidraad subsidiabele instandhoudingkosten Brim. De kosten die overwegend of uitsluitend gemaakt worden met het oog op de verbetering van het wooncomfort vallen buiten deze regeling.
De artikelen 4:23 en 4:26 van de Awb vormen de wettelijke basis voor het verstrekken van subsidie. Het verstrekken van subsidie is in beginsel slechts mogelijk, indien dat geschiedt op basis van een wettelijk voorschrift zoals de onderhavige regeling. In de regeling moet worden vermeld voor welke werkzaamheden/beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt. Zonder grondslag kan er geen subsidieplafond worden vastgesteld.
Waar het instandhoudingswerkzaamheden betreft is deze regeling van toepassing op gemeentelijke monumenten en Van Sliekerpanden. De subsidieregeling voor bouwhistorisch onderzoek (zie artikel 14) geldt voor gemeentelijke, provinciale en rijksmonumenten.
De Van Sliekerpanden worden voorzien uit de voorziening Dirk van Sliekerfonds. Ook de Van Sliekerpanden die inmiddels de status van gemeentelijk monument hebben gekregen worden voorzien uit deze voorziening. De overige gemeentelijke monumenten in Edam en Volendam worden voorzien uit de bestemde reserve Monumenten.
Artikel 3 bevat de basis van het subsidieplafond dat het college jaarlijks kan vaststellen. Daarin wordt het bedrag aangegeven, dat gedurende een begrotingsjaar beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Het subsidieplafond is naar zijn aard een beperking van de verplichting van het bestuursorgaan om aan aanspraken op financiële middelen te voldoen. Met het aangeven van een jaarlijks volume van subsidiëring wordt bereikt, dat een subsidie wordt geweigerd (artikel 4:25 Awb) als de middelen zijn uitgeput die in de begroting beschikbaar zijn gesteld.
Overigens biedt de wet nog een voorbehoud/beperking in de subsidietitel door middel van de begrotingsvoorwaarde. Indien de begroting nog niet is vastgesteld (of goedgekeurd), kan de subsidie worden verleend onder voorwaarde dat er voldoende middelen beschikbaar worden gesteld. Ondanks de weigering van een subsidie kan het college een aanvraag overigens eenmaal doorschuiven naar een volgend jaar (artikel 11).
De Awb verplicht bij de subsidieplafonds verdeelregels op te stellen. In de regeling wordt als verdeelsleutel het systeem gehanteerd van: ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Door publicatie in het Gemeenteblad wordt jaarlijks het subsidieplafond bekendgemaakt.
Dit artikel geeft aan op welke wijze het bedrag van subsidie wordt berekend. Op basis van de subsidiabele kosten wordt een percentage van 50% aan subsidie beschikbaar gesteld. De eigenaar financiert 50% van de subsidiabele kosten zelf. Er is een bovengrens gesteld van € 5.000,- zodat meerdere eigenaren aanspraak kunnen maken op subsidie. Bij een restauratie van € 10.000,- aan subsidiabele kosten wordt dat maximum bereikt.
Met het tweede lid wordt beoogd aan te geven, dat een eigenaar in een periode van vijf jaar na de eerste aanvraag een beroep kan doen op een maximaal periodebedrag van € 5.000,-; dat kan dus voor verschillende werkzaamheden, in verschillende aanvragen.
Welke bescheiden bij de aanvraag om subsidie moeten worden overgelegd is in dit artikel geregeld. Overeenkomstig de Awb-artikelen 4:1 en 4:4 wordt een standaardaanvraagformulier gehanteerd voor de stroomlijning van de aanvragen. In artikel 4:5 Awb wordt de wijze van afdoening geregeld voor het geval dat de benodigde stukken ontbreken. Het bestuursorgaan moet immers kunnen beschikken over alle relevante stukken alvorens een besluit te kunnen nemen op de subsidieaanvraag. Als de aanvrager verzuimt alsnog ontbrekende stukken toe te voegen, kan besloten worden de aanvraag niet verder te behandelen.
In het subsidieproces zijn drie belangrijke momenten te onderscheiden, te weten de subsidieverlening, de subsidievaststelling en de betaling. De subsidieverlening is een beschikking waarbij een subsidie wordt toegekend voor een bepaalde werkzaamheid. De aanvrager verkrijgt een voorwaardelijke aanspraak op subsidie. De subsidievaststelling geeft aanspraak op betaling door het bestuursorgaan van het definitief vastgestelde bedrag. De betaling is de daadwerkelijke uitbetaling van het bedrag op een door de verkrijger opgegeven rekeningnummer.
Die kosten zijn subsidiabel die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om onderdelen van een beschermd gemeentelijk monument te herstellen of te conserveren. De monumentale waarde van een beschermd gemeentelijk monument wordt in het bijzonder bepaald door de dragende delen, de vloeren en omhulsel, alsmede door die onderdelen of objecten die op grond van de Erfgoedverordening Edam-Volendam 2010 zijn beschermd vanwege hun bijzondere monumentale waarde.
Voor de exacte vaststelling van de subsidiabele kosten zal in beginsel de Leidraad subsidiabele instandhoudingkosten Brim worden gehanteerd. Deze leidraad biedt duidelijke richtlijnen voor de bepaling van de kosten die voor de instandhouding van de monumentale waarde van een pand in aanmerking komen voor subsidie. De leidraad is opgesteld voor rijksmonumenten maar ook van toepassing op gemeentelijke monumenten.
De legeskosten die de eigenaar moet betalen voor de aanvraag omgevingsvergunning, activiteit monument, zijn als subsidiabele kosten opgenomen.
Dit artikel geeft aan voor welke werkzaamheden het college subsidie kan verlenen. Onder casco wordt verstaan: de hoofdstructuur van het gemeentelijk monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder en gewelven. Herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur). Het gaat hier om zaken als schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, (muur)schilderingen, pleister- en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen. De in monumentaal opzicht niet als waardevol aangemerkte elementen vallen dus nadrukkelijk buiten de subsidiëring.
In dit artikel worden weigeringsgronden opgenomen, die het de gemeente mogelijk maken uit beleidsmatige overwegingen een aanvraag niet te honoreren. Daarnaast bevat de Awb in artikel 4:35 enige subjectieve weigeringsgronden: zij geven het bestuursorgaan de gelegenheid te toetsen of er gegronde redenen bestaan om aan te nemen of de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden, de aanvrager niet zal voldoen aan de opgelegde verplichtingen of de aanvrager niet op behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen.
Daarnaast zijn er in de Awb enkele objectieve weigeringsgronden: het verwijtbaar leveren van onjuiste gegevens en het voorkomen dat de subsidie in een failliete of in een in surseance gaande of verkerende boedel terechtkomt. De bijzondere weigeringsgrond, namelijk overschrijding van het subsidieplafond is niet opgenomen in de regeling omdat dit al een wettelijke weigeringsgrond is (artikel 4:25, lid 2 Awb).
Op grond van de Awb is overschrijding van het subsidieplafond een verplichte weigeringsgrond. Is het plafond bereikt, dan kunnen aanvragen doorgeschoven worden naar het volgende jaar. Deze aanvragen komen dan als vroege aanvragen bovenop de stapel. Daarmee wordt recht gedaan aan de relatief zware vereisten voor de subsidieaanvraag.
Bij de subsidieverlening moet aan de ontvanger duidelijkheid worden gegeven over zijn verplichtingen, dat wil zeggen de condities waarop subsidie wordt verleend.
Artikel 4:37 Awb geeft enige verplichtingen voor de subsidieontvanger met betrekking tot onder meer de administratie van de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, de te verzekeren risico’s, het afleggen van rekening en verantwoording, het beperken en wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden.
Op grond van artikel 4:38 zijn de termijnen van zes maanden (sub a) en een jaar (sub b) in de regeling opgenomen. De aanvrager heeft de verplichting om binnen deze termijnen te starten en de instandhoudingwerkzaamheden te voltooien. Dit om een snelle uitvoering van instandhoudingswerkzaamheden te stimuleren. Met het oog op een goed onderhoud, om grotere en duurdere instandhoudingwerkzaamheden in de toekomst te voorkomen, wordt ten behoeve van de instandhouding van het gemeentelijk monument de verplichting tot goed onderhoud verwoord.
In de regeling wordt de gereedmelding van de werkzaamheden beschouwd als de aanvraag om de vaststelling van de subsidie. Daarbij legt overeenkomstig artikel 4:45 Awb de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover van belang voor de subsidiëring. Artikel 4:46 Awb geeft aan in welke gevallen de subsidie lager gesteld kan worden.
Met bouwhistorisch onderzoek wordt bedoeld het in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument (zie artikel 1 van de Erfgoedverordening Gemeente Edam-Volendam 2010).
Anders dan bij de subsidie voor instandhouding kunnen ook eigenaren van rijksmonumenten en provinciale monumenten een beroep doen op deze subsidie. De subsidie bedraagt € 250,- per onderzoek, kent een lichte aanvraagprocedure en wordt direct vastgesteld en uitbetaald. Wel dient de aanvrager na uitvoering van het onderzoek een afschrift van de rapportage aan de gemeente te verstrekken.
Eigenaren van Van Sliekerpanden die geen monument zijn kunnen geen beroep doen op dit aspect van de regeling.
Als blijkt dat de subsidie door een onjuiste of onvolledige opgave is verleend dan wel een voorschrift als bedoeld in deze regeling niet is nageleefd kan het college een besluit tot verlening van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot uitbetaling van de subsidie overgaan en al uitbetaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen (afdeling 4.2.6 en 4.2.7 Awb). Een lager subsidiebedrag vaststellen dan is verleend kan alleen op grond van de in artikel 4:46, tweede lid genoemde gronden. Hoger vaststellen is niet mogelijk (zie onder andere ECLI:NL:RVS:2005:AT5697, ABRvS 15/12/04, AB 2005, 276).
Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor het van kracht worden van deze regeling, worden afgehandeld op grond van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Edam-Volendam 2013.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-104206.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.