Wijziging Standplaatsenreglement van de gemeente Weert

Burgemeester en wethouders van Weert;

Overwegende dat in de geldende regelgeving voor standplaatsen in de gemeente Weert, in het Standplaatsenreglement, als aparte categorie wordt genoemd de standplaatsen voor consumptie-ijs en oliebollen;

dat over die standplaatsen verder geen regels of beleid zijn vastgesteld, anders dan die betreffende de aanwijzing van de plaatsen en de nadere aanduiding wat onder consumptie-ijs en oliebollen valt;

dat met betrekking tot de vergunningverlening voor die standplaatsen, in het bijzonder bij oliebollen, de laatste jaren telkens en dan met name voor de jaarwisseling, veel onrust is ontstaan;

dat die onrust te maken heeft met het gegeven dat er bij oliebollen sprake is van een seizoen product met het zwaartepunt qua verkoop in de periode voor nieuwjaar én met het gegeven dat er daarbij in genoemde periode ook nog oneigenlijk gebruik werd gemaakt van tijdelijke standplaatsen voor oliebollen;

dat het oneigenlijk gebruik hiermee te maken heeft, dat de beperkte periode van zes dagen, zoals geldend voor een tijdelijke standplaats, werd opgerekt naar meerdere aaneengesloten perioden van zes dagen, waarbij bovendien gebruik werd gemaakt van een en dezelfde gebakskraam door vergunninghouders, die daarbij ook nog eens in een nauwe familierelatie met elkaar stonden;

dat het, gezien het vorenstaande, nodig wordt geacht om het Standplaatsenreglement aan te passen wat betreft de standplaatsen voor de categorie consumptie-ijs en oliebollen en om voor de toewijzing van die standplaatsen beleidsregels vast te stellen;

dat het tevens nodig wordt geacht om ten aanzien van de tijdelijke standplaatsen te bepalen dat het niet mogelijk is dat aansluitend of nagenoeg aansluitend na het innemen van een tijdelijke standplaats in dezelfde omgeving voor dezelfde waren weer een tijdelijke standplaats wordt ingenomen;

gelet op artikel 2 van de Standplaatsenverordening;

besluiten

A:  

 

Het Standplaatsenreglement van de gemeente Weert wat betreft het deel over de standplaatsen voor consumptie-ijs en oliebollen (kop, artikel 9 en 10) zodanig aan te passen dat dit deel als volgt komt te luiden:

STANDPLAATSEN VOOR CONSUMPTIE-IJS EN OLIEBOLLEN

Artikel 9.  

De verkoop van consumptie-ijs en oliebollen op een standplaats, die niet een vaste standplaats en ook niet een tijdelijke standplaats is, is mogelijk op de in artikel 9a. aangewezen plaatsen.

Artikel 9a. Aanwijzing standplaatsen voor consumptie-ijs en oliebollen

Als standplaatsen voor de verkoop van consumptie-ijs en oliebollen worden aangewezen de weggedeelten, gelegen aan:

  • a.

    Stationsplein (alleen met ingang van 01 oktober tot en met 31 januari én uitsluitend voor oliebollen);

  • b.

    Nieuwe Markt (niet op zaterdag in verband met de weekmarkt);

  • c.

    Bassin;

  • d.

    Kerkplein in Stramproy,

zoals die nader in de vergunning én op genoemde locaties op aanwijzing van de Marktmeester exact worden aangegeven.

Artikel 9b. Vergunningverlening na inschrijving

  • 1.

    Een vergunning voor een standplaats voor de verkoop van consumptie-ijs en oliebollen wordt verleend op basis van inschrijving voor de standplaats.

  • 2.

    Het college stelt beleidsregels vast ten behoeve van de wijze van inschrijving voor en de toewijzing van de standplaatsen voor consumptie-ijs en oliebollen.

Artikel 10.  

  • 1.

    Onder consumptie-ijs vallen eveneens alle daaraan verwante ijsprodukten.

  • 2.

    Onder oliebollen vallen eveneens alle daaraan verwante meelprodukten.

B:  

 

Het Standplaatsenreglement van de gemeente Weert wat betreft het deel over de tijdelijke standplaatsen (kop, artikel 11) zodanig aan te passen dat dit deel als volgt komt te luiden:

TIJDELIJKE STANDPLAATSEN

Artikel 11. Tijdelijke standplaats

  • 1.

    Een tijdelijke standplaatsvergunning heeft geen langere geldigheidduur dan zes achtereenvolgende dagen en kan aan dezelfde persoon slechts eenmaal per drie maanden worden verleend.

  • 2.

    Een tijdelijke standplaatsvergunning is niet mogelijk wanneer op of nabij dezelfde lokatie in de voorafgaande periode reeds een tijdelijke standplaats werd ingenomen met dezelfde waren.

C.  

 

De volgende beleidsregels vast te stellen ten behoeve van de wijze van inschrijving voor en de toewijzing van standplaatsen ten behoeve van het verlenen van standplaatsvergunningen voor de verkoop van consumptie-ijs en oliebollen op de daarvoor aangewezen plaatsen:

Artikel 1  

De vergunningen voor de standplaatsen voor de verkoop van consumptie-ijs en oliebollen worden jaarlijks verleend, telkens voor de periode met ingang van 01 oktober tot en met 31 januari (123 dagen) en apart voor de periode met ingang van 01 maart tot en met 15 september (198 dagen).

Artikel 2  

  • 1.

    De standplaatsvergunningen worden verleend op basis van één inschrijving voor één standplaats.

  • 2.

    Een belangstellende voor een standplaatsvergunning gedurende de periode 01 oktober tot en met 31 januari dient in de maand maart in te schrijven door middel van het daartoe vastgestelde inschrijvingsformulier.

  • 3.

    Een belangstellende voor een standplaatsvergunning gedurende de periode 01 maart tot en met 15 september dient in de maand augustus in te schrijven door middel van het daartoe vastgestelde inschrijvingsformulier.

  • 4.

    Het inschrijvingsformulier dient in een gesloten enveloppe, met op die enveloppe de naam, adres en contactgegevens van de inschrijver, persoonlijk aan de Marktmeester overhandigd te worden, nadat daartoe met hem een afspraak is gemaakt.

Artikel 3  

  • 1.

    In april respectievelijk september wordt vastgesteld aan wie van de inschrijvers de standplaats wordt toegewezen en aan wie derhalve standplaatsvergunning voor het komende seizoen wordt verleend.

  • 2.

    Daartoe wordt een bijeenkomst gehouden, waarvoor alle inschrijvers worden uitgenodigd en waarop alle gesloten enveloppen met inschrijvingen worden geopend en de inschrijfgegevens aan de aanwezigen worden kenbaar gemaakt.

  • 3.

    Eén persoon kan weliswaar inschrijven voor meerdere plaatsen (met per plaats één afzonderlijk inschrijvingsformulier), maar diezelfde persoon kan hoogstens één standplaats toegewezen krijgen.

  • 4.

    Bij de toewijzing van de standplaatsen wordt gestart met de standplaats, waarvoor met het hoogste standgeld is ingeschreven. Bij gelijk bedrag volgt een loting om te bepalen met welke plaats wordt begonnen.

  • 5.

    Heeft iemand meerdere inschrijvingen gedaan, dan vervalt de inschrijving voor een andere plaats, zodra aan de inschrijver een plaats is toegewezen.

Artikel 4  

  • 1.

    De toewijzing van de standplaats uit het voorgaande artikel wordt bepaald op grond van de hoogte van het standgeld dat de inschrijver bij de inschrijving voor de betreffende plaats heeft aangeboden: de inschrijver met het hoogste bedrag aan standgeld voor de betreffende standplaats komt het eerst in aanmerking voor toewijzing van de betreffende standplaats/de standplaatsvergunning.

  • 2.

    Bij gelijk bedrag van inschrijving wordt de standplaats toegewezen op basis van loting.

Artikel 5 Overgangsregeling

  • 1.

    Volgens gemaakte afspraak bij verhuizing naar andere locatie, dient de vergunninghouder van de standplaats op het Stationsplein van de afgelopen jaren in de periode 01 oktober 2016 t/m 31 januari 2017 nog standplaats in te kunnen nemen op het Stationsplein.

    • -

      Schrijft hij voor geen enkele plaats in dan krijgt hij op grond van de gemaakte afspraak de plaats op het Stationsplein toegewezen (met voorrang boven de andere inschrijvers voor deze plaats).

    • -

      Schrijft hij enkel in voor het Stationsplein dan wordt die plaats aan hem toegewezen (met voorrang boven de andere inschrijvers voor deze plaats).

    • -

      Schrijft hij in voor de plaats op het Stationsplein én voor een andere plaats en wordt, omdat door de hoogte van het hoogste inschrijvingsbedrag met de andere plaats eerder wordt begonnen, hem een andere plaats toegewezen dan is de plaats op het Stationsplein ook beschikbaar voor anderen. Om die reden kunnen anderen dus ook inschrijven voor de plaats op het Stationsplein.

  • 2.

    Als overgangsregeling voor de eerstvolgende inschrijving per periode, derhalve voor 01 oktober 2016 t/m 31 januari 2017 én 01 maart t/m 15 september 2017 geldt overigens het volgende:

    • a.

      heeft een inschrijver meerdere jaren tevoren, waaronder ook in elk geval het voorafgaande jaar, voor een van de aangewezen plaatsen een standplaatsvergunning gehad, dan gaat die inschrijver bij de eerstvolgende inschrijving op die betreffende plaats vóór andere inschrijvers, ook al is diens bedrag van inschrijving lager dan dat van de andere inschrijvers.

    • b.

      Het verschuldigde bedrag voor het innemen van de standplaats dient wel minimaal gelijk te zijn aan het standplaatsengeld van het voorafgaande jaar. Dat wil zeggen verhoudingsgewijs: gerekend op basis van de periode van vorig jaar berekend naar de komende periode.)

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2, lid 2, van deze beleidsregels geldt zowel voor de inschrijving voor de periode 01 oktober 2016 t/m 31 januari 2017 als voor de inschrijving voor de periode 01 maart 2017 t/m 15 september 2017 als maand voor het indienen van het inschrijvingsformulier de maand augustus 2016 en voor de toewijzing van de plaatsen de maand september 2016.

Artikel 6  

Naast het bedrag dat vergunninghouder geboden heeft bij de inschrijving, dient vergunninghouder voor de standplaats te betalen het geldende bedrag aan leges voor de standplaatsvergunning én een bijdrage in de kosten van elektriciteit op basis van een vast bedrag per dag over de gehele periode van 123 of 198 dagen.

Artikel 7  

In geval deze beleidsregels niet voorzien beslist, namens het college, het hoofd van de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving ten aanzien van de toewijzing van de plaatsen en de verlening van de standplaatsvergunningen en het standplaatsengeld. Dit wordt gedaan naar redelijkheid en billijkheid.

Artikel 8  

Na toewijzing van de standplaats en verlening van de standplaatsvergunning kan de standplaats door vergunninghouder pas worden ingenomen, nadat het voor de standplaats verschuldigde standplaatsengeld volledig is betaald.

D:  

 

  • 1.

    Te bepalen dat de aanvragen om standplaatsvergunning voor consumptie-ijs/oliebollen voor de locaties zoals genoemd in het nieuwe artikel 9a van het Standplaatsenreglement en die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van het hiervoor bepaalde onder A en C en betrekking hebben op de aanstaande tijdvakken, buiten behandeling blijven.

  • 2.

    Te bepalen dat de aanpassing van het Standplaatsenreglement, zoals hiervoor vermeld onder B, van toepassing is op de aanvragen, die betrekking hebben op de periode, welke gelegen is na inwerkingtreding van dit besluit.

E:  

 

Te bepalen dat de besluiten, zoals hiervoor vermeld onder A tot en met D, in werking treden op de dag na de bekendmaking ervan.

Weert,

Burgemeester en wethouders,

M.H.F. Knaapen

gemeentesecretaris

A.A.M.M. Heijmans

burgemeester

Naar boven